Heringa zelf omschrijft de inhoud van dit boek als ‘een persoonlijke evaluatie van mijn strafzaak (over hulp bij zelfdoding) tegen het licht van ons rechtssysteem’. 
Eerlijk gezegd weet ik niet zo goed raad met dit boek; wie kan en wil dit van kaft tot kaft lezen? De lezers van Relevant kennen de zaak waarmee het allemaal begon - De laatste wens van Moek – en zullen net als ik volkomen achter de stervenshulp staan die hij zijn 99-jarige (stief)-moeder op haar uitdrukkelijke verzoek bood. Hij voorzag haar in 2008  van een grote dosis malaria- en slaappillen waarmee zij een eind aan haar leven kon maken. 
De zaak kwam uiteindelijk bij de Hoge Raad terecht. En dan, schrijft Heringa, volgt ‘een bizarre ontknoping van een bijna tien jaar slepend proces. Bizar omdat het de apotheose vormt van een tegelijk even eenvoudige als complexe zaak, die gekenmerkt wordt door juridische spitsvondigheden, eindeloze, mystificerende citaten en bijkans onnavolgbare legalistische redeneringen, die tenslotte uitmondden in even hoog verheven als subjectieve juridische platitudes als “niet aannemelijk” of “niet onbegrijpelijk”.’
Ongetwijfeld heeft Heringa zijn best gedaan er een leesbaar geheel van te maken maar ik worstelde en verzoop.• 

Het verraad van de Hoge Raad

Albert Heringa
Uitgave in eigen beheer te bestellen bij Brave New Books, Bol.com en de boekhandel

De titels die Geurtsen aan de zes hoofdstukken meegaf, bieden een ultrakorte samenvatting: ‘Start van een rollercoaster. Je gaat gewoon dood. De acceptatie. De euthanasiewens. Nelleke overlijdt. Alleen verder.’
Het dagboek begint op 13 oktober 2021 als  zijn vrouw voor een onderzoek naar het ziekenhuis moet. Al aan het eind van de middag wordt ze gebeld ‘omdat ze op de longfoto foute dingen zien’. En nog geen twee maanden later overlijdt Nelleke (buschauffeur), met wie organisatieadviseur Henk  in 1985 trouwde. De schrijver laat geen detail onvermeld, lijkt het, en dat is soms wel wat veel. Ook de kabbelende dialogen zijn ietwat vermoeiend. ‘Hoe heb je geslapen?’, vraag ik Nelleke. ‘Onrustig, ik lig ’s nachts vaak een beetje te malen.’ ‘Daar heb ik ook last van.’ Van het een komt het ander en we beginnen te praten over de wensen van Nelleke voor de uitvaart en hoe ik mijn leven daarna zie.’

Maar ja, hier is een amateur aan het woord, geen literator. En zijn wens is oprecht; met hun beider positieve levenshouding hoopt hij anderen te inspireren. Want hoe verdrietig het ook is als een naaste overlijdt, ‘het beleven ervan zoals wij hebben gedaan, dat gun ik iedereen’. •

Nelleke
Dagboek van een heftig en inspirerend levenseinde
Henk Geurtsen
Uitgeverij Futoro

Deze dystopische debuutroman speelt zich af in 2050, als na nucleaire aanslagen op Europa de medische voorzieningen nog slechts mondjesmaat beschikbaar zijn en pensioenen en uitkeringen zijn stopgezet. Niet-werkende mensen worden als paria’s beschouwd en boven de 70 wordt elk mens geacht uit het leven te stappen. 
Hoofdpersoon Eva Prins, werkzaam als medisch specialiste op een afdeling radiotherapie in een groot ziekenhuis, beseft dat de zeer populaire politieke DOJpartij ouderen naar de rand van de spreekwoordelijke klif jaagt. Daarom richt zij een tegenpartij op. Met wisselend succes.
Het is een intrigerend en actueel onderwerp want toeval of niet, dit boek verscheen toen Plan 75 in de bioscopen draaide. In deze Japanse film krijgen mensen boven de 75 een duwtje richting graf van de politiek. Ouderendiscriminatie leeft en heus: ik krijg kippenvel als ik bij Van Egmond lees dat die ‘het straatbeeld verontreinigen en onze voorzieningen misbruiken’ maar haar verhaal is zo knullig uitgewerkt – met bloedeloze dialogen, slordige tegenstrijdigheden en onverteerbaar gedetailleerde beschrijvingen – dat elke zin schreeuwt om een strenge eindredacteur met een rode pen waarmee geschrapt wordt. Bovendien komt het Happy End als een konijn uit een hoge hoed: totaal onverwacht.

