Tine Aerts in de regiestoel

LEEFTIJD
65

Woonplaats
hilversum                         

Werk
zelfstandig reisorganisator    

Privé
getrouwd, 2 kinderen, 
1 kleinkind   

Lid van de NVVE
sinds 2020

Oersterk

‘Achteraf heeft mijn moeder tien jaar te lang geleefd. Op haar eenentachtigste kreeg ze een herseninfarct, van het ene op het andere moment was ze ontoerekeningsvatbaar. Nooit hadden we hierop gerekend. Ze stamde af van een oersterk geslacht van levenslustige honderdjarigen en dat leek ze met gemak te evenaren. Dus toen ze me op een dag totaal verward opbelde, wist ik niet wat me overkwam. Dit was mijn moeder niet.’

Een hoopje ellende

‘Na een revalidatie van vier maanden mocht ze weer naar huis. Snel bleek dat ze zich niet meer zelfstandig kon redden. “Nooit wil ik naar een verzorgingshuis”, heeft ze altijd geroepen. Ze had ergens een euthanasieverzoek, maar dat heb ik niet gevonden. In het begin vond ze nog enigszins haar draai op haar nieuwe plek en lang behield ze haar humor, maar de laatste jaren waren ronduit verdrietig. Ze onthield niets meer, kreeg borstkanker, ging dwalen, brak haar heup, ze was een hoopje ellende. De artsen in zorgcentra wisselen om de haverklap, weet ik inmiddels, en telkens als er een nieuwe kwam, had ik weer een gesprek als het slecht met haar ging. Dan benadrukte ik dat wij haar leed wilden besparen en dat mijn moeder haar leven niet had willen verlengen. Maar ja, dan kreeg ik het standaardantwoord dat haar situatie nog niet uitzichtloos genoeg was.’

Onwaardig

‘Op een ochtend had ze zoveel pijn, ze schreeuwde het uit. Volgens de arts was haar stervensfase aangebroken. Zodra wij kwamen zou er gestart worden met morfine, alleen bleek de dosering te laag. Uren heeft ze nog liggen creperen, maar er was geen arts te bekennen die haar lijden kon verlichten en de verpleegkundige mocht niets doen zonder toestemming van een dokter. Pas na aandringen van mijn dochter, die zelf arts is, kreeg mijn moeder meer morfine. 
Huilend hebben we aan het bed gestaan tot ze eindelijk rustig was. Die nacht is ze in haar slaap overleden.
De zorg in het verpleeghuis was fantastisch, maar het einde was onwaardig. Woest ben ik er nog over, dat moet toch anders kunnen? De euthanasiewet is een uitkomst voor ongeneeslijk zieke mensen die bij hun volle verstand zijn. Maar de wilsonbekwamen hebben er weinig aan en dat baart me grote zorgen.’

LEEFTIJD
65

Woonplaats
hilversum                         

Werk
zelfstandig reisorganisator    

Privé
getrouwd, 2 kinderen, 

1 kleinkind  

Lid van de NVVE
sinds 2020

Tine Aerts in de regiestoel

Oersterk

‘Achteraf heeft mijn moeder tien jaar te lang geleefd. Op haar eenentachtigste kreeg ze een herseninfarct, van het ene op het andere moment was ze ontoerekeningsvatbaar. Nooit hadden we hierop gerekend. Ze stamde af van een oersterk geslacht van levenslustige honderdjarigen en dat leek ze met gemak te evenaren. Dus toen ze me op een dag totaal verward opbelde, wist ik niet wat me overkwam. Dit was mijn moeder niet.’

Een hoopje ellende

‘Na een revalidatie van vier maanden mocht ze weer naar huis. Snel bleek dat ze zich niet meer zelfstandig kon redden. “Nooit wil ik naar een verzorgingshuis”, heeft ze altijd geroepen. Ze had ergens een euthanasieverzoek, maar dat heb ik niet gevonden. In het begin vond ze nog enigszins haar draai op haar nieuwe plek en lang behield ze haar humor, maar de laatste jaren waren ronduit verdrietig. Ze onthield niets meer, kreeg borstkanker, ging dwalen, brak haar heup, ze was een hoopje ellende. De artsen in zorgcentra wisselen om de haverklap, weet ik inmiddels, en telkens als er een nieuwe kwam, had ik weer een gesprek als het slecht met haar ging. Dan benadrukte ik dat wij haar leed wilden besparen en dat mijn moeder haar leven niet had willen verlengen. Maar ja, dan kreeg ik het standaardantwoord dat haar situatie nog niet uitzichtloos genoeg was.’

Onwaardig

‘Op een ochtend had ze zoveel pijn, ze schreeuwde het uit. Volgens de arts was haar stervensfase aangebroken. Zodra wij kwamen zou er gestart worden met morfine, alleen bleek de dosering te laag. Uren heeft ze nog liggen creperen, maar er was geen arts te bekennen die haar lijden kon verlichten en de verpleegkundige mocht niets doen zonder toestemming van een dokter. Pas na aandringen van mijn dochter, die zelf arts is, kreeg mijn moeder meer morfine. 
Huilend hebben we aan het bed gestaan tot ze eindelijk rustig was. Die nacht is ze in haar slaap overleden.
De zorg in het verpleeghuis was fantastisch, maar het einde was onwaardig. Woest ben ik er nog over, dat moet toch anders kunnen? De euthanasiewet is een uitkomst voor ongeneeslijk zieke mensen die bij hun volle verstand zijn. Maar de wilsonbekwamen hebben er weinig aan en dat baart me grote zorgen.’