
Op welke manier kunnen geestelijken en huisartsen samenwerken bij iemand met een euthanasiewens? Die vraag onderzoekt oud-doopsgezind theoloog en emeritus-predikant Pieter Post in dit boek. Hoofdmoot daarvan vormt een onderzoek dat hij zelf uitvoerde. Hij stuurde een enquête naar geestelijken en huisartsen, waarop 55 mensen reageerden. Veel van hen zijn zoekend als het gaat om euthanasie en zij zijn duidelijk niet de gelovigen die het simpelweg afkeuren ‘om voor God te spelen’. In totaal vulden 49 geestelijken en 6 huisartsen de enquête in. Hun antwoorden combineert Post met kennis uit de literatuur.
Zo ontdekt hij dat veel geeste-lijken worstelen met het proces. Dat is vaak vooral juridisch-medisch van aard, terwijl het spiritueel-menselijke onderbelicht blijft. Kan dat niet anders? Al hun antwoorden leiden uiteindelijk naar een hoofdstuk waarin Post pleit voor een liturgie voorafgaand aan het levenseinde. Rituelen kunnen immers het leven van de stervende afsluiten en bieden naasten troost om verder te gaan.
Er zijn wat haken en ogen aan de opzet van dit boek, want het onderzoek is minimaal. Vooral uit de antwoorden van slechts zes artsen kun je natuurlijk geen echte conclusies trekken. Desondanks biedt Samen het sterven vieren zeker grip voor iedereen die werkt als geestelijk verzorger en zoekt naar handvatten om met het gekozen levenseinde of palliatieve sedatie om te gaan. •
Samen het sterven vieren - over het sacrale levenseinde
Pieter Post
Van Warven




Hoe ga je in gesprek over het levenseinde? Voor veel mensen is praten over de dood een moeilijk onderwerp. Precies daarom schreef Martje van der Brug dit handboek; een praktisch hulpmiddel voor wie dat essentiële gesprek wil voeren. Van der Brug sprak uitgebreid met een indrukwekkende groep experts: hoogleraren psychologie en ethiek, artsen, filosofen, psychiaters en advocaten. Stuk voor stuk zijn ze betrokken pleitbezorgers van sterven in eigen regie. De vraag die als een rode draad door het boek loopt, is even helder als urgent: hoe zorg ik ervoor dat ik die regie kan pakken wanneer het moment daar is?
Wanneer die vraag opkomt, is het cruciaal om te begrijpen hoe de Nederlandse regelgeving werkt en wat wel en niet strafbaar is. Van der Brug beschrijft uitgebreid de kennis die daarvoor nodig is en welke stappen ondernomen moeten worden. Naast euthanasie belicht ze ook de voor- en nadelen van andere opties: palliatieve sedatie, het afzien van behandeling, bewust stoppen met eten en drinken, of de keuze voor potentiële laatstewilmiddelen.
Daarbij stipt ze aan dat het niet enkel een eigen keuze is. Want hoe graag je ook zelf de regie wilt behouden, er zijn vaak naasten met eigen belangen en wensen. In hoeverre hebben zij inspraak? Zo benadrukt ze het belang om zo vroeg mogelijk je omgeving te betrekken. Zoals ethica Heleen Dupuis simpelweg opmerkt: ‘Het helpt een stuk als mensen weten dat je het overweegt’.
De autonome route is een informatierijk boek vol inzichten van fascinerende denkers en experts, het biedt veel stof tot nadenken. Een waardevolle gids voor iedereen die nadenkt over autonomie bij het levenseinde.•
De autonome route
Martje van der Brug
Mazirel Pers
Jaarlijks verschijnen er stapels boeken over rouw. Het gros gaat over hoe je verder moet of mag, wanneer je een geliefde bent verloren. Maar hoe rouw je zelf als zieke, wanneer je weet dat jouw einde eraan komt? Hoe vind je troost en geef je nog betekenis aan je leven? Klinisch neuroloog Annemaaike Serlier-van den Bergh besloot daarover te schrijven, nadat ze ongeneeslijk ziek werd.
Tijdens het schrijfproces overleed ze. Op haar aandringen nam haar nicht en schrijfster Stella Braam het over. In dit handzame boekje wordt het verhaal van de diepgelovige Annemaaike gekoppeld aan het werk van de katholieke Nederlandse psychiater Anna Terruwe, die wat Annemaaike betreft een pionier is geweest in het helpen van de mens in bestaansnood.
