foto: KOOS BREUKEL

Als overtuigd feministe streed Hedy d’Ancona (84) in haar jonge jaren voor legalisering van abortus. Vrouwen moesten zelf kunnen beslissen over het begin van een leven. Later maakte ze zich hard voor het recht van ouderen om te beschikken over het einde van dat leven. Een terugblik op de strijd aan de hand van een aantal begrippen en wapenfeiten. • Els Wiegant

Hedy d’Ancona strijdt voor zelfbeschikking, ook aan het einde van het leven

‘Ik laat het niet los, en velen met mij’

'Ik ben blij dat euthanasie in ieder geval mogelijk is gemaakt. Nu ik zelf oud ben, zie ik om me heen dat de wet nog lang niet voldoende wordt benut en toegepast in de praktijk'

De euthanasiewet (2002) > ‘Els Borst was mijn opvolgster als minister van Volksgezondheid. Mijn feitelijke betrokkenheid bij de totstandkoming van de wet was dus nul, want je bemoeide je niet met het werk van je opvolgster. In die tijd zat ik bovendien in het Europees Parlement. Maar zo’n wet komt natuurlijk niet in een korte periode tot stand: ambtenaren waren daar ook in mijn tijd al mee bezig.

Ik was voorstander van de euthanasiewet, maar had er ook kritiek op. De abortuswet was niet 100 procent wat wij wilden, met die vijf dagen bedenktijd, maar abortus was in ieder geval gelegaliseerd. Het was uit pragmatisme dat ik voor die wet was.

Bij de euthanasiewet was dat hetzelfde. Wat uiteindelijk door de Kamer werd aangenomen, was “op-weg-naar-zelfbeschikking” maar het stond er nog ver vanaf. Mijn bezwaar tegen de wet was dat euthanasie en hulp bij zelfdoding in het Wetboek van Strafrecht bleven. Alleen onder bepaalde voorwaarden mocht het, maar in alle andere gevallen bleef het strafbaar.

Ik ben blij dat euthanasie in ieder geval mogelijk is gemaakt. Nu ik zelf oud ben, zie ik om me heen dat de wet nog lang niet voldoende wordt benut en toegepast in de praktijk. Onlangs nog, bij een 92-jarige vriendin: ze wilde heel graag euthanasie, was al jarenlang lid van de NVVE en de Coöperatie Laatste Wil, had alle brochures en formulieren op tafel liggen. Maar ze trof een jonge arts die haar ompraatte om toch voor palliatieve sedatie te kiezen, want dat was toch een veel beter alternatief?! Ze heeft vijf dagen liggen worstelen voor ze doodging, mensonterend.’

Initiatiefgroep Uit Vrije Wil (2010) > ‘In 2010 heb ik de handtekeningenactie van Uit Vrije Wil gesteund, opgezet door Yvonne van Baarle (de actie verwierf in korte tijd 117.000 handtekeningen, red.). Daarmee kwam het onderwerp zelfbeschikking aan het einde van het leven opnieuw op de politieke agenda. Het was vanuit dat feministische oergevoel dat ik daarvoor wilde strijden.

Met een kleine club, van onder andere Eugène Sutorius, Eylard van Hall en Dick Swaab, hebben we toen over een wetsvoorstel gesproken dat ouderen die hun leven voltooid vinden, het recht geeft om het te mogen beëindigen. We vonden dat het tijd was om iets wat fundamenteel verkeerd zit – een wet waarin zelfbeschikking nog steeds strafbaar is –, te wijzigen. De onderzoeken van Paul Schnabel en later die van Els van Wijngaarden – die eigenlijk zeiden: de wet functioneert uitstekend – hebben die discussie in de kiem gesmoord. Dat vind ik nog steeds onbegrijpelijk.’

Vrije kwesties > ‘Dat in het regeerakkoord zowel het afschaffen van de vijf dagen bedenktijd als het wetsvoorstel Voltooid Leven tot vrije kwesties* zijn benoemd, begrijp ik wel. Meer zat er niet in. Het zijn on-afgehandelde zaken. Of de voorstellen het zullen halen is nog maar zeer de vraag, ik heb er weinig vertrouwen in.

En zo doet de maatschappij nu ook alweer bijna een halve eeuw over een wet voltooid leven, terwijl het draagvlak ervoor heel groot is. Maar ja, zo gaat het: als je wetten wilt veranderen, moet je niet uit zijn op snel succes. Ik laat het onderwerp in elk geval niet los, en velen met mij.’

*Een ‘vrije kwestie’ betekent dat Kamerleden een eigen, individuele afweging mogen maken bij het stemmen.

