FOTO: FRANK RUITER

PROVOCEREN

Uiteraard vraagt Ko zijn respondenten ook wat ze vinden van de term ‘dor hout’. Columniste Marianne Zwagerman bezigde dat woord in coronatijd, om aan te geven dat ouderen als laatste gevaccineerd zouden moeten worden. ‘De reacties erop liepen enorm uiteen. Iemand zei in ieder geval nooit een boek te zullen kopen met die titel. Ik mag graag provoceren, dus koos ik er toch voor. Toen Zwagerman die uitspraak deed, moest ik er ineens een mening over vormen. Ik was er in het geheel niet door beledigd. Er is best iets voor te zeggen om de 65-plussers de laatste in de rij te laten zijn bij vaccinaties en operaties. Maar het brengt lastige keuzes met zich mee. Krijgt een jonger iemand die een pakje sigaretten per dag rookt dan voorrang boven een gezonde bejaarde? En je hebt ook jonge mensen die al dor hout zijn. Gaan die ook voor? Je moet als arts dan voor God gaan spelen en dat is lastig, want die bestaat niet. Nee, ik zie niet hoe dat moet gaan werken.’ 

Ko had overigens ook nog een andere titel in gedachten: Het badeendje. ‘Iemand had een mooie beeldspraak: je kunt gedachten die je niet wilt hebben wel wegdrukken. Maar net als een badeendje komt het uiteindelijk altijd weer met een grote vaart naar boven zetten. Daarom geloof ik toch wel dat het goed is om over de dood te praten. Dor hout was uiteindelijk een betere titel: iedereen weet dan meteen waar je het over hebt. Of je er nu beledigd door bent of niet.’ •

POSITIEF

Iets anders wat hem opviel was hoeveel mensen aangaven positief te zijn over hun leven. ‘De grote wereldproblemen kwamen nauwelijks aan bod. Nou ben ik daar zelf ook nauwelijks mee bezig, maar in de media is bijvoorbeeld het klimaat natuurlijk wel een hot item. Dus het verbaasde me wel.’ De meeste 65-plussers uit Ko’s omgeving kunnen blijkbaar genieten van het leven. Als ze een partner hebben verloren is dat vanzelfsprekend verdrietig. Maar de meerderheid kijkt terug op een mooi leven. ‘Dat geldt ook voor mij. Ik mopper wat af, maar ik heb eigenlijk een geweldig leven. Een stel vertelt over hun verliefdheid kort nadat ze beiden hun partners verloren. Ze konden én knetterverliefd zijn én het verdriet over hun overleden geliefden delen. Dat is een troostrijk verhaal, toch? Want dat hoop je natuurlijk wel, dat mensen troost uit het boek kunnen putten.’ 

Zelf haalt hij veel troost uit poëzie en muziek. ‘Daarom heb ik mensen ook gevraagd welk kunstwerk de dood het best voor hen uitbeeldt. Dat heeft een indrukwekkende lijst opgeleverd, die ik achterin het boek heb opgenomen. Een aantal kunstwerken is ook te zien in het boek. Een recensent noemde het een nogal willekeurige keuze. Tja, ik ga natuurlijk niet over wat mensen me opstuurden. En vervolgens had ik bovendien te maken met rechten. Je kunt niet alles zomaar in een boek gebruiken. Er zitten prachtige kunstwerken tussen, vind ik. Zelf heb ik er stiekem een gedicht van Kopland tussen gevoegd.’ 

'Ik wilde mijn eigen opvattingen graag toetsen aan die van anderen. Ik kwam erachter dat lang niet iedereen er zo mee bezig is als ik’, vertelt hij. ‘Dat vond ik verrassend. Het is zo’n allesomvattend onderwerp. Je hebt het leven, de dood, en misschien nog de liefde. Dat is het wel zo’n beetje. Ik vind het wonderlijk als je dan kunt zeggen dat je zelden of nooit je gedachten laat gaan over een van die drie grote thema’s. Toch gold dat voor aardig wat van de mensen die ik bevraagd heb. Natuurlijk zijn er mensen die er gewoon niet over wíllen praten. Daar heb ik geen enkel bezwaar tegen. Veel mensen gaven aan dat áls ze al bang waren voor de dood, dan toch eigenlijk vooral voor het mogelijke lijden dat eraan vooraf kan gaan. Die angst deel ik, maar bij mij gaat het ook echt over het er niet meer zijn. Niet nog een boekie kunnen schrijven, bijvoorbeeld. Of iemand nooit meer kunnen zien. Dat vind ik een onbegrijpelijk idee. Het is overigens niet zo dat ik het leven nu zo vreselijk leuk vind, maar het is alles wat je hebt.’ 

Twee mannen laten Ko weten dat ze liever niet geboren waren. ‘Dat is een gedachte die ik deel. Maar goed, ik ben er. En nu wil ik er niet meer vanaf, van het leven. Ik realiseer me dat er niets rationeels is aan hoe ik hier over denk.’

