illustratie: Peter de Wit 

Er is geen twijfel dat de euthanasiewet veel heeft gebracht. Mensen zijn meer vrijheid gaan ervaren om met naasten en hun arts over euthanasie te praten, hun wensen vast te leggen en – als het gevreesde lijden zich aandient – om de zachte dood te vragen. Artsen op hun beurt voelen meer vrijheid om, gesteund door de wet, de gevraagde stervenshulp te verlenen. So far, so good. Bij alle kanttekeningen en schaduwkanten die er nog zijn, mag deze winst niet worden vergeten. Tienduizenden mensen is op een humane manier een vreselijk sterven bespaard, de waarde daarvan kan niet worden overschat.

Afbuigende curve > Schaduwkanten zijn er ook. Al kort voor de invoering van de wet kantelde het politieke, juridische en medische klimaat deels richting terughoudendheid. Euthanasie oké, maar niet te vaak. Die ontwikkeling bleek geen tijdelijk afbuigende curve. Doorgezet is die niet, maar verdwenen ook niet. Politiek zijn ontwikkelingen bij Rutte III op slot gezet. D66 heeft zich tijdens de kabinetsformatie door de ChristenUnie laten gijzelen tot een akkoord met een pas-op-de-plaats. Ja, er kwam een wetsvoorstel Voltooid leven vanuit de D66-Kamerfractie, maar behandeling ervan staat nog altijd in de ijskast. Dezelfde CU zal als regeringspartij in Rutte IV geen handtekening zetten, mocht de wet eventueel worden aangenomen. Dwingelandij alom dus. 
Juridisch is er geen of eerder een achterwaartse beweging. De Hoge Raad heeft de wet bevestigd wat betreft euthanasie bij dementie op basis van een wilsverklaring, en hij heeft logische ruimte gecreëerd voor een humane uitvoering door vooraf een slaapmiddel toe te dienen. Maar in zaken over hulp bij zelfdoding, die verboden is, zijn de teugels aangetrokken. De omschrijving van hulp is opgerekt tot alles wat bijdraagt aan zelfdoding. Met wat kwade wil is hier mogelijk zelfs informatie over middelen en methoden onder te vatten. Met de huidige conservatieve Rinus Otte aan het roer van het Openbaar Ministerie is een poging hiertoe denkbaar. 
Medisch is het beeld genuanceerd. Een aantal artsen betreedt zonder veel aarzeling de ruimte van de wet, andere werken tegen. Onder de bevolking is het beeld stabiel: eigen keuze en hulp bij sterven moeten mogelijk zijn. 

Bepalende stem > In de ontwikkeling is een patroon herkenbaar: er is ruimte voor eigen keuzes zolang die gepaard gaat met artsenhulp en de arts een duidelijke, bepalende stem heeft. En geen ontsluiting van mogelijkheden tot sterven met een veilig middel zónder artsenhulp. Daarmee blijft de zelfbeschikking aan de ketting. Hier wringt de praktijk met wat mensen willen. Al jaren en steeds sterker. Met als gevolg dat er allerlei particuliere initiatieven ontstaan zonder samenhang. Dat kan en moet anders. 
In de afgelopen jaren was steeds vaker te horen dat zelfbeschikking onvoldoende ruimte krijgt omdat de euthanasiewet vooral voor artsen is gemaakt. De zorgvuldigheidseisen betreffen volgens critici immers uitsluitend het handelen van artsen: zij moeten zich overtuigen van de ernst en uitzichtloosheid van het lijden en het authentieke van de vraag om de dood. 
Deze beperkte duiding doet aan de wet geen recht. De wet is nadrukkelijk ook gemaakt om mensen ruimte te bieden. Dat komt er onder meer in tot uitdrukking dat een authentiek verzoek van de betrokkene een vereiste is en dat een arts samen met de patiënt moet kijken naar de lijdenssituatie. Dit laat onverlet dat de arts uiteindelijk een beslissende stem heeft. Dit was destijds politiek het hoogst haalbare. Het was overigens toen al geen geheim dat de verantwoordelijke D66-minister Els Borst dat anders wilde, maar zij kon niet verder dan tot de uiterste grens gaan, op straffe van helemaal geen wet. 
Intussen is duidelijk dat zelfbeschikking geen riskant uitgangspunt is. Vele duizenden, vooral oude mensen hebben een veilig zelfdodingsmiddel in huis, maar van een zelfdodingshausse is geen sprake. Integendeel, in contact met deze mensen blijkt het beschikken over een middel gerust te stellen en eerder tegen zelfdoding te beschermen dan daartoe uit te lokken. Het bezwaar dat zelfbeschikking naasten uitsluit, is academisch en kwetsend. Wie de praktijk kent, weet dat ook hier het tegendeel waar is: als verhoudingen niet diepgaand zijn verstoord, betrekt iedereen geliefden in hun denken en besluit. Diepgaand en liefdevol. 

