Lotgenotencontact helpt twintigers en dertigers om te gaan met verlies

ILLUSTRATIE: BERNET RAGETLI

Julia realiseerde zich amper een dag na het overlijden van haar moeder al dat ze hulp nodig heeft bij de rouwverwerking. ‘Het lijkt alsof er geen ruimte is voor rouw als je zo jong bent. Het hoort ook niet dat je op deze leeftijd een ouder kwijtraakt’, merkt ze op, terwijl we door de onophoudelijke regen richting Park Bloeyendael lopen. ‘Mijn vriendinnen bieden veel steun, bijvoorbeeld door voor me te koken. Dat is heel lief, maar ondertussen gaan hun levens gewoon door. Daardoor voelt het alsof ik in een alternatief universum leef. Alles is anders en zal nooit meer hetzelfde zijn.’

Halverwege de wandeling pauzeren we onder een grote boom, waar Eline een gedicht van Freek de Jonge voordraagt:

naar wie gaat mijn verdriet
naar wie liever zelf getroost wordt
of naar wie wegkijkt
de pijn niet ziet
waar moet ik er mee heen
ik kan het niet alleen
naar wie gaat mijn verdriet
met wie kan ik er over praten
wie wil mijn zorgen kennen
en wie niet
waar moet ik er mee heen
ik kan het niet alleen
vroeger had je god en kon je bidden
vroeger dacht je ach het komt wel goed
vroeger ging je nooit verloren
nu weet je niet waar je het zoeken moet
naar wie gaat mijn verdriet
ik wil er niemand mee belasten
ieder heeft zelf meer dan genoeg
ik laat het in een lied
daar gaat mijn verdriet

OP SLEEPTOUW

Op de terugweg wandel ik met Sophie. Haar moeder had MS en ging gedurende Sophies tienerjaren zowel lichamelijk als cognitief langzaam achteruit. Hoewel ze wist dat ze haar moeder op een gegeven moment zou verliezen, heeft Sophie het erg moeilijk met het daadwerkelijke overlijden van haar moeder. ‘Het heeft een enorm gat geslagen in mijn leven en het verbaast me hoe erg het verdriet me verlamt. Wat je dan nodig hebt, is dat je wordt meegenomen, dat er naar je wordt omgekeken.’ 

Haar vader heeft veel mensen om zich heen die hem op sleeptouw nemen, zegt ze. ‘Als je jong bent moet je zelf naar iemand toe gaan, maar ik verlang er juist naar om ook opgevangen te worden. Ik voel me verlaten, maar vind het lastig om hulp te vragen. De ziekte van mijn moeder was voor de buitenwereld lange tijd tamelijk onzichtbaar en binnen mijn familie is er weinig aandacht besteed aan mijn gevoelens op de manier die ik nodig had. Daardoor heb ik sinds het definitief verliezen van mijn moeder zelf moeten uitvogelen dat het oké is om het verdriet er te laten zijn en hoe ik daar dan mee om kan gaan. Dat is moeilijk als je het tegenovergestelde geleerd hebt. Waar de leeftijdsgenoten van mijn vader meer ervaring hebben met het ondersteunen van iemand die rouwt, hebben mijn vrienden dat veel minder. 

Het leven van twintigers gaat in een hard tempo, ze hebben veel andere dingen aan hun hoofd. Het fijne aan de activiteiten van Stichting TrösT is dat je hier niet degene bent die iets hoeft aan te snijden. Het is er gewoon. Ruimte maken voor rouw is ingewikkeld op onze leeftijd. Je moet kunnen vertragen en dat is erg moeilijk in deze wereld. Dan is het fijn om het er een keer wat langer over te kunnen hebben met mensen die begrijpen wat je doormaakt’, aldus Sophie.

