foto: JOSJE DEEKENS

ZORGKOSTEN

Hij sluit zijn ogen niet voor de ingewikkeldheden en risico’s, zoals het gevaar dat er druk ontstaat vanwege de hoge zorgkosten voor ouderen. ‘Dat gevaar bestaat. Benoem dat maar, praat ook daarover. Iedereen mag er het zijne van vinden. Dat geldt ook voor mensen die vanwege hun geloof tegen euthanasie bij voltooid leven zijn. Mijn argument is dan: “Ik dwing jullie nergens toe, maar geef mij ook de ruimte om mijn eigen keuzes te maken. Zijn mijn overtuigingen minder waard dan jullie geloof?” Dan krijg je een prettige discussie.’ 

‘Hoe we tegen de dood aankijken is cultureel bepaald’,  benadrukt Pechtold. ‘En cultuur is aan verandering onderhevig. Daar kun je invloed op uitoefenen. Dat kan alleen door erover te praten. Persoonlijk vind ik het mooi dat het leven eindigt. Er zit iets moois in het hele proces. Vergelijk het met een bloem, die van knop tot volledige pracht komt om daarna af te sterven. Een afgestorven bloem heeft voor mij net zoveel schoonheid als die knop.’ •

POEPLUIER

Ook als hij dartel als een kind rond zou dansen in het verpleeghuis, zou hij willen dat iemand hem aan zijn einde zou helpen. ‘Je ziet er inderdaad ook blije mensen die terug in hun jeugd zijn. Maar ja, ze zitten ook weer in een poepluier en ik wil niet terug naar de poepluier.’ Het liefst zou hij een aantal vragen bedenken met zijn dierbaren en een arts en dan afspreken dat het moment van afscheid daar is als hij de antwoorden op die vragen niet meer weet. ‘Denk aan vragen als in welk jaar we leven en hoe mijn kinderen heten.’ Om euthanasie vragen als hij nog helemaal helder is, oftewel om vijf voor twaalf, lijkt hem moeilijk omdat hij zo aan het leven hangt. ‘Maar misschien wil ik wel een iets ingewikkelder vraag bedenken dan de namen van mijn kinderen, om het proces vooral niet te lang te laten duren.’ 

Voor Pechtold, inmiddels directeur van het CBR, speelt het niet tot last willen zijn voor zijn omgeving ook een rol. ‘Dat ligt gevoelig in de samenleving. Ik heb gevoelige onderwerpen nooit gemeden. Het is in mijn ogen een valide argument, als het gevoel maar uit jezelf komt en niet onder druk van bijvoorbeeld je kinderen of partner. Het gaat in het debat geregeld over dat er geen druk mag zijn om te sterven. Daar ben ik het natuurlijk helemaal mee eens, maar er mag ook geen druk zijn om te blijven leven. Of er druk wordt uitgeoefend is natuurlijk lastig te achterhalen. Daarom is het zo belangrijk het gesprek erover te voeren. Dat gebeurt veel te weinig.’ 

Waar zet je je na een politieke carrière op maatschappelijk gebied actief voor in? Veel oud-politici wachten tot hun pensionering voor ze zich van hun activistische kant laten zien. Zo niet Alexander Pechtold: ‘Soms moet je activistisch durven zijn.’ •
Martien Versteegh

‘ER MAG GEEN DRUK ZIJN OM
TE BLIJVEN LEVEN’

Pechtold beziet het proces graag vanuit geschiedkundig perspectief. ‘Dit soort processen kosten tijd. Kijk maar naar de orgaandonaties. Dat heeft eindeloos geduurd, maar het is wel gelukt. Er worden nu meer organen gedoneerd en we horen dat het gesprek erover tussen arts en nabestaanden beter verloopt.’ Op korte termijn ziet hij het niet gebeuren dat de wet voltooid leven er komt. ‘Er is sprake van een politieke gijzeling van een maatschappelijk probleem. De politiek durft het niet aan. Je moet – als je dit soort dingen invoert – fouten durven maken. Er zúllen dingen misgaan. Dat is de enige manier om te leren. Maar de meerderheid van de mensen is voor. Daar moet je iets mee. Wat mij betreft geen pilletje in het nachtkastje. Zorgvuldigheid blijft noodzakelijk. Daarin ben ik het dus ook niet eens met de CLW.’

