De eerste scène van Een week is indrukwekkend. Als lezer ben je getuige van de euthanasie van Liz. Meer weten we dan nog niet over haar. Alleen dat ze stervende is en in gezelschap van een paar mensen. Daarna gaat het verhaal niet verder, maar schakelt schrijver Jeroen Theunissen juist terug. Naar de momenten vóór die euthanasie. Naar hoe Liz die dag opstond en dag ervoor én de dagen daarvoor. Een week lang volgen we haar leven terug, vanaf haar sterfdag naar de laatste verjaardag. Langzaam leer je zo als lezer steeds iets meer over Liz, haar leven en geliefden. Het is een opvallende vertelvorm, die verrassend goed werkt. De stervende Liz krijgt er met de dag een laagje bij. Ze kijkt naar buiten, naar de beuken in haar tuin en ziet haar geliefde Suz spelen met haar hond.

Al kijkend mijmert ze over momenten uit haar leven, haar jeugd en de relaties met geliefden. Om daarna weer terug te keren naar de realiteit, communicerend in korte zinnetjes. Met kleine intermezzo’s zoals een buurman die langskomt met bloemen en het dagelijks potje Rummikub dat ze met Suz speelt. Zelden is het mooischrijverij en de scènes zijn niet altijd rond, maar juist daarom is het zo krachtig. Door de stijl van Theunissen duik je diep in het hoofd van Liz en wordt Een week geen roman over een naderende dood, maar vooral een verhaal over liefde voor het leven.•

Een week

Jeroen Theunissen
De Bezige Bij  

Al in het begin van het boek blijkt dat de
76-jarige hoofdpersoon Martin alvleesklierkanker heeft en snel gaat overlijden. Zijn dokter raadt hem aan er niet zelf voortijdig een einde aan te maken, maar zijn veel jongere vrouw en zoontje van 6 jaar, David, de gelegenheid te geven afscheid van hem te nemen. Zo gezegd, zo gedaan. We volgen Martin op zijn pad naar zijn sterfbed. Daarbij leven we met hem mee bij het verwerken van het slechte nieuws en zijn ontkenning (‘wat hij daar te horen had gekregen, zou hij niet hebben gehoord. Wat hij niet had gehoord, zou niet hebben bestaan’) die overgaat in berusting. Ook lezen we mee met een brief die Martin - voor later als hij er niet meer is - aan David schrijft en leven we mee met het steeds verder wegvloeien van Martins krachten. Het is knap, invoelbaar opgeschreven. Er zitten ook verrassende ontwikkelingen in het verhaal, waardoor het geen moment saai wordt. •

Het late leven

Bernhard Schlinck
Cossee 

‘Hoeveel kinderen heb jij?’, vraagt een vrouw nietsvermoedend aan de Britse schrijfster Clare Mackintosh op het schoolplein. Die simpele vraag zorgt voor een rollercoaster aan gedachten. Het liefst rent Clare weg van het plein. Want wat zeg je als je een kind hebt verloren? Lieg je tegen iemand door je overleden kind niet mee te tellen? Of dwing je jezelf tot eerlijk antwoorden en neem je de verwarring en opvolgende vragen voor lief? 

Het is een scène uit het hoofdstuk ‘Ik beloof je dat je niet altijd geschokt zult zijn door vragen die je niet kunt beantwoorden’ en legt pijnlijk bloot hoe een simpele vraag een wond kan openrijten wanneer je kind is overleden.

Zelf ging Mackintosh na de dood van haar zoon Alex - die na vijf weken overleed - op zoek naar hulp in boeken. Wat moest ze doen nu ze haar kind verloren was en hoe werkte die rouw precies? Ze vond bergen aan informatie, maar ontdekte al snel dat rouw niet grijpbaar is. Dat je op verwachte en onverwachte momenten opeens overspoeld kunt worden door verdriet, maar net zo goed tijdens een uitvaart niets kunt voelen. Haar boek is vooral een persoonlijk verslag van alles wat haar overkwam, met achttien inzichten die anderen in de rouw wellicht kunnen helpen tot het weer iets beter gaat. ‘Verdriet is slechts een passagier, niet de bestuurder’, schrijft ze treffend. Ze formuleert haar inzichten voorzichtig en benadrukt steeds opnieuw dat alles voor de lezer niet net zo hoeft te werken. Desondanks biedt haar verhaal troost. Of het nu gaat over de pijn van verdriet die heel langzaam iets minder scherp zal worden of de rouwmoeheid die uiteindelijk zal afnemen; het zijn hoopvolle inzichten die je uit dit prachtig geschreven persoonlijke verhaal kunt halen. •

Ik beloof je dat het niet altijd zo'n pijn zal doen

Clare Mackintosh 
Kosmos

Verlies hoort bij het leven, maar het trauma van verlies is vaak complex. De Italiaanse psychoanalyticus Massimo Recalcati leidt in Het licht van de dode sterren de lezer langs de ingewikkelde gevoelens die bij die reis horen. De weg van de rouw schetst hij door psychologie, literatuur en filosofie met elkaar te verweven via de woorden en ideeën van onder anderen psychoanalyticus Jacques Lacan, Sartre en Freud. 

