FRANK VAN DEN TEMPEL IN DE REGIESTOEL

LEEFTIJD 72
WOONPLAATS amersfoort
Werk gepensioneerd ECONOOM
PRIVÉ GETROUWD MET CAROLIEN, 2 ZOONS, 2 KLEINKINDEREN
LID VAN DE NVVE SINDS BEGIN JAREN 80

TEKST: TEUS LEBBING  |  FOTO’S: MAURITS GIESEN

NIEUWSGIERIG • ‘Ik kom uit een socialistisch ambtenarennest. Zo ongeveer mijn hele jeugd heb ik in de veronderstelling geleefd dat iedereen in Nederland ambtenaar was. Een eigen bedrijf starten en ondernemer worden was onbespreekbaar bij mijn ouders. Terwijl ik al jong die drang voelde. Ik sta zelfstandig en nieuwsgierig in het leven, vind niks vanzelfsprekend, wil graag zelf mijn ideeën onderzoeken en de koers bepalen.’ 

BEWEGINGSVRIJHEID • ‘Daarom heb ik in organisaties ook altijd functies gezocht waarbij ik voldoende vrijheid had. En toen ik op mijn 55e alsnog als zelfstandig adviseur aan de slag ging, was dat de kers op de taart. Zo bepalend zijn bewegingsvrijheid en eigen regie dus voor mij. Dat geldt ook voor mijn kijk op de dood. Door diverse ervaringen ben ik er al jong over gaan nadenken. Een goede studievriend overleed in 1976 aan zelfdoding, ik had het niet zien aankomen en wist niet wat me overkwam. Mijn broer is op zijn 54e overleden aan een hersentumor. Hij woonde in Frankrijk, euthanasie is daar niet mogelijk. Hij had een afschuwelijke dood, dat heeft indruk op me gemaakt.’ 

MACHTELOOS • ‘Mijn moeder heeft ook te lang moeten doorleven. Anders dan mijn vader, die op zijn 89e met alle zorg van de huisarts vredig kon inslapen. Ze was altijd een keurige onafhankelijke dame. Nu was ze compleet overgeleverd aan de zorg. Haar leven was allang niet meer waardig, maar ze wist haar ondraaglijk lijden niet goed over te brengen aan de SCEN-arts. Daardoor heeft ze nog twee jaar machteloos moeten verkommeren.’ 

ZAAKJES OP ORDE • ‘Voor mezelf ben ik er heel stellig in: zodra ik afhankelijk word van anderen of de diagnose dementie krijg, wil ik resoluut uit het leven stappen. Maar ik ga er niet stilletjes tussenuit piepen, hoor. En ik zal ook geen rommeltje achterlaten voor mijn dierbaren. Jaarlijks stuur ik mijn vrouw en kinderen een document met daarin alle gegevens, van bankzaken, relevante adressen en wachtwoorden tot mijn wilsverklaring en wensen voor de uitvaart. Ook de huisarts is van mijn wensen op de hoogte. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om mijn zaakjes op orde te hebben, ook als het om mijn dood gaat.’ 

AFSTAND • ‘We zijn maar piepkleine deeltjes van een groots heelal, zo relativerend sta ik in het leven. De dood is net zo natuurlijk als geboren worden. Ik accepteer dat. Dat maakt dat ik, denk ik, goed afstand kan nemen als het zover is. Tot die tijd geniet ik volop van het leven. Ik ben heel gelukkig met mijn vrouw en ons gezin, heb veel interesses en activiteiten en voel me goed. Dat is weleens anders geweest. Rond mijn 65e kreeg ik klachten aan mijn gevoelszenuwen. Ik had zo’n ongelooflijke pijn aan mijn benen en voeten dat ik dacht: zo hoeft het van mij niet meer. Gelukkig sloeg de pijnbestrijding aan. Daar heb ik tot de dag van vandaag plezier van, ik kan weer alles doen. Meer dan ooit besef ik: een goede gezondheid is zo’n zegen.’ •

