Foto: Stijn Rademakers

Voorzitter Regionale Toetsingscommissie Zuid-Holland en Zeeland:

‘Wij passen niet onze eigen normen toe, wij toetsen de wet’  

Euthanasiemeldingen en onzorgvuldige uitvoeringen

2021        7666        7 

2020       6938        2 

2019        6361         4 

2018        6126         6 

2017        6585        12

Regionale Toetsingscommissies Euthanasie

De RTE kent vijf regionale toetsingscommissies waarin vijftien – juridisch onderlegde – voorzitters, vijftien artsen en vijftien ethici rouleren. Jaarlijks vergadert iedereen live drie tot vier keer in een toetsingscommissie. De online beoordelingen gaan het hele jaar door. Bij alle beoordelingen zijn alle drie disciplines betrokken. Iedereen mag maximaal acht jaar lid zijn. Vorig jaar werden ruim 400 van alle 7666 euthanasiemeldingen in een commissievergadering getoetst. Zeven meldingen kregen na schriftelijke vragen en een gesprek met de uitvoerende arts het stempel ‘onzorgvuldig’. Deze zaken zijn doorgeleid naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het Openbaar Ministerie. Deze instanties bepalen of er sprake is van gevaar voor de gezondheidszorg of van strafrechtelijke verwijtbaarheid. De praktijk leert dat het OM zelden overgaat tot strafrechtelijke vervolging. Tot nu toe zijn vijf van de zeven zaken uit 2021 geseponeerd. De andere twee zijn nog niet behandeld.

Het is voor een arts een indrukwekkende gebeurtenis als hij of zij een melding moet komen toelichten. ‘Je ziet mensen soms heel gespannen binnenkomen’, vertelt Schrijver. Dat geldt overigens minder voor artsen die voor het Expertisecentrum Euthanasie werken. Tomesen: ‘Die hebben bij het E xpertisecentrum al moeten uitleggen waarom zij achter een euthanasieverzoek staan. Hun verslagen zijn goed onderbouwd. Maar voor een gewone huisarts is het heel ingrijpend. Daarom doe ik ontzettend mijn best om zo respectvol mogelijk te zijn en voor een ontspannen setting te zorgen.’

‘Ik heb al een paar keer gebeld met artsen en dan hoor je dat iemand schrikt als je zegt dat je namens de rte belt’, vertelt De Klerk. Ze snapt dat volkomen. ‘Euthanasie is al zo ingrijpend en dan word je achteraf getoetst en beoordeeld. Dat moet én kan ook niet anders, maar dat maakt het wel extra spannend.’ Tomesen nadrukkelijk: ‘Een gesprek met ons is geen verhoor, maar een dialoog waarin wij hopen meer te horen over de overwegingen van een arts.’

De drie hebben zich voor de zitting van vanochtend door stapels papier heen gewerkt. Tomesen vertelt liefdevol over hoe de doden voor hem gaan leven. ‘De gespreksverslagen van scen-artsen zijn soms prachtige minibiografietjes.’ Filmpjes waarin mensen hun lijden duidelijk willen maken, hebben ze tot nu toe niet nodig gehad om tot een oordeel te komen. Schrijver: ‘We nemen kennis van het hele dossier en lezen de wilsverklaring als die er is. Al is een wilsverklaring alleen niet voldoende om tot de conclusie te komen dat een euthanasie zorgvuldig is verlopen. Wij willen weten hoe een arts tot de overtuiging is gekomen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek en van ondraaglijk lijden.’ De drie spellen de uitleg en toelichting die artsen op papier zetten. Als dat summier is gebeurd, hebben ze vragen. ‘Eigenlijk is over elk van de zes zorgvuldigheidseisen weleens twijfel’, vertelt Schrijver. ‘Het is niet zo dat de ene eis vaker tot vragen leidt dan de andere.’

Omdat ze alle drie een andere achtergrond hebben, stellen ze andere vragen. Ze werken altijd in wisselende samenstellingen in hun regiocommissie. ‘Dat is om tunnelvisie te voorkomen’, weet Tomesen. Als ze over hun werk praten, zijn ze enthousiast. Betrokken. ‘Ik ben altijd benieuwd of de anderen dezelfde vragen hebben als ik’, vertelt Schrijver. ‘Er is altijd wel iemand die nog een kanttekening heeft. Of die iets heeft gezien wat de ander niet heeft gezien’, vult Tomesen aan. Dat is inspirerend. Prikkelt de geest. De drie stemmen nooit over een zaak. Ze bereiken altijd consensus. Tomesen: ‘Je hebt anderen nodig om andere invalshoeken te zien en bij de les te blijven. Zo voorkom je dat je je eigen normen gaat toepassen.’

