In deze rubriek bespreken Martien Versteegh en Marijke Hilhorst om beurten een selectie uit recent verschenen boeken die betrekking hebben op het levenseinde. Deze keer: Martien Versteegh

in beeld


€ 16,99  

KokBoekencentrum Uitgevers

 


Emeritus predikant Piet Schelling en SCEN-arts en voormalig gynaecoloog Ad Nuijten schreven samen Als het niet meer gaat om mensen te steunen ‘bij de bezinning op euthanasie en op onderwerpen die daarmee samenhangen’. Daar zijn ze wonderwel in geslaagd. Want dit boek is niet alleen interessant voor mensen die in God geloven, al doet de achterflap dat wel enigszins vermoeden: ‘Geloof in God en kiezen voor euthanasie – dat kan heel goed samengaan.’

Het geloof komt ook zeker uitgebreid aan bod, maar het boek gaat over het hele spectrum van het onderwerp. Schelling en Nuijten zijn van mening dat mens-zijn kiezen is: ‘Kiezen voor het einde in een situatie van verregaande afbraak kan een keuze zijn uit eerbied voor het leven en voor God, die ons het goede gunt.’ 

Nergens wordt het belerend of betweterig. Integendeel. Door uitvoerig alle aspecten van euthanasie te bespreken en verhalen te delen van mensen die ermee te maken krijgen, is het boek interessante leesstof voor iedereen die goed na wil denken over hoe hij of zij zich verhoudt tot het onderwerp, of je nu christelijk bent of atheïst, moslim of agnost. De auteurs willen een open, genuanceerd gesprek stimuleren. Zij veroordelen niemand, maar geloven in het belang van goede communicatie. Ook, of misschien wel juist, binnen de kerk. ‘De pastor hoeft zich niet altijd uit te spreken over het voor of tegen van zaken in het veld van euthanasie. Wezenlijker is haar aanwezigheid bij mensen die een beslissing hebben genomen. Het is mogelijk iemand te steunen en te begeleiden zonder volledig achter diens keuze te staan. [...] Gebrekkige communicatie veroorzaakt ruis en werkt afstand in de hand. Goede communicatie, verstrengeld met een empathische houding, werkt verbindend en brengt samen.’ Dit boek kan een goed startpunt zijn voor die communicatie met zo min mogelijk ruis.   •


€ 22,50  

Uitgeverij Podium

  


'Zachtjes klotst het water tegen de bemoste keien van de dijk. Een witte kat, een kort touw om de nek, met het uiteinde aan een tussen de keien geslagen houten pen bevestigd, deint mee op de donkere golfslag.’ 

Deze eerste zinnen van De goede dood zetten meteen de toon, die in het hele boek niet meer echt zal veranderen. Verwijst de naam van het dorp – Houweningen – naar het plaatsje dat vermoedelijk verging tijdens de Sint Elisabethsvloed van 1421? De dreiging van een overstroming in het dijkdorp is in ieder geval voelbaar. Maar hoewel het verhaal zeker aan vervlogen tijden doet denken, is dat eerder aan afgelopen eeuw dan vele eeuwen geleden. Moderne apparatuur, zoals mobiele telefoons, doet juist vermoeden dat de roman een waarschuwing is, dat het een beeld schetst van een wereld zoals die zou kunnen worden. 

De jonge huisarts Frans Czekalski betrekt in deze dystopische roman het huis van zijn voorganger, samen met zijn dementerende vader. Al snel wordt duidelijk dat dat voor opgetrokken wenkbrauwen zorgt in het dorp. Ze hebben er namelijk een prima euthanasieprogramma, waarvoor iedereen van boven de zeventig in aanmerking komt. Daar hóéft Frans zijn vader niet voor op te geven, zolang hij maar geen beroep doet op welke zorg of steun dan ook. Zoveel is duidelijk. 

Het is een roman die je bij de keel grijpt en niet meer loslaat. Frans lijkt af en toe verzet te voelen in het dorp waar een fascistische partij het voor het zeggen heeft. Maar zijn verzet is niet sterk. En juist dát maakt Ten Holt op een knappe wijze invoelbaar. Zijn boek geeft geen antwoorden, maar roept vragen en angstbeelden op. De expliciete seksscènes die de bizarre relatie tussen Frans en zijn buurvrouw Meeke beschrijven, voegen voor mijn gevoel weinig toe aan het verhaal, maar los daarvan is het lezen van dit boek zeer de moeite waard. 