Als het gaat om het levenseinde, zou Alexander Pechtold (57) graag zien dat de ontwikkelingen wat minder traag gaan: ‘Het mag wel wat radicaler.’ Dus toen het bestuur van de Coöperatie Laatste Wil zijn naam op de ledenlijst zag staan en hem benaderde met de vraag of hij ambassadeur wilde worden, stemde hij in. ‘Dat betekent niet dat ik het overal mee eens ben. Ook met D66, waar ik toch leiding aan heb gegeven, was ik het niet altijd 100 procent eens. Je gaat op zoek naar min of meer gelijkgestemden om daarmee dingen voor elkaar te krijgen. Ik heb er goed over nagedacht. Het lag natuurlijk gevoelig, met hun proces tegen de Staat. Maar ik geloof dat als we niet een beetje meer forceren en alle wegen die de democratie ons biedt bewandelen, dat we dan wel heel kleine stapjes blijven zetten. De hoofdboodschap van het CLW deel ik en dat is dat ieder mens over zijn eigen levenseinde gaat.’ 

Zijn betrokkenheid bij het thema is niet alleen politiek ideologisch van aard, maar komt minstens zozeer voort uit privé-ervaringen. Hij heeft de zorg voor een dame die al drie jaar in een verpleeghuis woont. ‘En dat zijn van die bezoeken, waarna ik wel een borrel kan gebruiken. Veel van de mensen die ik daar zie, zouden dit niet zo hebben gewild als je het hun twintig jaar eerder zou hebben gevraagd. We hangen allemaal aan het leven. En ik weet dat we onze grenzen verleggen. Ik begrijp alle nuances. Maar toch, maar toch, maar toch… Persoonlijk wil ik niet in een kring zitten om een bal over te gooien en jeugdliedjes op een harmonica te horen spelen. Ik chargeer, begrijp me goed. Maar ik wil de waardigheid behouden die ik bij bewustzijn altijd heb betracht.’ 

foto: JOSJE DEEKENS

ZORGKOSTEN

Hij sluit zijn ogen niet voor de ingewikkeldheden en risico’s, zoals het gevaar dat er druk ontstaat vanwege de hoge zorgkosten voor ouderen. ‘Dat gevaar bestaat. Benoem dat maar, praat ook daarover. Iedereen mag er het zijne van vinden. Dat geldt ook voor mensen die vanwege hun geloof tegen euthanasie bij voltooid leven zijn. Mijn argument is dan: “Ik dwing jullie nergens toe, maar geef mij ook de ruimte om mijn eigen keuzes te maken. Zijn mijn overtuigingen minder waard dan jullie geloof?” Dan krijg je een prettige discussie.’ 

‘Hoe we tegen de dood aankijken is cultureel bepaald’,  benadrukt Pechtold. ‘En cultuur is aan verandering onderhevig. Daar kun je invloed op uitoefenen. Dat kan alleen door erover te praten. Persoonlijk vind ik het mooi dat het leven eindigt. Er zit iets moois in het hele proces. Vergelijk het met een bloem, die van knop tot volledige pracht komt om daarna af te sterven. Een afgestorven bloem heeft voor mij net zoveel schoonheid als die knop.’ •

Pechtold beziet het proces graag vanuit geschiedkundig perspectief. ‘Dit soort processen kosten tijd. Kijk maar naar de orgaandonaties. Dat heeft eindeloos geduurd, maar het is wel gelukt. Er worden nu meer organen gedoneerd en we horen dat het gesprek erover tussen arts en nabestaanden beter verloopt.’ Op korte termijn ziet hij het niet gebeuren dat de wet voltooid leven er komt. ‘Er is sprake van een politieke gijzeling van een maatschappelijk probleem. De politiek durft het niet aan. Je moet – als je dit soort dingen invoert – fouten durven maken. Er zúllen dingen misgaan. Dat is de enige manier om te leren. Maar de meerderheid van de mensen is voor. Daar moet je iets mee. Wat mij betreft geen pilletje in het nachtkastje. Zorgvuldigheid blijft noodzakelijk. Daarin ben ik het dus ook niet eens met de CLW.’