Ze beschrijft het proces in vier delen. Annemaaike noemt het de kruisweg van iemand die weet stervende te zijn. Van het rouwen om een verloren toekomst tot het thema eenzaamheid en pijn, het vinden van helpers op je pad en de weg naar het sterven zelf. Mooi wordt haar verhaal gekoppeld aan dat van Terruwe en de visies van rouwexperts en psychologen. Het einde van elk onderdeel sluit ze af met adviezen voor de zieke zelf en zijn/haar omgeving. Daarmee laat Serlier-van den Bergh een gelaagd werkje achter waarin ze open durft te zijn over alles wat er gaande was rondom haar levenseinde en dat tegelijk ontzettend veel kennis en adviezen deelt voor iedereen die hiermee worstelt. •
Mogen zijn wie je bent
Annemaaike Serlier-van den Bergh en Stella Braam
Nijgh & Van Ditmar
Drie weken gunt Maud zichzelf. Na de dood van haar beste vriend Michiel zoekt ze naar houvast en dus begint ze aan het Pieterpad. Razendsnel wandelt ze, bijna wegrennend voor alles wat er is gebeurd. Tijdens het lopen denkt ze aan Michiel. Aan de start van hun vriendschap. Altijd trok ze zich aan hem op en door hem voelde ze zich levendiger. Haar Michiel was een allemansvriend die op elk terras direct contact legde. Een charmeur die te veel dronk, er privé vaak een puinhoop van maakte en worstelde met de dood van zijn broertje.
In deze roman brengt Floor Gerritsma Maud en haar beste vriend Michiel nauwgezet tot leven. Hoeveel Michiel ook te verwijten valt, zijn charme spat van de pagina’s. En Maud mag dan voor buitenstaanders de geslaagde arts lijken, wat is ze eigenlijk zonder Michiel? Zo snel als Maud loopt, zo rustig ontvouwt Gerritsma een ontroerende en tegelijk luchtige roman over vriendschap en rouw, met de prachtige etappes van het Pieterpad als decor. •
Wat er was
Floor Gerritsma
Wereldbibliotheek
Als het overlijden van zijn vrouw Gerda nadert, neemt schrijver Jan Siebelink elk detail in zich op. Hoe het rode licht van de avondzon de kamer binnenvalt, terwijl zij rechtop in bed zit. Hoe ze met kleine pasjes achter de rollator door de ziekenhuisgangen loopt. Hoe de jongen van de Thuiszorg haar wast. Door al die momenten voel je de aandacht waarmee Siebelink haar einde beleeft. Ondanks de lichamelijke achteruitgang blijft hij stukjes van de oude Gerda zien. Zoals wanneer hij haar naar buiten rijdt en ze samen kijken naar de tuin. Vlak voor de vijver staan ze stil. ‘Staat hij wel op de rem? Ik wil niet in de vijver plonzen’, zegt ze op de gevatte toon, die hij zo goed van haar kent.
Als Siebelink over haar schrijft, is zijn toon zacht. Terugkijkend op hun huwelijk ziet hij hoe groot haar liefde voor hem altijd was. Zelfs als hij haar bedriegt, lijkt het alsof ze enkel extra lief voor hem is. Erover praten doen ze niet.
Rouwjournaal zit vol emotie. Rauw en ongepolijst. Een literair onderzoek in 125 korte hoofdstukjes naar zijn verdriet en hun samenzijn. Soms is het enkel een gedachte, zoals hoofdstuk 10 (‘Ik zal doodgaan zonder jou’), hoofdstuk 84 (‘God is een hunkering’) en 98 (‘Je mag huilen hoor’). Dan weer schetst hij de dagen en weken voor haar overlijden of de uren en dagen erna. Pijnlijk is het moment waarop de schrijver thuiskomt van een wandeling en haar naam roept. Het antwoord blijft uit.