€ 21,99  

Uitgeverij Podium

  


'Ik had altijd geweten dat als ik wilde begrijpen wat leven inhield, het noodzakelijk was om de dood te leren kennen. Maar met het gevoel dat het teweegbracht leek ik niet overweg te kunnen. Naast het verdriet groeide er een woede in me waar ik geen grip op had.’ 

Hoewel de hoofdpersoon een andere naam heeft dan de auteur – Daan in plaats van Paul – wordt het boek toch gepresenteerd als een autobiografische roman. Teunissen zegt daar in een interview in Het Parool over ‘dat een roman ruimte biedt om dingen te beschrijven die niet echt gebeurd zijn, maar die wel bijdragen aan het verhaal’. Naar eigen zeggen gaat dat slechts om details, zoals een gesprek dat Daan met zijn moeder voert als hij haar opzoekt in een inrichting. De auteur herinnert zich namelijk weinig meer van dat bezoek en besluit dat daarom in te vullen. Ze zeggen weleens dat de werkelijkheid wonderlijker is dan fictie en dat bevestigt dit boek, als het autobiografische gehalte daadwerkelijk zo groot is. Alles is intens in het leven van Daan: de relatie die hij op jonge leeftijd krijgt met een meisje dat net haar moeder verloren heeft, maar ook het gezin waarin hij opgroeit en de relatie die hij met zijn moeder heeft. Het zorgt voor boeiende leesstof. 


€ 24,99  

Cossee

  


Wat als je zus niet meer wil leven? Alle emoties die dan voorbijkomen, weet de Canadese schrijfster Miriam Toews bijzonder goed te beschrijven in Niemand zoals ik. Hier en daar leest het ietwat stroef, maar dat zou weleens met de vertaling te maken kunnen hebben. Het feit dat de Engelse titel All my puny sorrows in het Nederlands Niemand zoals ik is geworden – wat de lading van het verhaal veel minder dekt – versterkt dat vermoeden. Het verhaal zelf is krachtig en zorgt ervoor dat je meeleeft met beide zussen: Elfrieda, die het leven echt niet meer wil en haar zus Yoli vraagt met haar naar Zwitserland te gaan om er een einde aan te maken, en Yoli, die blijft hopen dat het goed komt met haar briljante, geweldige zus. 

‘Yoli, zei ze, ik haat je. 
Ik boog naar haar toe om haar een kus te geven en fluisterde dat ik dat wel wist, dat ik me daar bewust van was. Ik haat jou ook, zei ik. 
Dat was de eerste keer dat we ons grootste probleem min of meer hadden uitgesproken. Zij wilde dood en ik wilde dat ze bleef leven en we waren vijanden die elkaar liefhadden.’  •


€ 12,50  

Koppernik

  


Er is gelukkig steeds meer aandacht voor familieleden van mensen die kozen voor suïcide en ook voor mensen die zelf met een doodswens rondlopen, al is het taboe nog lang niet verdwenen. Maar wat betekent het eigenlijk voor hulpverleners die ermee te maken krijgen? 

De impact is vaak enorm groot, de aandacht ervoor klein. Daar wil GGz Breburg, gespecialiseerd in de zorg voor mensen met psychiatrische kwetsbaarheid, verandering in brengen met het publiceren van interviews met allerlei verschillende hulpverleners. Het interview met Sam, die niet in de zorg werkt, maar er wel mee te maken kreeg toen hij zelf suïcidaal was, voelt als een wat vreemde eend in de bijt in dit boek. Maar de andere verhalen schetsen een mooi, breed beeld van alle emoties en gevolgen die de suïcide van een patiënt kan hebben voor een zorgverlener. 

De auteur schrijft in haar nawoord terecht: ‘We moeten ook oog hebben voor de emoties die suïcide bij hulpverleners oproept.’ Uit sommige interviews blijkt dat menig hulpverlener het idee heeft zelf geen hulp te mogen vragen, omdat het immers bij het werk hoort. Maar daar gaat het ook mis. Mensen vallen uit, worstelen jaren met schuldgevoelens en angst, wat te voorkomen is door goede ondersteuning door collega’s en werkgevers. Buijssen: ‘Als zorgverlener mag je huilen, worstelen, boos worden, je machteloos voelen of opgelucht zijn.’ 

Het is misschien ietwat verbazend dat dat juist in de zorg niet vanzelfsprekend blijkt, maar des te belangrijker dat er nu aandacht aan wordt besteed. De verhalen zijn ook boeiend voor mensen die niet in de zorg werken, maar wel met suïcide te maken hebben gehad. 