‘Als je in God gelooft, zal je het woord “zelfbeschikking” niet zo gauw in de mond nemen. Want: de mens wikt en God beschikt. Ben je niet gelovig, zoals ik, dan wik én beschik je zelf'

Recht op zelfbeschikking > ‘Als je in God gelooft, zal je het woord “zelfbeschikking” niet zo gauw in de mond nemen. Want: de mens wikt en God beschikt. Ben je niet gelovig, zoals ik, dan wik én beschik je zelf. Dat is niet alleen een pas naar vrijheid, daar hoort ook een verantwoordelijkheid bij. Het overgrote deel van de vrouwen die een abortus krijgen, wikt lang en kan de verantwoordelijkheid van zo’n beslissing dragen. Belachelijk dus dat daar nog steeds vijf dagen bedenktijd voor nodig zijn. 
Aan het einde van het leven geldt hetzelfde, ook daarover moet je zelf kunnen beschikken, zelf kunnen bepalen of het genoeg is geweest, of je het leven voldoende hebt geleefd, eruit hebt gehaald wat er voor je in zat. En bij die beslissing houd je rekening met de mensen om je heen; dat hoort bij zelfbeschikking.’


Oprichting Man Vrouw Maatschappij, samen met Joke Smit (1968) 
‘Zelfbeschikking en zelfontplooiing waren de twee pilaren onder het feminisme en de tweede emancipatiegolf. Wij vonden dat de enorme achterstand van vrouwen moest worden ingehaald. In een democratische samenleving, in een rijk en welvarend land als Nederland, zouden er op kernpunten niet zulke grote verschillen tussen mannen en vrouwen mogen bestaan; verschil in inkomen en betaald werk – als gehuwde vrouw en zeker als moeder behoorde je niet te werken –, verschil in kennis en opleiding en verschil in macht. 
Toch was het belangrijkste punt voor ons iets anders: een eerlijker samenleving, waarin het betaalde én onbetaalde werk gelijk over mannen en vrouwen zou zijn verdeeld. Een samenleving waarin mannen en vrouwen evenveel tijd aan betaald werk én aan privé-taken zouden besteden. Daarvoor had je dus ook de mannen nodig. 
Huib Drion was een van de eerste mannelijke leden van MVM. Zijn idee van zelfbeschikking aan het einde van het leven vonden wij in die jaren zeventig – ook al waren we er als jonge vrouwen nog helemaal niet mee bezig – volkomen vanzelfsprekend. Het idee heeft me nooit meer losgelaten.’

Als overtuigd feministe streed Hedy d’Ancona (84) in haar jonge jaren voor legalisering van abortus. Vrouwen moesten zelf kunnen beslissen over het begin van een leven. Later maakte ze zich hard voor het recht van ouderen om te beschikken over het einde van dat leven. Een terugblik op de strijd aan de hand van een aantal begrippen en wapenfeiten. • Els Wiegant

‘Ik laat het niet los, en velen met mij’

Hedy d’Ancona strijdt voor zelfbeschikking, ook aan het einde van het leven

foto: KOOS BREUKEL

De euthanasiewet (2002) > ‘Els Borst was mijn opvolgster als minister van Volksgezondheid. Mijn feitelijke betrokkenheid bij de totstandkoming van de wet was dus nul, want je bemoeide je niet met het werk van je opvolgster. In die tijd zat ik bovendien in het Europees Parlement. Maar zo’n wet komt natuurlijk niet in een korte periode tot stand: ambtenaren waren daar ook in mijn tijd al mee bezig.

Ik was voorstander van de euthanasiewet, maar had er ook kritiek op. De abortuswet was niet 100 procent wat wij wilden, met die vijf dagen bedenktijd, maar abortus was in ieder geval gelegaliseerd. Het was uit pragmatisme dat ik voor die wet was.

Bij de euthanasiewet was dat hetzelfde. Wat uiteindelijk door de Kamer werd aangenomen, was “op-weg-naar-zelfbeschikking” maar het stond er nog ver vanaf. Mijn bezwaar tegen de wet was dat euthanasie en hulp bij zelfdoding in het Wetboek van Strafrecht bleven. Alleen onder bepaalde voorwaarden mocht het, maar in alle andere gevallen bleef het strafbaar.

