foto: Josje deekens

‘De uitspraak dat euthanasie door God verboden wordt, leidt alleen maar tot gigantische schuldgevoelens bij
degene die erom vraagt en dat is nergens voor nodig’

Eigenaar van dat leven

Ook in andere Bijbelse teksten komt diezelfde gedachte terug: de mens heeft geen beschikking over zijn eigen leven, want het is hem door God gegeven en daarom blijft God er de eigenaar van. Onzin, vindt Jans, omdat het volledig voorbijgaat aan wat het begrip ‘gave’ in deze context betekent. ‘Je moet het namelijk niet zien als een materiële transactie tussen mensen in de zin van Bismarcks do ut des – ik geef, opdat jij de verplichting zou voelen om ook iets terug te geven –, maar als een symbolische interactie tussen mensen op basis van een vrijwillige wederkerige relatie.’ 

Jans gebruikt al jaren dezelfde analogie om dit uit te leggen: het verschil tussen zijn horloge en trouwring. ‘Beide zijn mijn eigendom, maar toch zal ik mijn horloge gemakkelijker weggeven of verkopen dan mijn trouwring. Die laatste staat symbool voor het huwelijk tussen mij en mijn vrouw en daarmee draag ik een bepaalde verantwoordelijkheid voor die ring. Maar stel dat ik ooit zonder geld zou komen te zitten in een levensbedreigende situatie voor mijn vrouw. De enige manier om aan geld te komen is mijn trouwring verkopen. In zo’n noodsituatie zou ik dat doen, maar wel met een zeer zwaar gemoed. Hetzelfde geldt voor levensbeëindiging: het is een escaperoute die niemand voor zijn plezier kiest.’ 

Hoewel euthanasie de meest radicale beslissing is die je kunt nemen, maakt Jans toch een vergelijking met andere ingrijpende beslissingen over het leven. ‘Die nemen we voortdurend, zonder ons steeds af te vragen wat God daarvan zou vinden. Die inconsistentie stoort mij als wetenschapper en als gelovige. Ook beslissingen rondom het levenseinde zijn en blijven onze eigen verantwoordelijkheid.’

De gedachte dat euthanasie niet zou mogen van God of de kerk vormt soms een obstakel voor een euthanasieverzoek. Dr. Jan Jans, emeritus moraaltheoloog en docent ethiek aan Tilburg University en eveneens voorganger in woord- en communiediensten, vertelt hoe hij hier vanuit het katholieke geloof en ethiek over denkt. • Dieuwke de Boer

Moraaltheoloog en voorganger Jans over euthanasie bezien vanuit het katholieke geloof:

‘Beslissingen rondom levenseinde zijn en blijven onze eigen verantwoordelijkheid’  

Gevoel van vertrouwen

Maar wat betekent dit bijvoorbeeld voor zorgverleners die vanuit hun persoonlijke overtuiging geen voorstander zijn van euthanasie? ‘De meeste zorgverleners hebben een zeer genuanceerde kijk op euthanasie’, zegt Jans. ‘Bovendien zijn het nu eenmaal reële vragen van patiënten. En als je claimt goed voor je patiënten te zorgen, dan betekent dit ook dat je naar die vragen moet luisteren. Je moet je proberen in te leven in iemand die uitzichtloos en ondraaglijk lijdt. Hoewel dat bijna onmogelijk is voor iemand die dat niet meemaakt, mag je een patiënt nooit in de steek laten – ook al ben je het niet eens met wat diegene vraagt. Daar een open gesprek over voeren draagt alleen maar bij aan goede, menswaardige zorg. Niet alleen voor de patiënt, maar ook voor iedereen om hem of haar heen. Van de naaste familie tot de verpleegkundigen en degene die de euthanasie uiteindelijk uitvoert.’ 