In commissie­bijeen­komsten worden alleen euthanasiemeldingen besproken waar vragen over zijn. Alle andere meldingen worden binnen zo’n dertig dagen geselecteerd door een secretaris en daarna online beoordeeld door een commissie waarin ook altijd een jurist, een ethicus en een arts zitten. Als die beoordeling toch vragen oproept, gaat de zaak alsnog naar een commissiebijeenkomst.

De meldingen van euthanasie bij psychiatrische patiënten en diep dementerende mensen worden sowieso altijd in een commissievergadering besproken. In het laatste geval wordt de arts standaard uitgenodigd voor een toelichting. ‘We willen weten hoe de arts heeft geconstateerd of er sprake was van ondraaglijk lijden en hoe het zat met de wilsbekwaamheid. En of de patiënt weet had van redelijke alternatieven. Niet omdat wij vinden dat die bestaan, maar omdat we willen weten of die persoon op de hoogte was van bijvoorbeeld een plek in een verpleeghuis. Als een patiënt zo’n alternatief heeft afgewezen, is dat prima. Maar hij of zij moet er wel bewust van zijn geweest dat er een alternatief wás’, vertelt Schrijver.

‘Voorheen werd een arts die een duo-euthanasie had uitgevoerd, dus waar een echtpaar tegelijkertijd overleed, ook meestal voor een gesprek uitgenodigd’, vertelt Tomesen. ‘Nu niet meer. De ervaring leert dat vrijwel altijd zowel de melding van de vrouw als de man aan de zorgvuldigheidsnormen voldoet en beiden een verschillende scen-arts hebben gezien. Kortom, dat de euthanasie gewoon volgens de regels is gebeurd. Misschien dat dit bij euthanasiemeldingen van mensen die diep dement zijn, in de toekomst ook zo zal gaan. Want als alle artsen de regels goed kennen en daarnaar handelen, is een extra toelichting niet meer nodig.’

Ingrijpend

‘Wij passen in deze zaken niet onze eigen normen toe’, benadrukt Tomesen meermaals. ‘Wij toetsen of een arts aan de zorgvuldigheidseisen heeft voldaan en volgens de EuthanasieCode heeft gehandeld.’ Die code, in 2020 voor het laatst door de rte bijgewerkt, helpt artsen om hun afwegingen en beslissingen te toetsen en goed te onderbouwen. Daarnaast is de code bedoeld om de oordelen van de commissieleden te harmoniseren zodat de rechtseenheid en de rechtszekerheid van artsen worden gewaarborgd.

Het toepassen van de zorgvuldigheidsnormen, zoals die in de EuthanasieCode zijn uitgewerkt, gaat niet altijd goed. Soms omdat een arts onvoldoende op de hoogte is van de code, soms omdat een toelichting van een arts voor meerdere uitleg vatbaar is en vragen oproept, of simpelweg door stress. De Klerk: ‘Ik kan niet genoeg benadrukken dat het ongelofelijk ingrijpend is om een euthanasieverzoek in te willigen. Je moet jezelf overtuigen van de consistente wens, de scen-arts vragen, een infuus inbrengen, de medicatie apart regelen en in een ziekenhuis moet ook de forensisch geneeskundige op de hoogte zijn. Dat zijn veel stappen, dan kun je weleens iets vergeten. En je andere werk gaat gewoon door.’

Geen verhoor   
Redelijke alternatieven 

‘Euthanasie is al zo ingrijpend en dan word je achteraf getoetst en beoordeeld. Dat moet én kan ook niet anders, maar dat maakt het wel extra spannend’ 

In een onpersoonlijke kantoorruimte in Utrecht, waar de ramen zijn afgeschermd voor de zon en een enorme tafel bijna de hele ruimte vult, zitten ethicus Laurien Schrijver en jurist en voorzitter Tomesen. Voor hen een laptop met zicht op arts Gerty de Klerk. Zij doet mee via Webex omdat zij zo dienst heeft. Schrijver nuchter: ‘Online vergaderen scheelt enorm veel reistijd, zo heeft de coronacrisis ons geleerd.’

De drie hebben net een commissiebijeenkomst gehad. Ze bespraken in zo’n vijf kwartier zeven euthanasiemeldingen die vragen oproepen, de zogeheten vo-meldingen in RTE-jargon. Ik mocht daar vanwege privacyredenen niet bij zijn, en ook omdat de commissieleden niet gewend zijn aan een meekijkende journalist. Wel willen ze na afloop meer vertellen over hun werk, hun afwegingen, hun zienswijzen en ervaringen.