Ik ben blij dat euthanasie in ieder geval mogelijk is gemaakt. Nu ik zelf oud ben, zie ik om me heen dat de wet nog lang niet voldoende wordt benut en toegepast in de praktijk. Onlangs nog, bij een 92-jarige vriendin: ze wilde heel graag euthanasie, was al jarenlang lid van de NVVE en de Coöperatie Laatste Wil, had alle brochures en formulieren op tafel liggen. Maar ze trof een jonge arts die haar ompraatte om toch voor palliatieve sedatie te kiezen, want dat was toch een veel beter alternatief?! Ze heeft vijf dagen liggen worstelen voor ze doodging, mensonterend.’

Initiatiefgroep Uit Vrije Wil (2010) > ‘In 2010 heb ik de handtekeningenactie van Uit Vrije Wil gesteund, opgezet door Yvonne van Baarle (de actie verwierf in korte tijd 117.000 handtekeningen, red.). Daarmee kwam het onderwerp zelfbeschikking aan het einde van het leven opnieuw op de politieke agenda. Het was vanuit dat feministische oergevoel dat ik daarvoor wilde strijden.

Met een kleine club, van onder andere Eugène Sutorius, Eylard van Hall en Dick Swaab, hebben we toen over een wetsvoorstel gesproken dat ouderen die hun leven voltooid vinden, het recht geeft om het te mogen beëindigen. We vonden dat het tijd was om iets wat fundamenteel verkeerd zit – een wet waarin zelfbeschikking nog steeds strafbaar is –, te wijzigen. De onderzoeken van Paul Schnabel en later die van Els van Wijngaarden – die eigenlijk zeiden: de wet functioneert uitstekend – hebben die discussie in de kiem gesmoord. Dat vind ik nog steeds onbegrijpelijk.’

Vrije kwesties > ‘Dat in het regeerakkoord zowel het afschaffen van de vijf dagen bedenktijd als het wetsvoorstel Voltooid Leven tot vrije kwesties* zijn benoemd, begrijp ik wel. Meer zat er niet in. Het zijn on-afgehandelde zaken. Of de voorstellen het zullen halen is nog maar zeer de vraag, ik heb er weinig vertrouwen in.

En zo doet de maatschappij nu ook alweer bijna een halve eeuw over een wet voltooid leven, terwijl het draagvlak ervoor heel groot is. Maar ja, zo gaat het: als je wetten wilt veranderen, moet je niet uit zijn op snel succes. Ik laat het onderwerp in elk geval niet los, en velen met mij.’

*Een ‘vrije kwestie’ betekent dat Kamerleden een eigen, individuele afweging mogen maken bij het stemmen.

Recht op zelfbeschikking > ‘Als je in God gelooft, zal je het woord “zelfbeschikking” niet zo gauw in de mond nemen. Want: de mens wikt en God beschikt. Ben je niet gelovig, zoals ik, dan wik én beschik je zelf. Dat is niet alleen een pas naar vrijheid, daar hoort ook een verantwoordelijkheid bij. Het overgrote deel van de vrouwen die een abortus krijgen, wikt lang en kan de verantwoordelijkheid van zo’n beslissing dragen. Belachelijk dus dat daar nog steeds vijf dagen bedenktijd voor nodig zijn. 
Aan het einde van het leven geldt hetzelfde, ook daarover moet je zelf kunnen beschikken, zelf kunnen bepalen of het genoeg is geweest, of je het leven voldoende hebt geleefd, eruit hebt gehaald wat er voor je in zat. En bij die beslissing houd je rekening met de mensen om je heen; dat hoort bij zelfbeschikking.’


Oprichting Man Vrouw Maatschappij, samen met Joke Smit (1968) > ‘Zelfbeschikking en zelfontplooiing waren de twee pilaren onder het feminisme en de tweede emancipatiegolf. Wij vonden dat de enorme achterstand van vrouwen moest worden ingehaald. In een democratische samenleving, in een rijk en welvarend land als Nederland, zouden er op kernpunten niet zulke grote verschillen tussen mannen en vrouwen mogen bestaan; verschil in inkomen en betaald werk – als gehuwde vrouw en zeker als moeder behoorde je niet te werken –, verschil in kennis en opleiding en verschil in macht. 
Toch was het belangrijkste punt voor ons iets anders: een eerlijker samenleving, waarin het betaalde én onbetaalde werk gelijk over mannen en vrouwen zou zijn verdeeld. Een samenleving waarin mannen en vrouwen evenveel tijd aan betaald werk én aan privé-taken zouden besteden. Daarvoor had je dus ook de mannen nodig. 
Huib Drion was een van de eerste mannelijke leden van MVM. Zijn idee van zelfbeschikking aan het einde van het leven vonden wij in die jaren zeventig – ook al waren we er als jonge vrouwen nog helemaal niet mee bezig – volkomen vanzelfsprekend. Het idee heeft me nooit meer losgelaten.’