Volgens Recalcati ervaren we tijdens de rouw de dood van het wachten. Als iemand van je houdt, wordt er op je gewacht. Dat element verdwijnt bij de dood van een geliefde. Het is iets waar we bij leven soms bijna aan voorbijgaan, terwijl het in de rouw volgens hem een essentieel onderdeel wordt. Denk maar eens aan alle mensen die het na de dood van hun geliefde lastig vinden om thuis te komen, in een leeg en stil huis zonder die ene persoon.

Rouw overkomt je, benadrukt Recalciti. Niet alleen de golven van verdriet, maar ook het gevoel van eenzaamheid, onverwachte woede of momenten van angst en onzekerheid. Rouwen is hard werken, tot het heel langzaam zachter wordt. Het licht van dode sterren is bij vlagen een taai werkje, maar kan houvast en troost bieden als een groot verlies je overkomt. •

Het licht van dode sterren

Massimo Recalcati
De Bezige Bij 

Wat doe je als je zus opeens terminaal blijkt te zijn? Woody worstelt ermee. Vanaf het moment dat Lara haar diagnose krijgt, verandert alles voor het gezin waarin hij opgroeit. Hij is druk bezig om zichzelf en zijn seksualiteit te ontdekken, maar ziet tegelijk hoe zijn zus richting haar einde loopt. Hoe de behandeling aanslaat, ze toch weer achteruitgaat en ze als gezin heen en weer zwenken tussen hoop en vrees. Mooi is de scène waarin Woody zich op een feest heeft laten gaan en dronken thuiskomt. Woedend bijt zijn zus hem toe: ‘Ga jij gewoon feestvieren terwijl ik op sterven lig?!’ Het laat precies de spagaat zien waar Woody in zit. Dat schrijver Harmen van Liemt (23) zelf zijn jongere zus Floor verloor door kanker is merkbaar op iedere pagina. Heel precies schetst hij de complexiteit van het ziekteproces. Hoe dat nog het enige lijkt waar iedereen mee bezig is, hoe ze als gezin naar elkaar toe groeien en dat hun leven stilstaat en tegelijk doordendert. Lentekind is een soepel geschreven roman over volwassen worden, zoeken naar vrijheid en omgaan met verlies. Een krachtig verhaal, waarin voelbaar wordt hoe het is om te leven met de dood in zicht. •

Lentekind

Harmen van Liemt 
Meulenhoff

Bij rouw en verlies denken we vaak meteen aan de dood. Maar ook een scheiding, het verliezen van een vriendschap of vitale functies kan zorgen voor verliespijn. Rouw- en psychotherapeut Gina Moffa schreef met Doorgaan is niet hetzelfde als loslaten een gids voor het omgaan met al die verschillende situaties. Niet alleen geschikt voor de rouwende zelf, maar ook voor iedereen om hen heen, of dat nu naasten zijn of bijvoorbeeld werkgevers. 

Keer op keer maakt Moffa duidelijk dat je behoefte na een verlies kan wisselen, waardoor je soms enkel last minute kunt besluiten of een avondje uit nu wel of niet fijn is. Mooi is dat ze daarbij concrete adviezen geeft over hoe je dit kunt communiceren naar je geliefden, zodat je alleen kunt zijn zonder eenzaam te worden. Ook de omgeving helpt Moffa om woorden te vinden om rouwenden bij te staan. Het schema ‘platitudes versus troosten met compassie’ is direct toepasbaar. Zeg bijvoorbeeld liever niet ‘ik weet hoe je je voelt’, maar ‘ik weet niet precies hoe je je voelt, maar ik ben hier en luister’. Daarmee bied je volgens Moffa veel meer troost. En ga niet voor de ander bepalen hoe hij of zij zich moet voelen. Vraag de rouwende niet om sterk te zijn, maar leg liever uit dat sterk zijn niet nodig is en dat alle gevoelens er mogen zijn. Zo biedt Gina Moffa veel meer praktische handvatten om een ander te helpen én te ontdekken wat je eigen behoeften zijn als verlies je overkomt. •

Doorgaan is niet hetzelfde als loslaten

Ginna Moffa
Cargo

Rianne van der Molen

IN BEELD

Een week

Jeroen Theunissen
De Bezige Bij  

‘Hoeveel kinderen heb jij?’, vraagt een vrouw nietsvermoedend aan de Britse schrijfster Clare Mackintosh op het schoolplein. Die simpele vraag zorgt voor een rollercoaster aan gedachten. Het liefst rent Clare weg van het plein. Want wat zeg je als je een kind hebt verloren? Lieg je tegen iemand door je overleden kind niet mee te tellen? Of dwing je jezelf tot eerlijk antwoorden en neem je de verwarring en opvolgende vragen voor lief? 