Euthanasie kan alleen bestaan omdat de RTE’s (Regionale Toetsingscommissies Euthanasie) bestaan, stellen drie leden van de Regiocommissie Zuid-Holland en Zeeland. ‘Wij kijken namens de samenleving met de arts mee zodat het vertrouwen in het euthanasiesysteem blijft bestaan’, verklaart voorzitter Wilbert Tomesen. • Marloes Elings

Foto: Stijn Rademakers

‘Wij passen niet onze eigen normen toe, wij toetsen de wet’  

Voorzitter Regionale Toetsingscommissie Zuid-Holland en Zeeland:

Euthanasiemeldingen en onzorgvuldige uitvoeringen

2021        7666        7 

2020       6938        2 

2019        6361         4 

2018        6126         6 

2017        6585        12

De RTE kent vijf regionale toetsingscommissies waarin vijftien – juridisch onderlegde – voorzitters, vijftien artsen en vijftien ethici rouleren. Jaarlijks vergadert iedereen live drie tot vier keer in een toetsingscommissie. De online beoordelingen gaan het hele jaar door. Bij alle beoordelingen zijn alle drie disciplines betrokken. Iedereen mag maximaal acht jaar lid zijn. Vorig jaar werden ruim 400 van alle 7666 euthanasiemeldingen in een commissievergadering getoetst. Zeven meldingen kregen na schriftelijke vragen en een gesprek met de uitvoerende arts het stempel ‘onzorgvuldig’. Deze zaken zijn doorgeleid naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het Openbaar Ministerie. Deze instanties bepalen of er sprake is van gevaar voor de gezondheidszorg of van strafrechtelijke verwijtbaarheid. De praktijk leert dat het OM zelden overgaat tot strafrechtelijke vervolging. Tot nu toe zijn vijf van de zeven zaken uit 2021 geseponeerd. De andere twee zijn nog niet behandeld.

Regionale Toetsingscommissies Euthanasie

Het is voor een arts een indrukwekkende gebeurtenis als hij of zij een melding moet komen toelichten. ‘Je ziet mensen soms heel gespannen binnenkomen’, vertelt Schrijver. Dat geldt overigens minder voor artsen die voor het Expertisecentrum Euthanasie werken. Tomesen: ‘Die hebben bij het E xpertisecentrum al moeten uitleggen waarom zij achter een euthanasieverzoek staan. Hun verslagen zijn goed onderbouwd. Maar voor een gewone huisarts is het heel ingrijpend. Daarom doe ik ontzettend mijn best om zo respectvol mogelijk te zijn en voor een ontspannen setting te zorgen.’

‘Ik heb al een paar keer gebeld met artsen en dan hoor je dat iemand schrikt als je zegt dat je namens de rte belt’, vertelt De Klerk. Ze snapt dat volkomen. ‘Euthanasie is al zo ingrijpend en dan word je achteraf getoetst en beoordeeld. Dat moet én kan ook niet anders, maar dat maakt het wel extra spannend.’ Tomesen nadrukkelijk: ‘Een gesprek met ons is geen verhoor, maar een dialoog waarin wij hopen meer te horen over de overwegingen van een arts.’

De drie hebben zich voor de zitting van vanochtend door stapels papier heen gewerkt. Tomesen vertelt liefdevol over hoe de doden voor hem gaan leven. ‘De gespreksverslagen van scen-artsen zijn soms prachtige minibiografietjes.’ Filmpjes waarin mensen hun lijden duidelijk willen maken, hebben ze tot nu toe niet nodig gehad om tot een oordeel te komen. Schrijver: ‘We nemen kennis van het hele dossier en lezen de wilsverklaring als die er is. Al is een wilsverklaring alleen niet voldoende om tot de conclusie te komen dat een euthanasie zorgvuldig is verlopen. Wij willen weten hoe een arts tot de overtuiging is gekomen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek en van ondraaglijk lijden.’ De drie spellen de uitleg en toelichting die artsen op papier zetten. Als dat summier is gebeurd, hebben ze vragen. ‘Eigenlijk is over elk van de zes zorgvuldigheidseisen weleens twijfel’, vertelt Schrijver. ‘Het is niet zo dat de ene eis vaker tot vragen leidt dan de andere.’

Omdat ze alle drie een andere achtergrond hebben, stellen ze andere vragen. Ze werken altijd in wisselende samenstellingen in hun regiocommissie. ‘Dat is om tunnelvisie te voorkomen’, weet Tomesen. Als ze over hun werk praten, zijn ze enthousiast. Betrokken. ‘Ik ben altijd benieuwd of de anderen dezelfde vragen hebben als ik’, vertelt Schrijver. ‘Er is altijd wel iemand die nog een kanttekening heeft. Of die iets heeft gezien wat de ander niet heeft gezien’, vult Tomesen aan. Dat is inspirerend. Prikkelt de geest. De drie stemmen nooit over een zaak. Ze bereiken altijd consensus. Tomesen: ‘Je hebt anderen nodig om andere invalshoeken te zien en bij de les te blijven. Zo voorkom je dat je je eigen normen gaat toepassen.’

