Foto: Anne Meijer

Na zich goed geïnformeerd te hebben over stoppen met eten en drinken besloot ze daarvan af te zien. Ze zou dan te maken krijgen met een traject waarbij intensieve, ook medische begeleiding nodig is. Weer die afhankelijkheid, niets voor Heleen. De consulent wees haar op literatuur over andere manieren van zorgvuldige zelfdoding. Heleen oriënteerde zich en maakte een keuze. Welke? Ze lacht: ‘Hoe minder mensen daarvan op de hoogte zijn, hoe beter. Helaas is de tijd nog niet rijp voor openheid op dit gebied.’

Het fascineert me wat een ogenschijnlijk levenslustige vrouw van 74 ertoe brengt geen 75 te willen worden. Ik nodig Heleen uit voor koffie in het café op de hoek. Eigenlijk wilde Heleen als puber al niet oud worden. ‘Gaat vast over’, zei de huisarts. ‘Hormonen maken een meisje soms somber.’ Toen ze tijdens haar studie de ware Jacob vond, dacht ze minder aan de dood. Wel weer na de geboorte van haar kinderen. ‘Gaat vast over’, zei de huisarts. ’Vrouwen hebben soms een postnatale depressie.’ Vanuit de verantwoordelijkheid als moeder zette Heleen door. Maar haar hele leven lang was er dat onderhuidse verlangen om níét door te zetten. Altijd kwam het gevoel terug dat het leven te weinig betekenis voor haar had. Door druk bezig te zijn met werk, sociale projecten en de kleinkinderen hield Heleen zich op de been. Jarenlang probeerde ze meer uit haar leven te halen met therapieën en medicijnen. Tevergeefs. Volgend jaar wordt Heleen 75 en ze is er klaar mee. Misschien wordt ze in de toekomst afhankelijk van anderen en verliest ze de regie. Daarom wil ze nu haar leven zelf beëindigen. ‘Beter laat dan nooit.’

Bij vertrek uit het café vraagt Heleen of ik afscheid van haar kom nemen, als het moment in zicht is. Met lood in de schoenen bel ik een paar weken later aan. Heleen ontvangt me vrolijk. Ze heeft het huis opgeruimd, afscheid genomen en haar kist staat klaar in de logeerkamer. Over twee dagen is het zover. Ik vraag Heleen of ze dan moreel ondersteund zal worden, want dat mag. Ze weet het, maar nee: ‘Na een zelfdoding stelt de recherche altijd een onderzoek in en dat wil ik niemand aandoen. Dan moeten de aanwezigen aantonen niet geholpen te hebben. Al jaren bepleit de NVVE dat hulp bij zelfdoding geen misdaad is, maar de politiek laat het afweten.’

Buiten denk ik aan een andere slogan van de NVVE: sterven doe je niet alleen. Hoe mooi zou het zijn als Heleen samen met dierbaren haar laatste reis zou kunnen beginnen. •

Jaap van Riemsdijk

Beter laat dan nooit  

Bij de NVVE werken zo’n 140 vrijwilligers. Ze doen presentaties, helpen bij bijeenkomsten, leggen huisbezoeken af en ondersteunen leden bij al hun vragen rond het levenseinde. Hans van Amstel-Jonker en Jaap van Riemsdijk zijn twee ervaren vrijwilligers. Om beurten beschrijven zij een ervaring uit de praktijk.
Deze keer: 
Jaap van Riemsdijk



'Jij ook hier?!’, roept iemand achter me. De zaal waarin de NVVE voorlichting geeft, is stampvol. Sinds het versoepelen van de covidmaatregelen worden NVVE-bijeenkomsten drukker bezocht dan ooit. Ik draai me om en zie Heleen (niet haar echte naam). Onlangs hebben we elkaar bij een buurtborrel toevallig ontmoet. Heleens komst naar deze bijeenkomst is allesbehalve toevallig.

Vele opmerkelijke vragen kwamen de afgelopen jaren tijdens het NVVE-werk op mijn pad. Maar nooit: wat te doen met forse darmklachten na stoppen met eten. ‘Ik ben 74 en wil absoluut geen 75 worden. Het is genoeg geweest’, verklaart ze haar aanwezigheid bij de bijeenkomst. Ik schrik, want als Heleen zo vitaal is als ze lijkt, moet ze zich extra goed laten informeren. Ik geef haar de NVVE-brochure Bewust stoppen met eten en drinken en raad haar aan ons Adviescentrum te bellen.

Een maand later ontmoet ik Heleen op straat. Ze is erg positief over het contact met de NVVE. Ze kwam in gesprek met een consulent die haar voorlichting gaf over humane wegen om het leven te beëindigen en oprechte belangstelling toonde voor de achtergronden van haar doodswens. Ook de mogelijkheid van euthanasie kwam ter sprake, maar daarvan wil Heleen niet weten. Het is haar beslissing en ze wil niet afhankelijk zijn van een arts. 