Als we weer bij het standbeeld van koningin Wilhelmina zijn aangekomen, vragen Coby en Eline hoe de deelnemers terugkijken op de wandeling. Max vond het prettig. ‘Veel dingen hoef je niet uit te leggen, waardoor je gemakkelijk de diepte in kunt.’ Julia zegt dat ze rustig naar huis gaat. ‘Wat ik van de anderen hoorde, was heel herkenbaar en dat voelt heel fijn.’ Ook Sophie vond het fijn. ‘Maar mijn hoofd zit vol, ook van mijn eigen gedachten.’ Na het afscheid verdwijnt iedereen tussen de bomen, op weg naar huis. Het regent nog steeds. •

Op trost.nl staat meer informatie over Stichting TrösT

*) Julia’s echte naam is bekend bij de redactie

Eline en Coby vragen of iemand nog iets kwijt wil na het horen van dit gedicht. Max omschrijft het als ‘treffend’. Hij vertelt dat hij de mensen die dicht bij hem staan op een andere manier heeft leren kennen na het verlies van zijn moeder. ‘Het is precies zoals in het gedicht: wie wil het verdriet zien en wie niet? Ik dacht dat ik veel zou hebben aan de vrienden die ik al lang ken, maar mijn behoeften blijken niet aan te sluiten bij wat zij kunnen bieden’, zegt Max. ‘Iedereen gaat verder met zijn of haar eigen leven, maar mijn verdriet is niet iets lineairs. Soms zakt het even weg, om vervolgens twee keer zo hard weer terug te komen. Op die momenten is het fijn om het daar met iemand over te hebben. De vrienden met wie ik de diepte in kan, zoek ik dan eerder op.’ 

Julia reageert door op te merken dat ze haar verdriet niet aan anderen wil opleggen. ‘Dat heb ik altijd al lastig gevonden, maar nu helemaal. Veel mensen weten niet goed wat ze ermee aan moeten. Door het contact oppervlakkig te houden, hoeven ze er niks mee. Dat maakt het een uitdaging om mijn gevoelens met anderen te delen.’

ZOEKTOCHT

Stichting TrösT organiseert maandelijks een huiskameravond of een wandeling. Daarnaast nam ze een paar keer het initiatief voor een boekbespreking met schrijvers die zelf op jonge leeftijd een ouder of ouders verloren en daardoor weten aan te sluiten bij de beleving van deze doelgroep. De thema’s die tijdens deze bijeenkomsten voorbijkomen zijn onder andere gevoelens van eenzaamheid, de zoektocht naar wat voor jezelf helpt en hoe om te gaan met je omgeving en vrienden die niet begrijpen wat jij doormaakt. Deelnemers geven aan dat het mogelijk maken van deze ontmoetingen veiligheid biedt en mooie gesprekken oplevert, dat het zorgt voor (h)erkenning en steun en dat het fijn is om zo gericht een moment te hebben om aandacht te besteden aan het verlies van een dierbare.

Als we onderweg zijn, vertrouwt Julia me toe dat ze een enorme drempel over moest om naar deze wandeling te gaan. ‘Toen ik hier aankwam, dacht ik nog bij mezelf: zal ik omkeren en naar huis gaan?’ Ze besloot toch te blijven. Waar ze naar op zoek is? ‘Herkenning. Ook wil ik graag horen hoe anderen omgaan met verlies. Iedereen doet dat op een andere manier. Zo zitten mijn broer en ik op een heel andere frequentie. Hij vindt afleiding in praktische dingen, zoals werk en gezin. Ergens lijkt het me fijn dat je even kan vluchten voor je verdriet, maar ik merk dat ik daar toch anders in zit.’ 

Het is maandagavond als ik beschutting zoek onder een grote boom in het Utrechtse Wilhelminapark terwijl ik op de andere wandelaars wacht. Want wat op de buienradar een klein buitje leek, is in werkelijkheid anders: de regen komt met bakken uit de hemel. De wandeling van Stichting TrösT gaat gewoon door. Gehuld in regenjassen en gewapend met paraplu’s verzamelen we bij het standbeeld van koningin Wilhelmina. Vrijwilligers Eline en Coby nemen Sophie (25), Max (31) en Julia (34) *) vandaag mee op een rondje door het groen van Park Bloeyendael en de Voorveldse Polder.

