LUCY VAN DAEL IN DE REGIESTOEL
LEEFTIJD 80
WOONPLAATS LAREN (NH)
Werk VIOLISTE
PRIVÉ ALLEENSTAAND, EEN ZOON, TWEE KLEINZONEN EN DIVERSE PLEEGKINDEREN
LID VAN DE NVVE SINDS DE JAREN ZEVENTIG
TEKST: TEUS LEBBING | FOTO’S: MAURITS GIESEN
‘HARDE VAL
‘Het is mij veel voor de wind gegaan. Pas vanaf mijn 75ste is er ongeluk in mijn leven geslopen. Het begon ermee dat ik hard van de trap viel, sindsdien is mijn linkerkant verbrijzeld en zit ik in een rolstoel. Daarna volgden er nog wat pechmomenten en zo blijf je gezellig bezig, of je nu wil of niet. Opeens was ik in een fase beland dat de dood aan de deur begint te trappelen.’
LUST EN LEVEN
‘Ik ben altijd zeer actief geweest in de muziek; ik was violiste, reisde van optreden naar optreden. In 1981 heb ik Het Orkest van de Achttiende Eeuw mede opgericht, dat uitgroeide tot een gerenommeerd symfonieorkest, gespecialiseerd in het spelen van muziek uit de klassieke periode. Musiceren was mijn lust en mijn leven, ik heb ook veel lesgegeven aan conservatoria. Met pensioen wilde ik niet, maar de jeugd stond natuurlijk klaar om het stokje over te nemen. En op een gegeven moment dacht ik ook: hoe leuk is het nog voor het publiek om zo’n oude dame over het podium te zien schuifelen?’
VINDINGRIJK
‘Sinds mijn 5de speelde ik viool en nu al elf jaar niet meer. Het is een groot gemis. Die gevoelens van absolute inspiratie en geluk zou ik nooit gemist willen hebben. Het was zo’n essentiële uitlaatklep, ook op momenten van frustratie of woede, bijvoorbeeld. Dan pakte ik automatisch mijn viool erbij om het eruit te strijken. Dat kan niet meer, maar ik ben niet iemand om bij de pakken neer te zitten. De zon schijnt niet eeuwig, daar ben ik realistisch in. Ik tel mijn zegeningen: dat mijn hoofd het nog doet, dat ik kan horen en lezen. Ik ben nogal een zelfstandig, opstandig en vindingrijk wezen; wat ik zelf kan oplossen, wil ik zelf oplossen. Nu neem ik mijn toevlucht tot taal. Taal is eigenlijk ook muziek, dus ik lees veel en ik schrijf. Naar muziek luister ik natuurlijk ook nog graag. Ik speel een spelletje met de radio: wanneer ik hem aanzet en midden in een muziekstuk val, dan ga ik raden waarnaar ik luister en wie de componist is. Ook beteken ik graag iets voor anderen, bijvoorbeeld door ze te laten lachen. Maar ik merk dat ik steeds luier word en dat zint mij niet. De prikkels zijn weg.’
EIGEN BESLISSINGEN
‘Sinds twee jaar woon ik in het Rosa Spierhuis; ik heb lieve, interessante mensen om me heen. Maar ik ben hier wel een vreemde eend in de bijt, hoor. Ik heb een scherpe tong, een goede babbel en ben nogal van de eigen regie. Ik pas niet in hokjes, lijstjes en protocollen en laat me nergens op vastpinnen. Vroeger protesteerde ik voor Baas in eigen buik, dus je begrijpt dat ik voorstander ben van sterven in eigen regie. Ik vind dat een mens het recht heeft op het nemen van zijn eigen beslissingen. Ik erger me rot aan rapporten, christelijke partijen en andere mensen die menen daarover iets te zeggen te hebben. Hoe verzin je het om dat voor een ander te bepalen? Nooit in mijn leven heb ik iemand willen opzadelen met iets dat mijn eigen pakkie-an is, dat zit gewoon niet in me.’
NIET BELASTEN
‘Toen ik in dit huis kwam wonen, heb ik dan ook meteen gepraat met de huisarts, ze kent mijn wensen en grenzen. Het liefst zou ik natuurlijk helemáál zelf de regie houden. Ik ben een vurig pleitbezorger van de Pil van Drion voor mensen boven de 75 jaar, maar helaas is het nooit zover gekomen. Het is werkelijk tijd om de discussie weer op te pikken en tot een besluit te komen. Zolang er geen autonome oplossing is, ontkom ik er niet aan om hulp te vragen van een arts als ik niet verder kan en wil. Wanneer voor mij het moment daar is? Ik heb met mezelf een afspraak gemaakt: zolang mijn hersens en zintuigen het goed doen en ik zelf mijn problemen in de rolstoel kan oplossen, maak ik er het beste van.’