Het is een scène uit het hoofdstuk ‘Ik beloof je dat je niet altijd geschokt zult zijn door vragen die je niet kunt beantwoorden’ en legt pijnlijk bloot hoe een simpele vraag een wond kan openrijten wanneer je kind is overleden.

Zelf ging Mackintosh na de dood van haar zoon Alex - die na vijf weken overleed - op zoek naar hulp in boeken. Wat moest ze doen nu ze haar kind verloren was en hoe werkte die rouw precies? Ze vond bergen aan informatie, maar ontdekte al snel dat rouw niet grijpbaar is. Dat je op verwachte en onverwachte momenten opeens overspoeld kunt worden door verdriet, maar net zo goed tijdens een uitvaart niets kunt voelen. Haar boek is vooral een persoonlijk verslag van alles wat haar overkwam, met achttien inzichten die anderen in de rouw wellicht kunnen helpen tot het weer iets beter gaat. ‘Verdriet is slechts een passagier, niet de bestuurder’, schrijft ze treffend. Ze formuleert haar inzichten voorzichtig en benadrukt steeds opnieuw dat alles voor de lezer niet net zo hoeft te werken. Desondanks biedt haar verhaal troost. Of het nu gaat over de pijn van verdriet die heel langzaam iets minder scherp zal worden of de rouwmoeheid die uiteindelijk zal afnemen; het zijn hoopvolle inzichten die je uit dit prachtig geschreven persoonlijke verhaal kunt halen. •

Ik beloof je dat het niet altijd zo'n pijn zal doen

Clare Mackintosh 
Kosmos

Verlies hoort bij het leven, maar het trauma van verlies is vaak complex. De Italiaanse psychoanalyticus Massimo Recalcati leidt in Het licht van de dode sterren de lezer langs de ingewikkelde gevoelens die bij die reis horen. De weg van de rouw schetst hij door psychologie, literatuur en filosofie met elkaar te verweven via de woorden en ideeën van onder anderen psychoanalyticus Jacques Lacan, Sartre en Freud. 

Volgens Recalcati ervaren we tijdens de rouw de dood van het wachten. Als iemand van je houdt, wordt er op je gewacht. Dat element verdwijnt bij de dood van een geliefde. Het is iets waar we bij leven soms bijna aan voorbijgaan, terwijl het in de rouw volgens hem een essentieel onderdeel wordt. Denk maar eens aan alle mensen die het na de dood van hun geliefde lastig vinden om thuis te komen, in een leeg en stil huis zonder die ene persoon.

Rouw overkomt je, benadrukt Recalciti. Niet alleen de golven van verdriet, maar ook het gevoel van eenzaamheid, onverwachte woede of momenten van angst en onzekerheid. Rouwen is hard werken, tot het heel langzaam zachter wordt. Het licht van dode sterren is bij vlagen een taai werkje, maar kan houvast en troost bieden als een groot verlies je overkomt. •

Het licht van dode sterren

Massimo Recalcati
De Bezige Bij 

Wat doe je als je zus opeens terminaal blijkt te zijn? Woody worstelt ermee. Vanaf het moment dat Lara haar diagnose krijgt, verandert alles voor het gezin waarin hij opgroeit. Hij is druk bezig om zichzelf en zijn seksualiteit te ontdekken, maar ziet tegelijk hoe zijn zus richting haar einde loopt. Hoe de behandeling aanslaat, ze toch weer achteruitgaat en ze als gezin heen en weer zwenken tussen hoop en vrees. Mooi is de scène waarin Woody zich op een feest heeft laten gaan en dronken thuiskomt. Woedend bijt zijn zus hem toe: ‘Ga jij gewoon feestvieren terwijl ik op sterven lig?!’ Het laat precies de spagaat zien waar Woody in zit. Dat schrijver Harmen van Liemt (23) zelf zijn jongere zus Floor verloor door kanker is merkbaar op iedere pagina. Heel precies schetst hij de complexiteit van het ziekteproces. Hoe dat nog het enige lijkt waar iedereen mee bezig is, hoe ze als gezin naar elkaar toe groeien en dat hun leven stilstaat en tegelijk doordendert. Lentekind is een soepel geschreven roman over volwassen worden, zoeken naar vrijheid en omgaan met verlies. Een krachtig verhaal, waarin voelbaar wordt hoe het is om te leven met de dood in zicht. •

