Fransien van ter Beek bestuursvoorzitter NVVE
Voor de buitenwereld kwam het als een verrassing: het nieuwe wetsvoorstel Voltooid Leven. Dat werd begin november bij de Tweede Kamer ingediend door Anne-Marijke Podt van D66. Voor de NVVE was het niet zo’n verrassing. In de aanloop naar de indiening speelde de NVVE een actieve rol. Zo organiseerden wij sessies met experts en reageerden we op conceptteksten. Anne-Marijke Podt nam dit onderwerp over van Pia Dijkstra, die in maart 2021 afscheid nam van de Tweede Kamer.
Wat ging ook alweer aan dit wetsvoorstel vooraf? In 2019 kwam Dijkstra met het plan om een waardig levenseinde geregeld te krijgen voor ouderen vanaf 75 jaar die vinden dat hun leven ‘voltooid’ is. Euthanasie of hulp bij zelfdoding is nu alleen mogelijk als er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het leven ‘slechts’ moe zijn, is geen grond voor euthanasie of hulp bij zelfdoding. In juli 2020 diende Dijkstra het voorstel in. Dat kreeg kritiek van principiële tegenstanders. Ook de Raad van State, adviseur van de regering, had aanmerkingen. Het bleef vervolgens lang stil.
Maar van uitstel kwam dus geen afstel. Podt nam het stokje van Dijkstra over. In het nieuwe wetsvoorstel is de kritiek verwerkt. Zo is nu sprake van een termijn van zes maanden waarin minimaal drie gesprekken moeten worden gevoerd tussen de oudere en een speciaal opgeleide levenseindebegeleider. In het voorstel van Dijkstra waren dat twee gesprekken in twee maanden. Een andere aanpassing is dat de huisarts de levenseindebegeleider moet inlichten over de medische situatie van de oudere. Daardoor kan eventuele alternatieve hulp worden besproken. Daarvan mag de oudere afzien en vasthouden aan de wens het leven te beëindigen op grond van een voltooid leven, maar zo wordt ervoor gezorgd dat de medische informatie van de huisarts gebruikt wordt.
De NVVE is blij dat met het voorstel van Podt het onderwerp weer op de politieke agenda staat. Wij vinden het goed dat - als het wetsvoorstel wordt aangenomen - hulp bij zelfdoding niet langer alleen mogelijk is in geval van medisch (lichamelijk of psychisch) lijden en niet meer is voorbehouden aan artsen. Jammer is wel dat de leeftijd van 75 jaar is gehandhaafd, omdat het een arbitraire grens is. Ook vinden wij een periode van een half jaar wel erg lang als iemand het leven echt moe is. Tegelijkertijd snappen wij dat er politieke keuzes moeten worden gemaakt. Elke stap vooruit in dit dossier juichen we toe.
Tijdens het op 10 november mede door de NVVE georganiseerde ‘Levenseinde Verkiezingsdebat’ kreeg Anne-Marijke Podt voor de voeten geworpen dat als haar voorstel wordt aangenomen, er een situatie ontstaat waartoe 75-plussers zich moeten verhouden: mag ik er nog wel zijn? Zij reageerde daarop: ‘Het klopt dat mensen zich moeten verhouden tot deze wet. Maar 80-jarigen moeten zich nu ook verhouden tot het gebrek aan opties.’
Dat is de spijker op z’n kop. •
Voor de buitenwereld kwam het als een verrassing: het nieuwe wetsvoorstel Voltooid Leven. Dat werd begin november bij de Tweede Kamer ingediend door Anne-Marijke Podt van D66. Voor de NVVE was het niet zo’n verrassing. In de aanloop naar de indiening speelde de NVVE een actieve rol. Zo organiseerden wij sessies met experts en reageerden we op conceptteksten. Anne-Marijke Podt nam dit onderwerp over van Pia Dijkstra, die in maart 2021 afscheid nam van de Tweede Kamer.
Wat ging ook alweer aan dit wetsvoorstel vooraf? In 2019 kwam Dijkstra met het plan om een waardig levenseinde geregeld te krijgen voor ouderen vanaf 75 jaar die vinden dat hun leven ‘voltooid’ is. Euthanasie of hulp bij zelfdoding is nu alleen mogelijk als er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het leven ‘slechts’ moe zijn, is geen grond voor euthanasie of hulp bij zelfdoding. In juli 2020 diende Dijkstra het voorstel in. Dat kreeg kritiek van principiële tegenstanders. Ook de Raad van State, adviseur van de regering, had aanmerkingen. Het bleef vervolgens lang stil.
Maar van uitstel kwam dus geen afstel. Podt nam het stokje van Dijkstra over. In het nieuwe wetsvoorstel is de kritiek verwerkt. Zo is nu sprake van een termijn van zes maanden waarin minimaal drie gesprekken moeten worden gevoerd tussen de oudere en een speciaal opgeleide levenseindebegeleider. In het voorstel van Dijkstra waren dat twee gesprekken in twee maanden. Een andere aanpassing is dat de huisarts de levenseindebegeleider moet inlichten over de medische situatie van de oudere. Daardoor kan eventuele alternatieve hulp worden besproken. Daarvan mag de oudere afzien en vasthouden aan de wens het leven te beëindigen op grond van een voltooid leven, maar zo wordt ervoor gezorgd dat de medische informatie van de huisarts gebruikt wordt.
De NVVE is blij dat met het voorstel van Podt het onderwerp weer op de politieke agenda staat. Wij vinden het goed dat - als het wetsvoorstel wordt aangenomen - hulp bij zelfdoding niet langer alleen mogelijk is in geval van medisch (lichamelijk of psychisch) lijden en niet meer is voorbehouden aan artsen. Jammer is wel dat de leeftijd van 75 jaar is gehandhaafd, omdat het een arbitraire grens is. Ook vinden wij een periode van een half jaar wel erg lang als iemand het leven echt moe is. Tegelijkertijd snappen wij dat er politieke keuzes moeten worden gemaakt. Elke stap vooruit in dit dossier juichen we toe.
Tijdens het op 10 november mede door de NVVE georganiseerde ‘Levenseinde Verkiezingsdebat’ kreeg Anne-Marijke Podt voor de voeten geworpen dat als haar voorstel wordt aangenomen, er een situatie ontstaat waartoe 75-plussers zich moeten verhouden: mag ik er nog wel zijn? Zij reageerde daarop: ‘Het klopt dat mensen zich moeten verhouden tot deze wet. Maar 80-jarigen moeten zich nu ook verhouden tot het gebrek aan opties.’
Dat is de spijker op z’n kop. •
Fransien van ter Beek bestuursvoorzitter NVVE