En hoe verantwoord je als gelovige het besluit tot euthanasie dan voor jezelf? ‘Hoe mensen ook doodgaan, ze zullen nooit uit de hand van God vallen. Veel gelovigen hebben nog steeds het beeld van de straffende God: euthanasie doe je niet, je begaat een doodzonde en gaat dus beslist naar de hel. De wortel van die gedachte is dat onzinnige idee over eigendom. Als ik zeg dat ik het leven beschouw en ervaar als een gave van God, dan wil dat niet zeggen dat ik een afhankelijkheidsrelatie met God heb. Ik heb dus geen gevoel van totale afhankelijkheid, maar een onbreekbaar en onwankelbaar gevoel van vertrouwen. Om een voorbeeld te geven: een collega-moraaltheoloog die terminale keelkanker had, wist dat hij uiteindelijk zou overlijden door verstikking. Dat wilde hij beslist niet. Uiteindelijk stierf hij – uiteraard in overleg – door ingrijpen van zijn dokter. Toen ik hem voor zijn dood bezocht, vertelde hij me dat hij in een groot Gods-vertrouwen zou sterven. “Ik krijg dit wel uitgelegd”, zei hij. Dat vertrouwen zullen de meeste gelovigen ook voelen. De uitspraak dat euthanasie door God verboden wordt, leidt alleen maar tot gigantische schuldgevoelens bij degene die erom vraagt en dat is nergens voor nodig. Ik heb veel liever dat we ook daar onze eigen verantwoordelijkheid in nemen.’•

Open gesprek

Jans pleit voor een open gesprek over euthanasie. In dat kader noemt hij het artikel Palliatieve zorg en euthanasie: vijanden, buren of vrienden? van palliatief arts en jezuïet Marc Desmet. Dit artikel geeft goed weer hoe verschillende opvattingen van zorgverleners over euthanasie ervoor kunnen zorgen dat een open gesprek niet meer mogelijk is. 

Als palliatieve zorg en euthanasie vijanden van elkaar zijn, dan betekent dit dat palliatieve zorg euthanasie voorkomt en dat die laatste in geen enkel geval is toegestaan. Zijn ze vrienden, dan worden euthanasie en palliatie als evenwaardige alternatieven beschouwd en is de keuze aan de patiënt; zorgverleners voeren gewoon uit wat de wil is van de patiënt. 

Derde mogelijkheid is dat palliatieve zorg en euthanasie buren van elkaar zijn: ze proberen goed samen te leven, elkaar te respecteren en elkaar te helpen. Dit houdt in dat palliatieve zorgverleners open moeten staan voor euthanasievragen en er in volle openheid mee moeten omgaan. ‘Wat mij betreft is “ik wil euthanasie omdat ik het wil” een even onvruchtbaar standpunt als “alleen God heeft zeggenschap over leven en dood”. Beide standpunten maken het onmogelijk om er een open gesprek met elkaar over te voeren.’ 

Jans is van mening dat de Nederlandse euthanasiewetgeving een evenwichtig en voldoende zorgvuldig instrument is om te helpen omgaan met de vaak moeilijke vragen rondom het levenseinde. ‘Het is niet zo dat iemand ’s morgens bij de dokter binnenstapt, aankondigt dat-ie genoeg heeft van het leven en ’s middags euthanasie krijgt. Dat zijn spookverhalen van mensen die geen flauw benul hebben van hoe euthanasie in z’n werk gaat.’


Uit de CBS-publicatie Opvattingen over euthanasie uit 2019 blijkt dat de meerderheid van de volwassenen in Nederland vindt dat euthanasie in bepaalde omstandigheden mogelijk moet zijn. Ook gelovigen zijn er steeds minder fel tegen. Slechts 8 procent van de mensen die het CBS ondervroeg, is in alle gevallen tegen euthanasie. Het geloof speelt daarin een belangrijke rol, al hangt het wel af van de levensbeschouwelijke stroming die iemand aanhangt. Waar moslims het vaakst tegen zijn, hebben rooms-katholieken de meest open houding ten aanzien van euthanasie. 

Jans behoort tot die laatste groep. In 2000 publiceerde hij samen met hoogleraar ethiek Frits de Lange de bundel De dood in het geding. Hierin uiten theologen van diverse christelijke stromingen forse kritiek op de standpunten van hun kerken over de destijds voorgenomen euthanasiewetgeving. 