Mooi is de passage waarin hij weer op een feestje komt. Siebelink merkt dat het goed is om onder de mensen te zijn en te genieten van hapjes en wijn. Tot hij schrikt en zich realiseert dat hij haar even is vergeten. Rouwjournaal is een ontroerend en teder geschreven verslag van het verliezen van een naaste, troostrijk voor iedereen die zelf worstelt met rouw. •
Rouwjournaal
Jan Siebelink
De Bezige Bij


Rianne van der Molen
Op welke manier kunnen geestelijken en huisartsen samenwerken bij iemand met een euthanasiewens? Die vraag onderzoekt oud-doopsgezind theoloog en emeritus-predikant Pieter Post in dit boek. Hoofdmoot daarvan vormt een onderzoek dat hij zelf uitvoerde. Hij stuurde een enquête naar geestelijken en huisartsen, waarop 55 mensen reageerden. Veel van hen zijn zoekend als het gaat om euthanasie en zij zijn duidelijk niet de gelovigen die het simpelweg afkeuren ‘om voor God te spelen’. In totaal vulden 49 geestelijken en 6 huisartsen de enquête in. Hun antwoorden combineert Post met kennis uit de literatuur.
Zo ontdekt hij dat veel geeste-lijken worstelen met het proces. Dat is vaak vooral juridisch-medisch van aard, terwijl het spiritueel-menselijke onderbelicht blijft. Kan dat niet anders? Al hun antwoorden leiden uiteindelijk naar een hoofdstuk waarin Post pleit voor een liturgie voorafgaand aan het levenseinde. Rituelen kunnen immers het leven van de stervende afsluiten en bieden naasten troost om verder te gaan.
Er zijn wat haken en ogen aan de opzet van dit boek, want het onderzoek is minimaal. Vooral uit de antwoorden van slechts zes artsen kun je natuurlijk geen echte conclusies trekken. Desondanks biedt Samen het sterven vieren zeker grip voor iedereen die werkt als geestelijk verzorger en zoekt naar handvatten om met het gekozen levenseinde of palliatieve sedatie om te gaan. •
Samen het sterven vieren - over het sacrale levenseinde
Pieter Post
Van Warven
Hoe ga je in gesprek over het levenseinde? Voor veel mensen is praten over de dood een moeilijk onderwerp. Precies daarom schreef Martje van der Brug dit handboek; een praktisch hulpmiddel voor wie dat essentiële gesprek wil voeren. Van der Brug sprak uitgebreid met een indrukwekkende groep experts: hoogleraren psychologie en ethiek, artsen, filosofen, psychiaters en advocaten. Stuk voor stuk zijn ze betrokken pleitbezorgers van sterven in eigen regie. De vraag die als een rode draad door het boek loopt, is even helder als urgent: hoe zorg ik ervoor dat ik die regie kan pakken wanneer het moment daar is?
Wanneer die vraag opkomt, is het cruciaal om te begrijpen hoe de Nederlandse regelgeving werkt en wat wel en niet strafbaar is. Van der Brug beschrijft uitgebreid de kennis die daarvoor nodig is en welke stappen ondernomen moeten worden. Naast euthanasie belicht ze ook de voor- en nadelen van andere opties: palliatieve sedatie, het afzien van behandeling, bewust stoppen met eten en drinken, of de keuze voor potentiële laatstewilmiddelen.
Daarbij stipt ze aan dat het niet enkel een eigen keuze is. Want hoe graag je ook zelf de regie wilt behouden, er zijn vaak naasten met eigen belangen en wensen. In hoeverre hebben zij inspraak? Zo benadrukt ze het belang om zo vroeg mogelijk je omgeving te betrekken. Zoals ethica Heleen Dupuis simpelweg opmerkt: ‘Het helpt een stuk als mensen weten dat je het overweegt’.
De autonome route is een informatierijk boek vol inzichten van fascinerende denkers en experts, het biedt veel stof tot nadenken. Een waardevolle gids voor iedereen die nadenkt over autonomie bij het levenseinde.•
De autonome route
Martje van der Brug
Mazirel Pers

Jaarlijks verschijnen er stapels boeken over rouw. Het gros gaat over hoe je verder moet of mag, wanneer je een geliefde bent verloren. Maar hoe rouw je zelf als zieke, wanneer je weet dat jouw einde eraan komt? Hoe vind je troost en geef je nog betekenis aan je leven? Klinisch neuroloog Annemaaike Serlier-van den Bergh besloot daarover te schrijven, nadat ze ongeneeslijk ziek werd.
Tijdens het schrijfproces overleed ze. Op haar aandringen nam haar nicht en schrijfster Stella Braam het over. In dit handzame boekje wordt het verhaal van de diepgelovige Annemaaike gekoppeld aan het werk van de katholieke Nederlandse psychiater Anna Terruwe, die wat Annemaaike betreft een pionier is geweest in het helpen van de mens in bestaansnood.