Normalisering > Deze blik in de achteruitkijk-spiegel en op de huidige weg leert hoe we veilig verder kunnen gaan. Zelfbeschikking nog langer beperken kan en hoeft niet meer. Het is hoog tijd voor herijking van de euthanasiewet en -praktijk. Het kan niet anders dan dat wie euthanasie wil, daar de ruimte voor krijgt. Hiermee komt de arts ook in de positie die hij op basis van zijn beroepsethiek heeft en die past: in een dienstbare rol. Te vergelijken met de positie die een arts heeft in de regeling van abortus. Veel meer aansluitend bij wat leeft in degene die om hulp vraagt en daar een begrijpelijk gevolg van is. Dat werkt bij abortus al jaren goed en euthanasie verdient hetzelfde: zelfbeschikking en nood zoals de ander die ervaart als leidraad, hulp bij sterven als een daad van respect en dienstbaarheid. 
Hierin past ook een aanpassing van de reikwijdte van de wet: loslaten van het criterium dat sprake moet zijn van lijden als gevolg van een medische oorzaak. Dus loslaten van medische criteria bij ‘voltooid leven’ en eindelijk ruimte creëren voor de pil van Drion, te beginnen met een proeftuin voor mensen ouder dan 70. Ik zie geen politiek, religieus, medisch, juridisch of maatschappelijk dwingende reden om deze weg te verhinderen.
Deze herijking vraagt om een normalisering van de eindigheid van de mens en van zijn sterven. De dood niet zien als een zo lang mogelijk te vermijden of door anderen te bepalen uitkomst, maar als een voor iemand passende weg in vrijheid.

In de rubriek Opinie leveren auteurs een bijdrage aan de discussie over euthanasie en het levenseinde. Dat doen zij op persoonlijke titel. Hans van Dam is docent en consulent hersenaandoeningen en levenseindevragen.

Twintig jaar euthanasiewet heeft de praktijk verder geholpen én op achterstand gezet. Verder geholpen waar het gaat om het benutten van de ruimte in de wet, op achterstand wat betreft het politieke, juridische en ethische klimaat rondom het zelfgewilde levenseinde en onze kijk op eindigheid. Een evaluatie en een pleidooi voor een vernieuwende regeling. • Hans van Dam

Twintig jaar euthanasiewet: tijd voor herijking  

Er is geen twijfel dat de euthanasiewet veel heeft gebracht. Mensen zijn meer vrijheid gaan ervaren om met naasten en hun arts over euthanasie te praten, hun wensen vast te leggen en – als het gevreesde lijden zich aandient – om de zachte dood te vragen. Artsen op hun beurt voelen meer vrijheid om, gesteund door de wet, de gevraagde stervenshulp te verlenen. So far, so good. Bij alle kanttekeningen en schaduwkanten die er nog zijn, mag deze winst niet worden vergeten. Tienduizenden mensen is op een humane manier een vreselijk sterven bespaard, de waarde daarvan kan niet worden overschat.

Afbuigende curve > Schaduwkanten zijn er ook. Al kort voor de invoering van de wet kantelde het politieke, juridische en medische klimaat deels richting terughoudendheid. Euthanasie oké, maar niet te vaak. Die ontwikkeling bleek geen tijdelijk afbuigende curve. Doorgezet is die niet, maar verdwenen ook niet. Politiek zijn ontwikkelingen bij Rutte III op slot gezet. D66 heeft zich tijdens de kabinetsformatie door de ChristenUnie laten gijzelen tot een akkoord met een pas-op-de-plaats. Ja, er kwam een wetsvoorstel Voltooid leven vanuit de D66-Kamerfractie, maar behandeling ervan staat nog altijd in de ijskast. Dezelfde CU zal als regeringspartij in Rutte IV geen handtekening zetten, mocht de wet eventueel worden aangenomen. Dwingelandij alom dus. 
Juridisch is er geen of eerder een achterwaartse beweging. De Hoge Raad heeft de wet bevestigd wat betreft euthanasie bij dementie op basis van een wilsverklaring, en hij heeft logische ruimte gecreëerd voor een humane uitvoering door vooraf een slaapmiddel toe te dienen. Maar in zaken over hulp bij zelfdoding, die verboden is, zijn de teugels aangetrokken. De omschrijving van hulp is opgerekt tot alles wat bijdraagt aan zelfdoding. Met wat kwade wil is hier mogelijk zelfs informatie over middelen en methoden onder te vatten. Met de huidige conservatieve Rinus Otte aan het roer van het Openbaar Ministerie is een poging hiertoe denkbaar. 
Medisch is het beeld genuanceerd. Een aantal artsen betreedt zonder veel aarzeling de ruimte van de wet, andere werken tegen. Onder de bevolking is het beeld stabiel: eigen keuze en hulp bij sterven moeten mogelijk zijn. 