In deze rubriek bespreken Martien Versteegh en Marijke Hilhorst om beurten een selectie uit recent verschenen boeken die betrekking hebben op het levenseinde. Deze keer: Martien Versteegh

in beeld


Emeritus predikant Piet Schelling en SCEN-arts en voormalig gynaecoloog Ad Nuijten schreven samen Als het niet meer gaat om mensen te steunen ‘bij de bezinning op euthanasie en op onderwerpen die daarmee samenhangen’. Daar zijn ze wonderwel in geslaagd. Want dit boek is niet alleen interessant voor mensen die in God geloven, al doet de achterflap dat wel enigszins vermoeden: ‘Geloof in God en kiezen voor euthanasie – dat kan heel goed samengaan.’

Het geloof komt ook zeker uitgebreid aan bod, maar het boek gaat over het hele spectrum van het onderwerp. Schelling en Nuijten zijn van mening dat mens-zijn kiezen is: ‘Kiezen voor het einde in een situatie van verregaande afbraak kan een keuze zijn uit eerbied voor het leven en voor God, die ons het goede gunt.’ 

Nergens wordt het belerend of betweterig. Integendeel. Door uitvoerig alle aspecten van euthanasie te bespreken en verhalen te delen van mensen die ermee te maken krijgen, is het boek interessante leesstof voor iedereen die goed na wil denken over hoe hij of zij zich verhoudt tot het onderwerp, of je nu christelijk bent of atheïst, moslim of agnost. De auteurs willen een open, genuanceerd gesprek stimuleren. Zij veroordelen niemand, maar geloven in het belang van goede communicatie. Ook, of misschien wel juist, binnen de kerk. ‘De pastor hoeft zich niet altijd uit te spreken over het voor of tegen van zaken in het veld van euthanasie. Wezenlijker is haar aanwezigheid bij mensen die een beslissing hebben genomen. Het is mogelijk iemand te steunen en te begeleiden zonder volledig achter diens keuze te staan. [...] Gebrekkige communicatie veroorzaakt ruis en werkt afstand in de hand. Goede communicatie, verstrengeld met een empathische houding, werkt verbindend en brengt samen.’ Dit boek kan een goed startpunt zijn voor die communicatie met zo min mogelijk ruis.   •


€ 20,99  

Meridiaan Uitgevers  


'Zachtjes klotst het water tegen de bemoste keien van de dijk. Een witte kat, een kort touw om de nek, met het uiteinde aan een tussen de keien geslagen houten pen bevestigd, deint mee op de donkere golfslag.’ 

Deze eerste zinnen van De goede dood zetten meteen de toon, die in het hele boek niet meer echt zal veranderen. Verwijst de naam van het dorp – Houweningen – naar het plaatsje dat vermoedelijk verging tijdens de Sint Elisabethsvloed van 1421? De dreiging van een overstroming in het dijkdorp is in ieder geval voelbaar. Maar hoewel het verhaal zeker aan vervlogen tijden doet denken, is dat eerder aan afgelopen eeuw dan vele eeuwen geleden. Moderne apparatuur, zoals mobiele telefoons, doet juist vermoeden dat de roman een waarschuwing is, dat het een beeld schetst van een wereld zoals die zou kunnen worden. 

De jonge huisarts Frans Czekalski betrekt in deze dystopische roman het huis van zijn voorganger, samen met zijn dementerende vader. Al snel wordt duidelijk dat dat voor opgetrokken wenkbrauwen zorgt in het dorp. Ze hebben er namelijk een prima euthanasieprogramma, waarvoor iedereen van boven de zeventig in aanmerking komt. Daar hóéft Frans zijn vader niet voor op te geven, zolang hij maar geen beroep doet op welke zorg of steun dan ook. Zoveel is duidelijk. 

Het is een roman die je bij de keel grijpt en niet meer loslaat. Frans lijkt af en toe verzet te voelen in het dorp waar een fascistische partij het voor het zeggen heeft. Maar zijn verzet is niet sterk. En juist dát maakt Ten Holt op een knappe wijze invoelbaar. Zijn boek geeft geen antwoorden, maar roept vragen en angstbeelden op. De expliciete seksscènes die de bizarre relatie tussen Frans en zijn buurvrouw Meeke beschrijven, voegen voor mijn gevoel weinig toe aan het verhaal, maar los daarvan is het lezen van dit boek zeer de moeite waard. 