Ko van Geemert (1950) is bang voor de dood. ‘Het is een onderwerp waar ik het niet snel over heb met vrienden in de kroeg, maar ik was benieuwd of die angst een veelvoorkomend verschijnsel is onder mijn leeftijdsgenoten.’ Dus besloot hij vragen rond te mailen aan ongeveer alle vijfenzestigplussers die hij kende. Het resulteerde in zijn boek: Dor hout – Bespiegelingen van 65-plussers over oud(er) worden en doodgaan.  • Martien Versteegh 

‘DE GEDACHTE ER NIET MEER TE ZIJN, VIND IK VRESELIJK’

FOTO: FRANK RUITER

PROVOCEREN

Uiteraard vraagt Ko zijn respondenten ook wat ze vinden van de term ‘dor hout’. Columniste Marianne Zwagerman bezigde dat woord in coronatijd, om aan te geven dat ouderen als laatste gevaccineerd zouden moeten worden. ‘De reacties erop liepen enorm uiteen. Iemand zei in ieder geval nooit een boek te zullen kopen met die titel. Ik mag graag provoceren, dus koos ik er toch voor. Toen Zwagerman die uitspraak deed, moest ik er ineens een mening over vormen. Ik was er in het geheel niet door beledigd. Er is best iets voor te zeggen om de 65-plussers de laatste in de rij te laten zijn bij vaccinaties en operaties. Maar het brengt lastige keuzes met zich mee. Krijgt een jonger iemand die een pakje sigaretten per dag rookt dan voorrang boven een gezonde bejaarde? En je hebt ook jonge mensen die al dor hout zijn. Gaan die ook voor? Je moet als arts dan voor God gaan spelen en dat is lastig, want die bestaat niet. Nee, ik zie niet hoe dat moet gaan werken.’ 

Ko had overigens ook nog een andere titel in gedachten: Het badeendje. ‘Iemand had een mooie beeldspraak: je kunt gedachten die je niet wilt hebben wel wegdrukken. Maar net als een badeendje komt het uiteindelijk altijd weer met een grote vaart naar boven zetten. Daarom geloof ik toch wel dat het goed is om over de dood te praten. Dor hout was uiteindelijk een betere titel: iedereen weet dan meteen waar je het over hebt. Of je er nu beledigd door bent of niet.’ •

POSITIEF

Iets anders wat hem opviel was hoeveel mensen aangaven positief te zijn over hun leven. ‘De grote wereldproblemen kwamen nauwelijks aan bod. Nou ben ik daar zelf ook nauwelijks mee bezig, maar in de media is bijvoorbeeld het klimaat natuurlijk wel een hot item. Dus het verbaasde me wel.’ De meeste 65-plussers uit Ko’s omgeving kunnen blijkbaar genieten van het leven. Als ze een partner hebben verloren is dat vanzelfsprekend verdrietig. Maar de meerderheid kijkt terug op een mooi leven. ‘Dat geldt ook voor mij. Ik mopper wat af, maar ik heb eigenlijk een geweldig leven. Een stel vertelt over hun verliefdheid kort nadat ze beiden hun partners verloren. Ze konden én knetterverliefd zijn én het verdriet over hun overleden geliefden delen. Dat is een troostrijk verhaal, toch? Want dat hoop je natuurlijk wel, dat mensen troost uit het boek kunnen putten.’ 

Zelf haalt hij veel troost uit poëzie en muziek. ‘Daarom heb ik mensen ook gevraagd welk kunstwerk de dood het best voor hen uitbeeldt. Dat heeft een indrukwekkende lijst opgeleverd, die ik achterin het boek heb opgenomen. Een aantal kunstwerken is ook te zien in het boek. Een recensent noemde het een nogal willekeurige keuze. Tja, ik ga natuurlijk niet over wat mensen me opstuurden. En vervolgens had ik bovendien te maken met rechten. Je kunt niet alles zomaar in een boek gebruiken. Er zitten prachtige kunstwerken tussen, vind ik. Zelf heb ik er stiekem een gedicht van Kopland tussen gevoegd.’ 

'Ik wilde mijn eigen opvattingen graag toetsen aan die van anderen. Ik kwam erachter dat lang niet iedereen er zo mee bezig is als ik’, vertelt hij. ‘Dat vond ik verrassend. Het is zo’n allesomvattend onderwerp. Je hebt het leven, de dood, en misschien nog de liefde. Dat is het wel zo’n beetje. Ik vind het wonderlijk als je dan kunt zeggen dat je zelden of nooit je gedachten laat gaan over een van die drie grote thema’s. Toch gold dat voor aardig wat van de mensen die ik bevraagd heb. Natuurlijk zijn er mensen die er gewoon niet over wíllen praten. Daar heb ik geen enkel bezwaar tegen. Veel mensen gaven aan dat áls ze al bang waren voor de dood, dan toch eigenlijk vooral voor het mogelijke lijden dat eraan vooraf kan gaan. Die angst deel ik, maar bij mij gaat het ook echt over het er niet meer zijn. Niet nog een boekie kunnen schrijven, bijvoorbeeld. Of iemand nooit meer kunnen zien. Dat vind ik een onbegrijpelijk idee. Het is overigens niet zo dat ik het leven nu zo vreselijk leuk vind, maar het is alles wat je hebt.’ 

Twee mannen laten Ko weten dat ze liever niet geboren waren. ‘Dat is een gedachte die ik deel. Maar goed, ik ben er. En nu wil ik er niet meer vanaf, van het leven. Ik realiseer me dat er niets rationeels is aan hoe ik hier over denk.’

Ko van Geemert (1950) is bang voor de dood. ‘Het is een onderwerp waar ik het niet snel over heb met vrienden in de kroeg, maar ik was benieuwd of die angst een veelvoorkomend verschijnsel is onder mijn leeftijdsgenoten.’ Dus besloot hij vragen rond te mailen aan ongeveer alle vijfenzestig-plussers die hij kende. Het resulteerde in zijn boek: Dor hout – Bespiegelingen van 65-plussers over oud(er) worden en doodgaan.  • Martien Versteegh 

‘DE GEDACHTE ER NIET MEER TE ZIJN, VIND IK VRESELIJK’