Tijd om te gaan

Pia van Egmond
Uitgeverij In De Knipscheer

In deze in de ik-vorm geschreven ijzersterke roman vertelt de 64-jarige leraar Nederlands Rover van Slooten aan iemand – een je, geen idee wie – over zijn leven. Nou ja, hoe hij dat leven heeft beleefd. Want bestaat er een waarheid? Wat weten we van onszelf? Van anderen? ‘We missen het overzicht,’ meent hij. Wat hij wel zeker weet is dat zijn ziekte een straf was; hij heeft immers mensen pijn gedaan.  En ook dat sterven stikken is in je eigen schaamte, want is hij niet met schuld beladen?  
‘De enige reden dat ik tegen je praat, heeft met het hier en nu te maken. Ik doe een poging om een vorm van logica aan te brengen in de ketting van ongerijmdheden die mijn leven is. De zaak afhechten, dat is het enige wat er nog toe doet. Dan als de sodemieter opkrassen.’ Klare taal, intrigerende inzichten - dat is waar Sepers ons op trakteert, zonder te proberen van 
Rover een warm, sympathiek personage te maken. Hij wijst troost af. Observeert genadeloos. Spot met alles wat in boeken als Nelleke aan oprechte emoties wordt beschreven. Hij is onaardig tegen zijn vrouw Eefje die hem liefdevol probeert te verzorgen en redigeert het gezelschap om hem heen naar zijn eigen ‘geagendeerde dood’ zoals hij de euthanasie noemt. Zo verleidt hij een jeugdvriend zijn stiefdochter Sarah, inmiddels een wereldberoemde actrice, over te halen hem nog een keer te bezoeken. Hij hield veel van haar, maar er zijn dingen gebeurd waardoor zij hem uit haar leven bande. 
Een operetteachtig element in het verder zo intrigerende verhaal is hoe Rover zijn sterfproces ‘deelt’ met de rest van de wereld in plaats van stilletjes te verdwijnen.  Zijn dood moest een gebeurtenis worden. Net als een prostitué haar stoel, laat hij zijn hoog-laagbed achter het raam plaatsen zodat hij voor iedereen te bezichtigen is. Toch durf ik het niet onrealistisch te noemen; RTL-Boulevard zou het vreten. •

De Stiefvader

Henry Sepers
Uitgeverij Magonia

En weer schokte me deze passage: ‘Het is standaardpraktijk dat artsen in een eerste slechtnieuwsgesprek over uitgezaaide kanker meteen beginnen over een chemokuur zonder dat duidelijk gesteld wordt dat die kuur niet genezend is.’ Longarts Sander de Hosson weet dat de meeste mensen denken dat chemotherapie per definitie is gericht op beter maken en zegt: ‘Je kunt je nauwelijks voorstellen dat zo’n belangrijk gegeven in de lucht blijft hangen, maar het gebeurt elke dag. Sterker nog, het woord “ongeneeslijk” valt vaak niet eens in een dergelijk gesprek en het woord “dood” al helemaal niet.’ Hij vindt dat erg omdat het patiënten de kans ontneemt aan het begin van hun palliatieve ziekteproces – want dat is het – essentiële vragen te stellen over hoe de eventuele winst aan tijd zich verhoudt tot de kwaliteit daarvan. Het boek is gebaseerd op gesprekken die journalist en schrijver Els Quaegebeur voerde met De Hosson zelf en met deskundigen uit het brede veld van diagnose tot sterven. En zij mocht regelmatig aanwezig bij gesprekken tussen patiënten en de longarts. Iedereen zou dit leerzame en goed geschreven boek moeten lezen, want er komt voor iedereen een dag dat je in dat kamertje zit in welke positie dan ook: als patiënt, partner, vriend, ouder, mantelzorger, goede buur. En ook voor medisch specialisten en studenten zou het verplichte kost moeten zijn. Al was het maar om in relevante gevallen te opperen dat opgeven wél een optie is, in tegenstelling tot wat de geldende norm lijkt te zijn. En belangrijk: dan ben je niet uitbehandeld. Ook dan verdien je de beste zorg want zorg draait niet alleen om de ziekte, het gaat om heel de mens. •