LEEFTIJD 80
WOONPLAATS LAREN (NH)
Werk VIOLISTE
PRIVÉ ALLEENSTAAND, EEN ZOON, TWEE KLEINZONEN EN DIVERSE PLEEGKINDEREN
LID VAN DE NVVE SINDS DE JAREN ZEVENTIG
LUCY VAN DAEL IN DE REGIESTOEL

TEKST: TEUS LEBBING | FOTO’S: MAURITS GIESEN
‘HARDE VAL
‘Het is mij veel voor de wind gegaan. Pas vanaf mijn 75ste is er ongeluk in mijn leven geslopen. Het begon ermee dat ik hard van de trap viel, sindsdien is mijn linkerkant verbrijzeld en zit ik in een rolstoel. Daarna volgden er nog wat pechmomenten en zo blijf je gezellig bezig, of je nu wil of niet. Opeens was ik in een fase beland dat de dood aan de deur begint te trappelen.’
LUST EN LEVEN
‘Ik ben altijd zeer actief geweest in de muziek; ik was violiste, reisde van optreden naar optreden. In 1981 heb ik Het Orkest van de Achttiende Eeuw mede opgericht, dat uitgroeide tot een gerenommeerd symfonieorkest, gespecialiseerd in het spelen van muziek uit de klassieke periode. Musiceren was mijn lust en mijn leven, ik heb ook veel lesgegeven aan conservatoria. Met pensioen wilde ik niet, maar de jeugd stond natuurlijk klaar om het stokje over te nemen. En op een gegeven moment dacht ik ook: hoe leuk is het nog voor het publiek om zo’n oude dame over het podium te zien schuifelen?’
VINDINGRIJK
‘Sinds mijn 5de speelde ik viool en nu al elf jaar niet meer. Het is een groot gemis. Die gevoelens van absolute inspiratie en geluk zou ik nooit gemist willen hebben. Het was zo’n essentiële uitlaatklep, ook op momenten van frustratie of woede, bijvoorbeeld. Dan pakte ik automatisch mijn viool erbij om het eruit te strijken. Dat kan niet meer, maar ik ben niet iemand om bij de pakken neer te zitten. De zon schijnt niet eeuwig, daar ben ik realistisch in. Ik tel mijn zegeningen: dat mijn hoofd het nog doet, dat ik kan horen en lezen. Ik ben nogal een zelfstandig, opstandig en vindingrijk wezen; wat ik zelf kan oplossen, wil ik zelf oplossen. Nu neem ik mijn toevlucht tot taal. Taal is eigenlijk ook muziek, dus ik lees veel en ik schrijf. Naar muziek luister ik natuurlijk ook nog graag. Ik speel een spelletje met de radio: wanneer ik hem aanzet en midden in een muziekstuk val, dan ga ik raden waarnaar ik luister en wie de componist is. Ook beteken ik graag iets voor anderen, bijvoorbeeld door ze te laten lachen. Maar ik merk dat ik steeds luier word en dat zint mij niet. De prikkels zijn weg.’
EIGEN BESLISSINGEN
‘Sinds twee jaar woon ik in het Rosa Spierhuis; ik heb lieve, interessante mensen om me heen. Maar ik ben hier wel een vreemde eend in de bijt, hoor. Ik heb een scherpe tong, een goede babbel en ben nogal van de eigen regie. Ik pas niet in hokjes, lijstjes en protocollen en laat me nergens op vastpinnen. Vroeger protesteerde ik voor Baas in eigen buik, dus je begrijpt dat ik voorstander ben van sterven in eigen regie. Ik vind dat een mens het recht heeft op het nemen van zijn eigen beslissingen. Ik erger me rot aan rapporten, christelijke partijen en andere mensen die menen daarover iets te zeggen te hebben. Hoe verzin je het om dat voor een ander te bepalen? Nooit in mijn leven heb ik iemand willen opzadelen met iets dat mijn eigen pakkie-an is, dat zit gewoon niet in me.’
NIET BELASTEN
‘Toen ik in dit huis kwam wonen, heb ik dan ook meteen gepraat met de huisarts, ze kent mijn wensen en grenzen. Het liefst zou ik natuurlijk helemáál zelf de regie houden. Ik ben een vurig pleitbezorger van de Pil van Drion voor mensen boven de 75 jaar, maar helaas is het nooit zover gekomen. Het is werkelijk tijd om de discussie weer op te pikken en tot een besluit te komen. Zolang er geen autonome oplossing is, ontkom ik er niet aan om hulp te vragen van een arts als ik niet verder kan en wil. Wanneer voor mij het moment daar is? Ik heb met mezelf een afspraak gemaakt: zolang mijn hersens en zintuigen het goed doen en ik zelf mijn problemen in de rolstoel kan oplossen, maak ik er het beste van.’