Lentekind

Harmen van Liemt 
Meulenhoff

Bij rouw en verlies denken we vaak meteen aan de dood. Maar ook een scheiding, het verliezen van een vriendschap of vitale functies kan zorgen voor verliespijn. Rouw- en psychotherapeut Gina Moffa schreef met Doorgaan is niet hetzelfde als loslaten een gids voor het omgaan met al die verschillende situaties. Niet alleen geschikt voor de rouwende zelf, maar ook voor iedereen om hen heen, of dat nu naasten zijn of bijvoorbeeld werkgevers. 

Keer op keer maakt Moffa duidelijk dat je behoefte na een verlies kan wisselen, waardoor je soms enkel last minute kunt besluiten of een avondje uit nu wel of niet fijn is. Mooi is dat ze daarbij concrete adviezen geeft over hoe je dit kunt communiceren naar je geliefden, zodat je alleen kunt zijn zonder eenzaam te worden. Ook de omgeving helpt Moffa om woorden te vinden om rouwenden bij te staan. Het schema ‘platitudes versus troosten met compassie’ is direct toepasbaar. Zeg bijvoorbeeld liever niet ‘ik weet hoe je je voelt’, maar ‘ik weet niet precies hoe je je voelt, maar ik ben hier en luister’. Daarmee bied je volgens Moffa veel meer troost. En ga niet voor de ander bepalen hoe hij of zij zich moet voelen. Vraag de rouwende niet om sterk te zijn, maar leg liever uit dat sterk zijn niet nodig is en dat alle gevoelens er mogen zijn. Zo biedt Gina Moffa veel meer praktische handvatten om een ander te helpen én te ontdekken wat je eigen behoeften zijn als verlies je overkomt. •

Doorgaan is niet hetzelfde als loslaten

Ginna Moffa
Cargo

Rianne van der Molen

IN BEELD

De eerste scène van Een week is indrukwekkend. Als lezer ben je getuige van de euthanasie van Liz. Meer weten we dan nog niet over haar. Alleen dat ze stervende is en in gezelschap van een paar mensen. Daarna gaat het verhaal niet verder, maar schakelt schrijver Jeroen Theunissen juist terug. Naar de momenten vóór die euthanasie. Naar hoe Liz die dag opstond en dag ervoor én de dagen daarvoor. Een week lang volgen we haar leven terug, vanaf haar sterfdag naar de laatste verjaardag. Langzaam leer je zo als lezer steeds iets meer over Liz, haar leven en geliefden. Het is een opvallende vertelvorm, die verrassend goed werkt. De stervende Liz krijgt er met de dag een laagje bij. Ze kijkt naar buiten, naar de beuken in haar tuin en ziet haar geliefde Suz spelen met haar hond.

Al kijkend mijmert ze over momenten uit haar leven, haar jeugd en de relaties met geliefden. Om daarna weer terug te keren naar de realiteit, communicerend in korte zinnetjes. Met kleine intermezzo’s zoals een buurman die langskomt met bloemen en het dagelijks potje Rummikub dat ze met Suz speelt. Zelden is het mooischrijverij en de scènes zijn niet altijd rond, maar juist daarom is het zo krachtig. Door de stijl van Theunissen duik je diep in het hoofd van Liz en wordt Een week geen roman over een naderende dood, maar vooral een verhaal over liefde voor het leven.•

Het late leven

Bernhard Schlinck
Cossee 

Al in het begin van het boek blijkt dat de
76-jarige hoofdpersoon Martin alvleesklierkanker heeft en snel gaat overlijden. Zijn dokter raadt hem aan er niet zelf voortijdig een einde aan te maken, maar zijn veel jongere vrouw en zoontje van 6 jaar, David, de gelegenheid te geven afscheid van hem te nemen. Zo gezegd, zo gedaan. We volgen Martin op zijn pad naar zijn sterfbed. Daarbij leven we met hem mee bij het verwerken van het slechte nieuws en zijn ontkenning (‘wat hij daar te horen had gekregen, zou hij niet hebben gehoord. Wat hij niet had gehoord, zou niet hebben bestaan’) die overgaat in berusting. Ook lezen we mee met een brief die Martin - voor later als hij er niet meer is - aan David schrijft en leven we mee met het steeds verder wegvloeien van Martins krachten. Het is knap, invoelbaar opgeschreven. Er zitten ook verrassende ontwikkelingen in het verhaal, waardoor het geen moment saai wordt. •