Ze beschrijft het proces in vier delen. Annemaaike noemt het de kruisweg van iemand die weet stervende te zijn. Van het rouwen om een verloren toekomst tot het thema eenzaamheid en pijn, het vinden van helpers op je pad en de weg naar het sterven zelf. Mooi wordt haar verhaal gekoppeld aan dat van Terruwe en de visies van rouwexperts en psychologen. Het einde van elk onderdeel sluit ze af met adviezen voor de zieke zelf en zijn/haar omgeving. Daarmee laat Serlier-van den Bergh een gelaagd werkje achter waarin ze open durft te zijn over alles wat er gaande was rondom haar levenseinde en dat tegelijk ontzettend veel kennis en adviezen deelt voor iedereen die hiermee worstelt. •

Mogen zijn wie je bent
Annemaaike Serlier-van den Bergh en Stella Braam
Nijgh & Van Ditmar
Drie weken gunt Maud zichzelf. Na de dood van haar beste vriend Michiel zoekt ze naar houvast en dus begint ze aan het Pieterpad. Razendsnel wandelt ze, bijna wegrennend voor alles wat er is gebeurd. Tijdens het lopen denkt ze aan Michiel. Aan de start van hun vriendschap. Altijd trok ze zich aan hem op en door hem voelde ze zich levendiger. Haar Michiel was een allemansvriend die op elk terras direct contact legde. Een charmeur die te veel dronk, er privé vaak een puinhoop van maakte en worstelde met de dood van zijn broertje.
In deze roman brengt Floor Gerritsma Maud en haar beste vriend Michiel nauwgezet tot leven. Hoeveel Michiel ook te verwijten valt, zijn charme spat van de pagina’s. En Maud mag dan voor buitenstaanders de geslaagde arts lijken, wat is ze eigenlijk zonder Michiel? Zo snel als Maud loopt, zo rustig ontvouwt Gerritsma een ontroerende en tegelijk luchtige roman over vriendschap en rouw, met de prachtige etappes van het Pieterpad als decor. •

Wat er was
Floor Gerritsma
Wereldbibliotheek
Als het overlijden van zijn vrouw Gerda nadert, neemt schrijver Jan Siebelink elk detail in zich op. Hoe het rode licht van de avondzon de kamer binnenvalt, terwijl zij rechtop in bed zit. Hoe ze met kleine pasjes achter de rollator door de ziekenhuisgangen loopt. Hoe de jongen van de Thuiszorg haar wast. Door al die momenten voel je de aandacht waarmee Siebelink haar einde beleeft. Ondanks de lichamelijke achteruitgang blijft hij stukjes van de oude Gerda zien. Zoals wanneer hij haar naar buiten rijdt en ze samen kijken naar de tuin. Vlak voor de vijver staan ze stil. ‘Staat hij wel op de rem? Ik wil niet in de vijver plonzen’, zegt ze op de gevatte toon, die hij zo goed van haar kent.
Als Siebelink over haar schrijft, is zijn toon zacht. Terugkijkend op hun huwelijk ziet hij hoe groot haar liefde voor hem altijd was. Zelfs als hij haar bedriegt, lijkt het alsof ze enkel extra lief voor hem is. Erover praten doen ze niet.
Rouwjournaal zit vol emotie. Rauw en ongepolijst. Een literair onderzoek in 125 korte hoofdstukjes naar zijn verdriet en hun samenzijn. Soms is het enkel een gedachte, zoals hoofdstuk 10 (‘Ik zal doodgaan zonder jou’), hoofdstuk 84 (‘God is een hunkering’) en 98 (‘Je mag huilen hoor’). Dan weer schetst hij de dagen en weken voor haar overlijden of de uren en dagen erna. Pijnlijk is het moment waarop de schrijver thuiskomt van een wandeling en haar naam roept. Het antwoord blijft uit.
Mooi is de passage waarin hij weer op een feestje komt. Siebelink merkt dat het goed is om onder de mensen te zijn en te genieten van hapjes en wijn. Tot hij schrikt en zich realiseert dat hij haar even is vergeten. Rouwjournaal is een ontroerend en teder geschreven verslag van het verliezen van een naaste, troostrijk voor iedereen die zelf worstelt met rouw. •

Rouwjournaal
Jan Siebelink
De Bezige Bij
Rianne van der Molen