Volgens Jans vat een passage uit het lied Niemand leeft voor zichzelf, dat vaak bij uitvaarten in de kerk wordt gezongen, de kern van de rooms-katholieke tegenstand goed samen: ‘Niemand leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf. Wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.’ ‘Het cruciale punt is de manier waarop mensen dit toebehoren aan God invullen. Sommige menen dat zij eigendom zijn van de God die hen heeft geschapen en daarom niet zelf over hun leven mogen beschikken. Als Schepper heeft God bepaalde rechten op hun leven en zij hebben niet de autoriteit om zich die rechten toe te eigenen’, legt Jans uit. Wie vraagt om euthanasie gaat vanuit die gedachte dus in tegen de heerschappij van God over leven en dood.

foto: Josje deekens

Gevoel van vertrouwen

Maar wat betekent dit bijvoorbeeld voor zorgverleners die vanuit hun persoonlijke overtuiging geen voorstander zijn van euthanasie? ‘De meeste zorgverleners hebben een zeer genuanceerde kijk op euthanasie’, zegt Jans. ‘Bovendien zijn het nu eenmaal reële vragen van patiënten. En als je claimt goed voor je patiënten te zorgen, dan betekent dit ook dat je naar die vragen moet luisteren. Je moet je proberen in te leven in iemand die uitzichtloos en ondraaglijk lijdt. Hoewel dat bijna onmogelijk is voor iemand die dat niet meemaakt, mag je een patiënt nooit in de steek laten – ook al ben je het niet eens met wat diegene vraagt. Daar een open gesprek over voeren draagt alleen maar bij aan goede, menswaardige zorg. Niet alleen voor de patiënt, maar ook voor iedereen om hem of haar heen. Van de naaste familie tot de verpleegkundigen en degene die de euthanasie uiteindelijk uitvoert.’ 

En hoe verantwoord je als gelovige het besluit tot euthanasie dan voor jezelf? ‘Hoe mensen ook doodgaan, ze zullen nooit uit de hand van God vallen. Veel gelovigen hebben nog steeds het beeld van de straffende God: euthanasie doe je niet, je begaat een doodzonde en gaat dus beslist naar de hel. De wortel van die gedachte is dat onzinnige idee over eigendom. Als ik zeg dat ik het leven beschouw en ervaar als een gave van God, dan wil dat niet zeggen dat ik een afhankelijkheidsrelatie met God heb. Ik heb dus geen gevoel van totale afhankelijkheid, maar een onbreekbaar en onwankelbaar gevoel van vertrouwen. Om een voorbeeld te geven: een collega-moraaltheoloog die terminale keelkanker had, wist dat hij uiteindelijk zou overlijden door verstikking. Dat wilde hij beslist niet. Uiteindelijk stierf hij – uiteraard in overleg – door ingrijpen van zijn dokter. Toen ik hem voor zijn dood bezocht, vertelde hij me dat hij in een groot Gods-vertrouwen zou sterven. “Ik krijg dit wel uitgelegd”, zei hij. Dat vertrouwen zullen de meeste gelovigen ook voelen. De uitspraak dat euthanasie door God verboden wordt, leidt alleen maar tot gigantische schuldgevoelens bij degene die erom vraagt en dat is nergens voor nodig. Ik heb veel liever dat we ook daar onze eigen verantwoordelijkheid in nemen.’•

Open gesprek

Jans pleit voor een open gesprek over euthanasie. In dat kader noemt hij het artikel Palliatieve zorg en euthanasie: vijanden, buren of vrienden? van palliatief arts en jezuïet Marc Desmet. Dit artikel geeft goed weer hoe verschillende opvattingen van zorgverleners over euthanasie ervoor kunnen zorgen dat een open gesprek niet meer mogelijk is. 

Als palliatieve zorg en euthanasie vijanden van elkaar zijn, dan betekent dit dat palliatieve zorg euthanasie voorkomt en dat die laatste in geen enkel geval is toegestaan. Zijn ze vrienden, dan worden euthanasie en palliatie als evenwaardige alternatieven beschouwd en is de keuze aan de patiënt; zorgverleners voeren gewoon uit wat de wil is van de patiënt. 

Derde mogelijkheid is dat palliatieve zorg en euthanasie buren van elkaar zijn: ze proberen goed samen te leven, elkaar te respecteren en elkaar te helpen. Dit houdt in dat palliatieve zorgverleners open moeten staan voor euthanasievragen en er in volle openheid mee moeten omgaan. ‘Wat mij betreft is “ik wil euthanasie omdat ik het wil” een even onvruchtbaar standpunt als “alleen God heeft zeggenschap over leven en dood”. Beide standpunten maken het onmogelijk om er een open gesprek met elkaar over te voeren.’ 

Jans is van mening dat de Nederlandse euthanasiewetgeving een evenwichtig en voldoende zorgvuldig instrument is om te helpen omgaan met de vaak moeilijke vragen rondom het levenseinde. ‘Het is niet zo dat iemand ’s morgens bij de dokter binnenstapt, aankondigt dat-ie genoeg heeft van het leven en ’s middags euthanasie krijgt. Dat zijn spookverhalen van mensen die geen flauw benul hebben van hoe euthanasie in z’n werk gaat.’