Bepalende stem > In de ontwikkeling is een patroon herkenbaar: er is ruimte voor eigen keuzes zolang die gepaard gaat met artsenhulp en de arts een duidelijke, bepalende stem heeft. En geen ontsluiting van mogelijkheden tot sterven met een veilig middel zónder artsenhulp. Daarmee blijft de zelfbeschikking aan de ketting. Hier wringt de praktijk met wat mensen willen. Al jaren en steeds sterker. Met als gevolg dat er allerlei particuliere initiatieven ontstaan zonder samenhang. Dat kan en moet anders. 
In de afgelopen jaren was steeds vaker te horen dat zelfbeschikking onvoldoende ruimte krijgt omdat de euthanasiewet vooral voor artsen is gemaakt. De zorgvuldigheidseisen betreffen volgens critici immers uitsluitend het handelen van artsen: zij moeten zich overtuigen van de ernst en uitzichtloosheid van het lijden en het authentieke van de vraag om de dood. 
Deze beperkte duiding doet aan de wet geen recht. De wet is nadrukkelijk ook gemaakt om mensen ruimte te bieden. Dat komt er onder meer in tot uitdrukking dat een authentiek verzoek van de betrokkene een vereiste is en dat een arts samen met de patiënt moet kijken naar de lijdenssituatie. Dit laat onverlet dat de arts uiteindelijk een beslissende stem heeft. Dit was destijds politiek het hoogst haalbare. Het was overigens toen al geen geheim dat de verantwoordelijke D66-minister Els Borst dat anders wilde, maar zij kon niet verder dan tot de uiterste grens gaan, op straffe van helemaal geen wet. 
Intussen is duidelijk dat zelfbeschikking geen riskant uitgangspunt is. Vele duizenden, vooral oude mensen hebben een veilig zelfdodingsmiddel in huis, maar van een zelfdodingshausse is geen sprake. Integendeel, in contact met deze mensen blijkt het beschikken over een middel gerust te stellen en eerder tegen zelfdoding te beschermen dan daartoe uit te lokken. Het bezwaar dat zelfbeschikking naasten uitsluit, is academisch en kwetsend. Wie de praktijk kent, weet dat ook hier het tegendeel waar is: als verhoudingen niet diepgaand zijn verstoord, betrekt iedereen geliefden in hun denken en besluit. Diepgaand en liefdevol. 

Normalisering > Deze blik in de achteruitkijk-spiegel en op de huidige weg leert hoe we veilig verder kunnen gaan. Zelfbeschikking nog langer beperken kan en hoeft niet meer. Het is hoog tijd voor herijking van de euthanasiewet en -praktijk. Het kan niet anders dan dat wie euthanasie wil, daar de ruimte voor krijgt. Hiermee komt de arts ook in de positie die hij op basis van zijn beroepsethiek heeft en die past: in een dienstbare rol. Te vergelijken met de positie die een arts heeft in de regeling van abortus. Veel meer aansluitend bij wat leeft in degene die om hulp vraagt en daar een begrijpelijk gevolg van is. Dat werkt bij abortus al jaren goed en euthanasie verdient hetzelfde: zelfbeschikking en nood zoals de ander die ervaart als leidraad, hulp bij sterven als een daad van respect en dienstbaarheid. 
Hierin past ook een aanpassing van de reikwijdte van de wet: loslaten van het criterium dat sprake moet zijn van lijden als gevolg van een medische oorzaak. Dus loslaten van medische criteria bij ‘voltooid leven’ en eindelijk ruimte creëren voor de pil van Drion, te beginnen met een proeftuin voor mensen ouder dan 70. Ik zie geen politiek, religieus, medisch, juridisch of maatschappelijk dwingende reden om deze weg te verhinderen.
Deze herijking vraagt om een normalisering van de eindigheid van de mens en van zijn sterven. De dood niet zien als een zo lang mogelijk te vermijden of door anderen te bepalen uitkomst, maar als een voor iemand passende weg in vrijheid.

In de rubriek Opinie leveren auteurs een bijdrage aan de discussie over euthanasie en het levenseinde. Dat doen zij op persoonlijke titel. Hans van Dam is docent en consulent hersenaandoeningen en levenseindevragen.

Twintig jaar euthanasiewet heeft de praktijk verder geholpen én op achterstand gezet. Verder geholpen waar het gaat om het benutten van de ruimte in de wet, op achterstand wat betreft het politieke, juridische en ethische klimaat rondom het zelfgewilde levenseinde en onze kijk op eindigheid. Een evaluatie en een pleidooi voor een vernieuwende regeling. • Hans van Dam

illustratie: Peter de Wit