LEEFTIJD 72
WOONPLAATS amersfoort
Werk gepensioneerd ECONOOM
PRIVÉ GETROUWD MET CAROLIEN, 2 ZOONS, 2 KLEINKINDEREN
LID VAN DE NVVE SINDS BEGIN JAREN 80

FRANK VAN DEN TEMPEL IN DE REGIESTOEL

TEKST: TEUS LEBBING  |  FOTO’S: MAURITS GIESEN

NIEUWSGIERIG • ‘Ik kom uit een socialistisch ambtenarennest. Zo ongeveer mijn hele jeugd heb ik in de veronderstelling geleefd dat iedereen in Nederland ambtenaar was. Een eigen bedrijf starten en ondernemer worden was onbespreekbaar bij mijn ouders. Terwijl ik al jong die drang voelde. Ik sta zelfstandig en nieuwsgierig in het leven, vind niks vanzelfsprekend, wil graag zelf mijn ideeën onderzoeken en de koers bepalen.’ 

BEWEGINGSVRIJHEID • ‘Daarom heb ik in organisaties ook altijd functies gezocht waarbij ik voldoende vrijheid had. En toen ik op mijn 55e alsnog als zelfstandig adviseur aan de slag ging, was dat de kers op de taart. Zo bepalend zijn bewegingsvrijheid en eigen regie dus voor mij. Dat geldt ook voor mijn kijk op de dood. Door diverse ervaringen ben ik er al jong over gaan nadenken. Een goede studievriend overleed in 1976 aan zelfdoding, ik had het niet zien aankomen en wist niet wat me overkwam. Mijn broer is op zijn 54e overleden aan een hersentumor. Hij woonde in Frankrijk, euthanasie is daar niet mogelijk. Hij had een afschuwelijke dood, dat heeft indruk op me gemaakt.’ 

MACHTELOOS • ‘Mijn moeder heeft ook te lang moeten doorleven. Anders dan mijn vader, die op zijn 89e met alle zorg van de huisarts vredig kon inslapen. Ze was altijd een keurige onafhankelijke dame. Nu was ze compleet overgeleverd aan de zorg. Haar leven was allang niet meer waardig, maar ze wist haar ondraaglijk lijden niet goed over te brengen aan de SCEN-arts. Daardoor heeft ze nog twee jaar machteloos moeten verkommeren.’ 

ZAAKJES OP ORDE • ‘Voor mezelf ben ik er heel stellig in: zodra ik afhankelijk word van anderen of de diagnose dementie krijg, wil ik resoluut uit het leven stappen. Maar ik ga er niet stilletjes tussenuit piepen, hoor. En ik zal ook geen rommeltje achterlaten voor mijn dierbaren. Jaarlijks stuur ik mijn vrouw en kinderen een document met daarin alle gegevens, van bankzaken, relevante adressen en wachtwoorden tot mijn wilsverklaring en wensen voor de uitvaart. Ook de huisarts is van mijn wensen op de hoogte. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om mijn zaakjes op orde te hebben, ook als het om mijn dood gaat.’ 

AFSTAND • ‘We zijn maar piepkleine deeltjes van een groots heelal, zo relativerend sta ik in het leven. De dood is net zo natuurlijk als geboren worden. Ik accepteer dat. Dat maakt dat ik, denk ik, goed afstand kan nemen als het zover is. Tot die tijd geniet ik volop van het leven. Ik ben heel gelukkig met mijn vrouw en ons gezin, heb veel interesses en activiteiten en voel me goed. Dat is weleens anders geweest. Rond mijn 65e kreeg ik klachten aan mijn gevoelszenuwen. Ik had zo’n ongelooflijke pijn aan mijn benen en voeten dat ik dacht: zo hoeft het van mij niet meer. Gelukkig sloeg de pijnbestrijding aan. Daar heb ik tot de dag van vandaag plezier van, ik kan weer alles doen. Meer dan ooit besef ik: een goede gezondheid is zo’n zegen.’ •