Geen verhoor   

In commissie­bijeen­komsten worden alleen euthanasiemeldingen besproken waar vragen over zijn. Alle andere meldingen worden binnen zo’n dertig dagen geselecteerd door een secretaris en daarna online beoordeeld door een commissie waarin ook altijd een jurist, een ethicus en een arts zitten. Als die beoordeling toch vragen oproept, gaat de zaak alsnog naar een commissiebijeenkomst.

De meldingen van euthanasie bij psychiatrische patiënten en diep dementerende mensen worden sowieso altijd in een commissievergadering besproken. In het laatste geval wordt de arts standaard uitgenodigd voor een toelichting. ‘We willen weten hoe de arts heeft geconstateerd of er sprake was van ondraaglijk lijden en hoe het zat met de wilsbekwaamheid. En of de patiënt weet had van redelijke alternatieven. Niet omdat wij vinden dat die bestaan, maar omdat we willen weten of die persoon op de hoogte was van bijvoorbeeld een plek in een verpleeghuis. Als een patiënt zo’n alternatief heeft afgewezen, is dat prima. Maar hij of zij moet er wel bewust van zijn geweest dat er een alternatief wás’, vertelt Schrijver.

‘Voorheen werd een arts die een duo-euthanasie had uitgevoerd, dus waar een echtpaar tegelijkertijd overleed, ook meestal voor een gesprek uitgenodigd’, vertelt Tomesen. ‘Nu niet meer. De ervaring leert dat vrijwel altijd zowel de melding van de vrouw als de man aan de zorgvuldigheidsnormen voldoet en beiden een verschillende scen-arts hebben gezien. Kortom, dat de euthanasie gewoon volgens de regels is gebeurd. Misschien dat dit bij euthanasiemeldingen van mensen die diep dement zijn, in de toekomst ook zo zal gaan. Want als alle artsen de regels goed kennen en daarnaar handelen, is een extra toelichting niet meer nodig.’

‘Wij passen in deze zaken niet onze eigen normen toe’, benadrukt Tomesen meermaals. ‘Wij toetsen of een arts aan de zorgvuldigheidseisen heeft voldaan en volgens de EuthanasieCode heeft gehandeld.’ Die code, in 2020 voor het laatst door de rte bijgewerkt, helpt artsen om hun afwegingen en beslissingen te toetsen en goed te onderbouwen. Daarnaast is de code bedoeld om de oordelen van de commissieleden te harmoniseren zodat de rechtseenheid en de rechtszekerheid van artsen worden gewaarborgd.

Het toepassen van de zorgvuldigheidsnormen, zoals die in de EuthanasieCode zijn uitgewerkt, gaat niet altijd goed. Soms omdat een arts onvoldoende op de hoogte is van de code, soms omdat een toelichting van een arts voor meerdere uitleg vatbaar is en vragen oproept, of simpelweg door stress. De Klerk: ‘Ik kan niet genoeg benadrukken dat het ongelofelijk ingrijpend is om een euthanasieverzoek in te willigen. Je moet jezelf overtuigen van de consistente wens, de scen-arts vragen, een infuus inbrengen, de medicatie apart regelen en in een ziekenhuis moet ook de forensisch geneeskundige op de hoogte zijn. Dat zijn veel stappen, dan kun je weleens iets vergeten. En je andere werk gaat gewoon door.’

Ingrijpend

In een onpersoonlijke kantoorruimte in Utrecht, waar de ramen zijn afgeschermd voor de zon en een enorme tafel bijna de hele ruimte vult, zitten ethicus Laurien Schrijver en jurist en voorzitter Tomesen. Voor hen een laptop met zicht op arts Gerty de Klerk. Zij doet mee via Webex omdat zij zo dienst heeft. Schrijver nuchter: ‘Online vergaderen scheelt enorm veel reistijd, zo heeft de coronacrisis ons geleerd.’

De drie hebben net een commissiebijeenkomst gehad. Ze bespraken in zo’n vijf kwartier zeven euthanasiemeldingen die vragen oproepen, de zogeheten vo-meldingen in RTE-jargon. Ik mocht daar vanwege privacyredenen niet bij zijn, en ook omdat de commissieleden niet gewend zijn aan een meekijkende journalist. Wel willen ze na afloop meer vertellen over hun werk, hun afwegingen, hun zienswijzen en ervaringen.

Redelijke alternatieven 

Euthanasie kan alleen bestaan omdat de RTE’s (Regionale Toetsingscommissies Euthanasie) bestaan, stellen drie leden van de Regiocommissie Zuid-Holland en Zeeland. ‘Wij kijken namens de samenleving met de arts mee zodat het vertrouwen in het euthanasiesysteem blijft bestaan’, verklaart voorzitter Wilbert Tomesen. • Marloes Elings