Moraaltheoloog en voorganger Jans over euthanasie bezien vanuit het katholieke geloof:

‘Beslissingen rondom levenseinde zijn en blijven onze eigen verantwoordelijkheid’  

Eigenaar van dat leven

Ook in andere Bijbelse teksten komt diezelfde gedachte terug: de mens heeft geen beschikking over zijn eigen leven, want het is hem door God gegeven en daarom blijft God er de eigenaar van. Onzin, vindt Jans, omdat het volledig voorbijgaat aan wat het begrip ‘gave’ in deze context betekent. ‘Je moet het namelijk niet zien als een materiële transactie tussen mensen in de zin van Bismarcks do ut des – ik geef, opdat jij de verplichting zou voelen om ook iets terug te geven –, maar als een symbolische interactie tussen mensen op basis van een vrijwillige wederkerige relatie.’ 

Jans gebruikt al jaren dezelfde analogie om dit uit te leggen: het verschil tussen zijn horloge en trouwring. ‘Beide zijn mijn eigendom, maar toch zal ik mijn horloge gemakkelijker weggeven of verkopen dan mijn trouwring. Die laatste staat symbool voor het huwelijk tussen mij en mijn vrouw en daarmee draag ik een bepaalde verantwoordelijkheid voor die ring. Maar stel dat ik ooit zonder geld zou komen te zitten in een levensbedreigende situatie voor mijn vrouw. De enige manier om aan geld te komen is mijn trouwring verkopen. In zo’n noodsituatie zou ik dat doen, maar wel met een zeer zwaar gemoed. Hetzelfde geldt voor levensbeëindiging: het is een escaperoute die niemand voor zijn plezier kiest.’ 

Hoewel euthanasie de meest radicale beslissing is die je kunt nemen, maakt Jans toch een vergelijking met andere ingrijpende beslissingen over het leven. ‘Die nemen we voortdurend, zonder ons steeds af te vragen wat God daarvan zou vinden. Die inconsistentie stoort mij als wetenschapper en als gelovige. Ook beslissingen rondom het levenseinde zijn en blijven onze eigen verantwoordelijkheid.’

De gedachte dat euthanasie niet zou mogen van God of de kerk vormt soms een obstakel voor een euthanasieverzoek. Dr. Jan Jans, emeritus moraaltheoloog en docent ethiek aan Tilburg University en eveneens voorganger in woord- en communiediensten, vertelt hoe hij hier vanuit het katholieke geloof en ethiek over denkt. • Dieuwke de Boer


Uit de CBS-publicatie Opvattingen over euthanasie uit 2019 blijkt dat de meerderheid van de volwassenen in Nederland vindt dat euthanasie in bepaalde omstandigheden mogelijk moet zijn. Ook gelovigen zijn er steeds minder fel tegen. Slechts 8 procent van de mensen die het CBS ondervroeg, is in alle gevallen tegen euthanasie. Het geloof speelt daarin een belangrijke rol, al hangt het wel af van de levensbeschouwelijke stroming die iemand aanhangt. Waar moslims het vaakst tegen zijn, hebben rooms-katholieken de meest open houding ten aanzien van euthanasie. 

Jans behoort tot die laatste groep. In 2000 publiceerde hij samen met hoogleraar ethiek Frits de Lange de bundel De dood in het geding. Hierin uiten theologen van diverse christelijke stromingen forse kritiek op de standpunten van hun kerken over de destijds voorgenomen euthanasiewetgeving. 

Volgens Jans vat een passage uit het lied Niemand leeft voor zichzelf, dat vaak bij uitvaarten in de kerk wordt gezongen, de kern van de rooms-katholieke tegenstand goed samen: ‘Niemand leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf. Wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.’ ‘Het cruciale punt is de manier waarop mensen dit toebehoren aan God invullen. Sommige menen dat zij eigendom zijn van de God die hen heeft geschapen en daarom niet zelf over hun leven mogen beschikken. Als Schepper heeft God bepaalde rechten op hun leven en zij hebben niet de autoriteit om zich die rechten toe te eigenen’, legt Jans uit. Wie vraagt om euthanasie gaat vanuit die gedachte dus in tegen de heerschappij van God over leven en dood.