POEPLUIER

Ook als hij dartel als een kind rond zou dansen in het verpleeghuis, zou hij willen dat iemand hem aan zijn einde zou helpen. ‘Je ziet er inderdaad ook blije mensen die terug in hun jeugd zijn. Maar ja, ze zitten ook weer in een poepluier en ik wil niet terug naar de poepluier.’ Het liefst zou hij een aantal vragen bedenken met zijn dierbaren en een arts en dan afspreken dat het moment van afscheid daar is als hij de antwoorden op die vragen niet meer weet. ‘Denk aan vragen als in welk jaar we leven en hoe mijn kinderen heten.’ Om euthanasie vragen als hij nog helemaal helder is, oftewel om vijf voor twaalf, lijkt hem moeilijk omdat hij zo aan het leven hangt. ‘Maar misschien wil ik wel een iets ingewikkelder vraag bedenken dan de namen van mijn kinderen, om het proces vooral niet te lang te laten duren.’ 

Voor Pechtold, inmiddels directeur van het CBR, speelt het niet tot last willen zijn voor zijn omgeving ook een rol. ‘Dat ligt gevoelig in de samenleving. Ik heb gevoelige onderwerpen nooit gemeden. Het is in mijn ogen een valide argument, als het gevoel maar uit jezelf komt en niet onder druk van bijvoorbeeld je kinderen of partner. Het gaat in het debat geregeld over dat er geen druk mag zijn om te sterven. Daar ben ik het natuurlijk helemaal mee eens, maar er mag ook geen druk zijn om te blijven leven. Of er druk wordt uitgeoefend is natuurlijk lastig te achterhalen. Daarom is het zo belangrijk het gesprek erover te voeren. Dat gebeurt veel te weinig.’ 

Als het gaat om het levenseinde, zou Alexander Pechtold (57) graag zien dat de ontwikkelingen wat minder traag gaan: ‘Het mag wel wat radicaler.’ Dus toen het bestuur van de Coöperatie Laatste Wil zijn naam op de ledenlijst zag staan en hem benaderde met de vraag of hij ambassadeur wilde worden, stemde hij in. ‘Dat betekent niet dat ik het overal mee eens ben. Ook met D66, waar ik toch leiding aan heb gegeven, was ik het niet altijd 100 procent eens. Je gaat op zoek naar min of meer gelijkgestemden om daarmee dingen voor elkaar te krijgen. Ik heb er goed over nagedacht. Het lag natuurlijk gevoelig, met hun proces tegen de Staat. Maar ik geloof dat als we niet een beetje meer forceren en alle wegen die de democratie ons biedt bewandelen, dat we dan wel heel kleine stapjes blijven zetten. De hoofdboodschap van het CLW deel ik en dat is dat ieder mens over zijn eigen levenseinde gaat.’ 

Zijn betrokkenheid bij het thema is niet alleen politiek ideologisch van aard, maar komt minstens zozeer voort uit privé-ervaringen. Hij heeft de zorg voor een dame die al drie jaar in een verpleeghuis woont. ‘En dat zijn van die bezoeken, waarna ik wel een borrel kan gebruiken. Veel van de mensen die ik daar zie, zouden dit niet zo hebben gewild als je het hun twintig jaar eerder zou hebben gevraagd. We hangen allemaal aan het leven. En ik weet dat we onze grenzen verleggen. Ik begrijp alle nuances. Maar toch, maar toch, maar toch… Persoonlijk wil ik niet in een kring zitten om een bal over te gooien en jeugdliedjes op een harmonica te horen spelen. Ik chargeer, begrijp me goed. Maar ik wil de waardigheid behouden die ik bij bewustzijn altijd heb betracht.’ 

Waar zet je je na een politieke carrière op maatschappelijk gebied actief voor in? Veel oud-politici wachten tot hun pensionering voor ze zich van hun activistische kant laten zien. Zo niet Alexander Pechtold: ‘Soms moet je activistisch durven zijn.’ •
Martien Versteegh

‘ER MAG GEEN DRUK ZIJN OM TE BLIJVEN LEVEN’

NVVE-consulent Ruud Bos houdt spreekuren en gaat op huisbezoek