Foto: Anne Meijer

Na zich goed geïnformeerd te hebben over stoppen met eten en drinken besloot ze daarvan af te zien. Ze zou dan te maken krijgen met een traject waarbij intensieve, ook medische begeleiding nodig is. Weer die afhankelijkheid, niets voor Heleen. De consulent wees haar op literatuur over andere manieren van zorgvuldige zelfdoding. Heleen oriënteerde zich en maakte een keuze. Welke? Ze lacht: ‘Hoe minder mensen daarvan op de hoogte zijn, hoe beter. Helaas is de tijd nog niet rijp voor openheid op dit gebied.’

Het fascineert me wat een ogenschijnlijk levenslustige vrouw van 74 ertoe brengt geen 75 te willen worden. Ik nodig Heleen uit voor koffie in het café op de hoek. Eigenlijk wilde Heleen als puber al niet oud worden. ‘Gaat vast over’, zei de huisarts. ‘Hormonen maken een meisje soms somber.’ Toen ze tijdens haar studie de ware Jacob vond, dacht ze minder aan de dood. Wel weer na de geboorte van haar kinderen. ‘Gaat vast over’, zei de huisarts. ’Vrouwen hebben soms een postnatale depressie.’ Vanuit de verantwoordelijkheid als moeder zette Heleen door. Maar haar hele leven lang was er dat onderhuidse verlangen om níét door te zetten. Altijd kwam het gevoel terug dat het leven te weinig betekenis voor haar had. Door druk bezig te zijn met werk, sociale projecten en de kleinkinderen hield Heleen zich op de been. Jarenlang probeerde ze meer uit haar leven te halen met therapieën en medicijnen. Tevergeefs. Volgend jaar wordt Heleen 75 en ze is er klaar mee. Misschien wordt ze in de toekomst afhankelijk van anderen en verliest ze de regie. Daarom wil ze nu haar leven zelf beëindigen. ‘Beter laat dan nooit.’

Bij vertrek uit het café vraagt Heleen of ik afscheid van haar kom nemen, als het moment in zicht is. Met lood in de schoenen bel ik een paar weken later aan. Heleen ontvangt me vrolijk. Ze heeft het huis opgeruimd, afscheid genomen en haar kist staat klaar in de logeerkamer. Over twee dagen is het zover. Ik vraag Heleen of ze dan moreel ondersteund zal worden, want dat mag. Ze weet het, maar nee: ‘Na een zelfdoding stelt de recherche altijd een onderzoek in en dat wil ik niemand aandoen. Dan moeten de aanwezigen aantonen niet geholpen te hebben. Al jaren bepleit de NVVE dat hulp bij zelfdoding geen misdaad is, maar de politiek laat het afweten.’

Buiten denk ik aan een andere slogan van de NVVE: sterven doe je niet alleen. Hoe mooi zou het zijn als Heleen samen met dierbaren haar laatste reis zou kunnen beginnen. •



'Jij ook hier?!’, roept iemand achter me. De zaal waarin de NVVE voorlichting geeft, is stampvol. Sinds het versoepelen van de covidmaatregelen worden NVVE-bijeenkomsten drukker bezocht dan ooit. Ik draai me om en zie Heleen (niet haar echte naam). Onlangs hebben we elkaar bij een buurtborrel toevallig ontmoet. Heleens komst naar deze bijeenkomst is allesbehalve toevallig.

Vele opmerkelijke vragen kwamen de afgelopen jaren tijdens het NVVE-werk op mijn pad. Maar nooit: wat te doen met forse darmklachten na stoppen met eten. ‘Ik ben 74 en wil absoluut geen 75 worden. Het is genoeg geweest’, verklaart ze haar aanwezigheid bij de bijeenkomst. Ik schrik, want als Heleen zo vitaal is als ze lijkt, moet ze zich extra goed laten informeren. Ik geef haar de NVVE-brochure Bewust stoppen met eten en drinken en raad haar aan ons Adviescentrum te bellen.

Een maand later ontmoet ik Heleen op straat. Ze is erg positief over het contact met de NVVE. Ze kwam in gesprek met een consulent die haar voorlichting gaf over humane wegen om het leven te beëindigen en oprechte belangstelling toonde voor de achtergronden van haar doodswens. Ook de mogelijkheid van euthanasie kwam ter sprake, maar daarvan wil Heleen niet weten. Het is haar beslissing en ze wil niet afhankelijk zijn van een arts. 

Beter laat dan nooit  

Bij de NVVE werken zo’n 140 vrijwilligers. Ze doen presentaties, helpen bij bijeenkomsten, leggen huisbezoeken af en ondersteunen leden bij al hun vragen rond het levenseinde. Hans van Amstel-Jonker en Jaap van Riemsdijk zijn twee ervaren vrijwilligers. Om beurten beschrijven zij een ervaring uit de praktijk.
Deze keer: 
Jaap van Riemsdijk