Leven toevoegen aan de dagen

Sander de Hosson en
Els Quaegebeur
Uitgeverij Arbeiderspers

MARIJKE HILHORST

IN BEELD

Heringa zelf omschrijft de inhoud van dit boek als ‘een persoonlijke evaluatie van mijn strafzaak (over hulp bij zelfdoding) tegen het licht van ons rechtssysteem’. 
Eerlijk gezegd weet ik niet zo goed raad met dit boek; wie kan en wil dit van kaft tot kaft lezen? De lezers van Relevant kennen de zaak waarmee het allemaal begon - De laatste wens van Moek – en zullen net als ik volkomen achter de stervenshulp staan die hij zijn 99-jarige (stief)-moeder op haar uitdrukkelijke verzoek bood. Hij voorzag haar in 2008  van een grote dosis malaria- en slaappillen waarmee zij een eind aan haar leven kon maken. 
De zaak kwam uiteindelijk bij de Hoge Raad terecht. En dan, schrijft Heringa, volgt ‘een bizarre ontknoping van een bijna tien jaar slepend proces. Bizar omdat het de apotheose vormt van een tegelijk even eenvoudige als complexe zaak, die gekenmerkt wordt door juridische spitsvondigheden, eindeloze, mystificerende citaten en bijkans onnavolgbare legalistische redeneringen, die tenslotte uitmondden in even hoog verheven als subjectieve juridische platitudes als “niet aannemelijk” of “niet onbegrijpelijk”.’
Ongetwijfeld heeft Heringa zijn best gedaan er een leesbaar geheel van te maken maar ik worstelde en verzoop.• 

De titels die Geurtsen aan de zes hoofdstukken meegaf, bieden een ultrakorte samenvatting: ‘Start van een rollercoaster. Je gaat gewoon dood. De acceptatie. De euthanasiewens. Nelleke overlijdt. Alleen verder.’
Het dagboek begint op 13 oktober 2021 als  zijn vrouw voor een onderzoek naar het ziekenhuis moet. Al aan het eind van de middag wordt ze gebeld ‘omdat ze op de longfoto foute dingen zien’. En nog geen twee maanden later overlijdt Nelleke (buschauffeur), met wie organisatieadviseur Henk  in 1985 trouwde. De schrijver laat geen detail onvermeld, lijkt het, en dat is soms wel wat veel. Ook de kabbelende dialogen zijn ietwat vermoeiend. ‘Hoe heb je geslapen?’, vraag ik Nelleke. ‘Onrustig, ik lig ’s nachts vaak een beetje te malen.’ ‘Daar heb ik ook last van.’ Van het een komt het ander en we beginnen te praten over de wensen van Nelleke voor de uitvaart en hoe ik mijn leven daarna zie.’

Maar ja, hier is een amateur aan het woord, geen literator. En zijn wens is oprecht; met hun beider positieve levenshouding hoopt hij anderen te inspireren. Want hoe verdrietig het ook is als een naaste overlijdt, ‘het beleven ervan zoals wij hebben gedaan, dat gun ik iedereen’. •

Nelleke
Dagboek van een heftig en inspirerend levenseinde
Henk Geurtsen
Uitgeverij Futoro

Het verraad van de Hoge Raad

Albert Heringa
Uitgave in eigen beheer te bestellen bij Brave New Books, Bol.com en de boekhandel

Deze dystopische debuutroman speelt zich af in 2050, als na nucleaire aanslagen op Europa de medische voorzieningen nog slechts mondjesmaat beschikbaar zijn en pensioenen en uitkeringen zijn stopgezet. Niet-werkende mensen worden als paria’s beschouwd en boven de 70 wordt elk mens geacht uit het leven te stappen. 
Hoofdpersoon Eva Prins, werkzaam als medisch specialiste op een afdeling radiotherapie in een groot ziekenhuis, beseft dat de zeer populaire politieke DOJpartij ouderen naar de rand van de spreekwoordelijke klif jaagt. Daarom richt zij een tegenpartij op. Met wisselend succes.
Het is een intrigerend en actueel onderwerp want toeval of niet, dit boek verscheen toen Plan 75 in de bioscopen draaide. In deze Japanse film krijgen mensen boven de 75 een duwtje richting graf van de politiek. Ouderendiscriminatie leeft en heus: ik krijg kippenvel als ik bij Van Egmond lees dat die ‘het straatbeeld verontreinigen en onze voorzieningen misbruiken’ maar haar verhaal is zo knullig uitgewerkt – met bloedeloze dialogen, slordige tegenstrijdigheden en onverteerbaar gedetailleerde beschrijvingen – dat elke zin schreeuwt om een strenge eindredacteur met een rode pen waarmee geschrapt wordt. Bovendien komt het Happy End als een konijn uit een hoge hoed: totaal onverwacht.