€ 22,50  

Uitgeverij Podium

  


'Ik had altijd geweten dat als ik wilde begrijpen wat leven inhield, het noodzakelijk was om de dood te leren kennen. Maar met het gevoel dat het teweegbracht leek ik niet overweg te kunnen. Naast het verdriet groeide er een woede in me waar ik geen grip op had.’ 

Hoewel de hoofdpersoon een andere naam heeft dan de auteur – Daan in plaats van Paul – wordt het boek toch gepresenteerd als een autobiografische roman. Teunissen zegt daar in een interview in Het Parool over ‘dat een roman ruimte biedt om dingen te beschrijven die niet echt gebeurd zijn, maar die wel bijdragen aan het verhaal’. Naar eigen zeggen gaat dat slechts om details, zoals een gesprek dat Daan met zijn moeder voert als hij haar opzoekt in een inrichting. De auteur herinnert zich namelijk weinig meer van dat bezoek en besluit dat daarom in te vullen. Ze zeggen weleens dat de werkelijkheid wonderlijker is dan fictie en dat bevestigt dit boek, als het autobiografische gehalte daadwerkelijk zo groot is. Alles is intens in het leven van Daan: de relatie die hij op jonge leeftijd krijgt met een meisje dat net haar moeder verloren heeft, maar ook het gezin waarin hij opgroeit en de relatie die hij met zijn moeder heeft. Het zorgt voor boeiende leesstof. 


€ 21,99  

Uitgeverij Podium

  


Wat als je zus niet meer wil leven? Alle emoties die dan voorbijkomen, weet de Canadese schrijfster Miriam Toews bijzonder goed te beschrijven in Niemand zoals ik. Hier en daar leest het ietwat stroef, maar dat zou weleens met de vertaling te maken kunnen hebben. Het feit dat de Engelse titel All my puny sorrows in het Nederlands Niemand zoals ik is geworden – wat de lading van het verhaal veel minder dekt – versterkt dat vermoeden. Het verhaal zelf is krachtig en zorgt ervoor dat je meeleeft met beide zussen: Elfrieda, die het leven echt niet meer wil en haar zus Yoli vraagt met haar naar Zwitserland te gaan om er een einde aan te maken, en Yoli, die blijft hopen dat het goed komt met haar briljante, geweldige zus. 

‘Yoli, zei ze, ik haat je. 
Ik boog naar haar toe om haar een kus te geven en fluisterde dat ik dat wel wist, dat ik me daar bewust van was. Ik haat jou ook, zei ik. 
Dat was de eerste keer dat we ons grootste probleem min of meer hadden uitgesproken. Zij wilde dood en ik wilde dat ze bleef leven en we waren vijanden die elkaar liefhadden.’  •


€ 24,99  

Cossee

  


Er is gelukkig steeds meer aandacht voor familieleden van mensen die kozen voor suïcide en ook voor mensen die zelf met een doodswens rondlopen, al is het taboe nog lang niet verdwenen. Maar wat betekent het eigenlijk voor hulpverleners die ermee te maken krijgen? 

De impact is vaak enorm groot, de aandacht ervoor klein. Daar wil GGz Breburg, gespecialiseerd in de zorg voor mensen met psychiatrische kwetsbaarheid, verandering in brengen met het publiceren van interviews met allerlei verschillende hulpverleners. Het interview met Sam, die niet in de zorg werkt, maar er wel mee te maken kreeg toen hij zelf suïcidaal was, voelt als een wat vreemde eend in de bijt in dit boek. Maar de andere verhalen schetsen een mooi, breed beeld van alle emoties en gevolgen die de suïcide van een patiënt kan hebben voor een zorgverlener. 

De auteur schrijft in haar nawoord terecht: ‘We moeten ook oog hebben voor de emoties die suïcide bij hulpverleners oproept.’ Uit sommige interviews blijkt dat menig hulpverlener het idee heeft zelf geen hulp te mogen vragen, omdat het immers bij het werk hoort. Maar daar gaat het ook mis. Mensen vallen uit, worstelen jaren met schuldgevoelens en angst, wat te voorkomen is door goede ondersteuning door collega’s en werkgevers. Buijssen: ‘Als zorgverlener mag je huilen, worstelen, boos worden, je machteloos voelen of opgelucht zijn.’ 

Het is misschien ietwat verbazend dat dat juist in de zorg niet vanzelfsprekend blijkt, maar des te belangrijker dat er nu aandacht aan wordt besteed. De verhalen zijn ook boeiend voor mensen die niet in de zorg werken, maar wel met suïcide te maken hebben gehad. 


€ 12,50  

Koppernik