Tijd om te gaan

Pia van Egmond
Uitgeverij In De Knipscheer

In deze in de ik-vorm geschreven ijzersterke roman vertelt de 64-jarige leraar Nederlands Rover van Slooten aan iemand – een je, geen idee wie – over zijn leven. Nou ja, hoe hij dat leven heeft beleefd. Want bestaat er een waarheid? Wat weten we van onszelf? Van anderen? ‘We missen het overzicht,’ meent hij. Wat hij wel zeker weet is dat zijn ziekte een straf was; hij heeft immers mensen pijn gedaan.  En ook dat sterven stikken is in je eigen schaamte, want is hij niet met schuld beladen?  
‘De enige reden dat ik tegen je praat, heeft met het hier en nu te maken. Ik doe een poging om een vorm van logica aan te brengen in de ketting van ongerijmdheden die mijn leven is. De zaak afhechten, dat is het enige wat er nog toe doet. Dan als de sodemieter opkrassen.’ Klare taal, intrigerende inzichten - dat is waar Sepers ons op trakteert, zonder te proberen van 
Rover een warm, sympathiek personage te maken. Hij wijst troost af. Observeert genadeloos. Spot met alles wat in boeken als Nelleke aan oprechte emoties wordt beschreven. Hij is onaardig tegen zijn vrouw Eefje die hem liefdevol probeert te verzorgen en redigeert het gezelschap om hem heen naar zijn eigen ‘geagendeerde dood’ zoals hij de euthanasie noemt. Zo verleidt hij een jeugdvriend zijn stiefdochter Sarah, inmiddels een wereldberoemde actrice, over te halen hem nog een keer te bezoeken. Hij hield veel van haar, maar er zijn dingen gebeurd waardoor zij hem uit haar leven bande. 
Een operetteachtig element in het verder zo intrigerende verhaal is hoe Rover zijn sterfproces ‘deelt’ met de rest van de wereld in plaats van stilletjes te verdwijnen.  Zijn dood moest een gebeurtenis worden. Net als een prostitué haar stoel, laat hij zijn hoog-laagbed achter het raam plaatsen zodat hij voor iedereen te bezichtigen is. Toch durf ik het niet onrealistisch te noemen; RTL-Boulevard zou het vreten. •

De Stiefvader

Henry Sepers
Uitgeverij Magonia

En weer schokte me deze passage: ‘Het is standaardpraktijk dat artsen in een eerste slechtnieuwsgesprek over uitgezaaide kanker meteen beginnen over een chemokuur zonder dat duidelijk gesteld wordt dat die kuur niet genezend is.’ Longarts Sander de Hosson weet dat de meeste mensen denken dat chemotherapie per definitie is gericht op beter maken en zegt: ‘Je kunt je nauwelijks voorstellen dat zo’n belangrijk gegeven in de lucht blijft hangen, maar het gebeurt elke dag. Sterker nog, het woord “ongeneeslijk” valt vaak niet eens in een dergelijk gesprek en het woord “dood” al helemaal niet.’ Hij vindt dat erg omdat het patiënten de kans ontneemt aan het begin van hun palliatieve ziekteproces – want dat is het – essentiële vragen te stellen over hoe de eventuele winst aan tijd zich verhoudt tot de kwaliteit daarvan. Het boek is gebaseerd op gesprekken die journalist en schrijver Els Quaegebeur voerde met De Hosson zelf en met deskundigen uit het brede veld van diagnose tot sterven. En zij mocht regelmatig aanwezig bij gesprekken tussen patiënten en de longarts. Iedereen zou dit leerzame en goed geschreven boek moeten lezen, want er komt voor iedereen een dag dat je in dat kamertje zit in welke positie dan ook: als patiënt, partner, vriend, ouder, mantelzorger, goede buur. En ook voor medisch specialisten en studenten zou het verplichte kost moeten zijn. Al was het maar om in relevante gevallen te opperen dat opgeven wél een optie is, in tegenstelling tot wat de geldende norm lijkt te zijn. En belangrijk: dan ben je niet uitbehandeld. Ook dan verdien je de beste zorg want zorg draait niet alleen om de ziekte, het gaat om heel de mens. •

Leven toevoegen aan de dagen

Sander de Hosson en
Els Quaegebeur
Uitgeverij Arbeiderspers

MARIJKE HILHORST

IN BEELD