Tijdens het voorstelrondje vertelt Max dat hij zijn moeder tweeënhalf jaar geleden verloor. Haar plotselinge dood was voor hem een enorme schok. In eerste instantie ging zijn aandacht uit naar de familie, maar nu is het tijd om op zichzelf te focussen. Sophie bezocht al eerder activiteiten van Stichting TrösT. Zij verloor in oktober 2023 haar moeder, die al lange tijd aan MS leed. Ze vindt het lastig om over haar verdriet te praten en hoopt dat vanavond wél te kunnen doen. Julia verloor kortgeleden haar moeder. Heel plotseling, net als Max. Ze is erg zoekende in hoe ze met dit verlies moet omgaan en hoopt van de anderen te leren.

Rouwen als je jong bent, is ingewikkeld. Maar weinig leeftijdsgenoten hebben hetzelfde meegemaakt als jij en je vrienden zijn vaak met heel andere dingen bezig. Voor de vrijwilligers van de Utrechtse Stichting TrösT reden genoeg om juist activiteiten voor twintigers en dertigers te organiseren, waaronder avondwandelingen met lotgenoten. Relevant wandelde mee. •
Dieuwke de Boer

Hoe maak je ruimte voor  rouw?

Eline en Coby vragen of iemand nog iets kwijt wil na het horen van dit gedicht. Max omschrijft het als ‘treffend’. Hij vertelt dat hij de mensen die dicht bij hem staan op een andere manier heeft leren kennen na het verlies van zijn moeder. ‘Het is precies zoals in het gedicht: wie wil het verdriet zien en wie niet? Ik dacht dat ik veel zou hebben aan de vrienden die ik al lang ken, maar mijn behoeften blijken niet aan te sluiten bij wat zij kunnen bieden’, zegt Max. ‘Iedereen gaat verder met zijn of haar eigen leven, maar mijn verdriet is niet iets lineairs. Soms zakt het even weg, om vervolgens twee keer zo hard weer terug te komen. Op die momenten is het fijn om het daar met iemand over te hebben. De vrienden met wie ik de diepte in kan, zoek ik dan eerder op.’ 

Julia reageert door op te merken dat ze haar verdriet niet aan anderen wil opleggen. ‘Dat heb ik altijd al lastig gevonden, maar nu helemaal. Veel mensen weten niet goed wat ze ermee aan moeten. Door het contact oppervlakkig te houden, hoeven ze er niks mee. Dat maakt het een uitdaging om mijn gevoelens met anderen te delen.’

Julia realiseerde zich amper een dag na het overlijden van haar moeder al dat ze hulp nodig heeft bij de rouwverwerking. ‘Het lijkt alsof er geen ruimte is voor rouw als je zo jong bent. Het hoort ook niet dat je op deze leeftijd een ouder kwijtraakt’, merkt ze op, terwijl we door de onophoudelijke regen richting Park Bloeyendael lopen. ‘Mijn vriendinnen bieden veel steun, bijvoorbeeld door voor me te koken. Dat is heel lief, maar ondertussen gaan hun levens gewoon door. Daardoor voelt het alsof ik in een alternatief universum leef. Alles is anders en zal nooit meer hetzelfde zijn.’

Halverwege de wandeling pauzeren we onder een grote boom, waar Eline een gedicht van Freek de Jonge voordraagt:

naar wie gaat mijn verdriet
naar wie liever zelf getroost wordt
of naar wie wegkijkt
de pijn niet ziet
waar moet ik er mee heen
ik kan het niet alleen
naar wie gaat mijn verdriet
met wie kan ik er over praten
wie wil mijn zorgen kennen
en wie niet
waar moet ik er mee heen
ik kan het niet alleen
vroeger had je god en kon je bidden
vroeger dacht je ach het komt wel goed
vroeger ging je nooit verloren
nu weet je niet waar je het zoeken moet
naar wie gaat mijn verdriet
ik wil er niemand mee belasten
ieder heeft zelf meer dan genoeg
ik laat het in een lied
daar gaat mijn verdriet

OP SLEEPTOUW

Op de terugweg wandel ik met Sophie. Haar moeder had MS en ging gedurende Sophies tienerjaren zowel lichamelijk als cognitief langzaam achteruit. Hoewel ze wist dat ze haar moeder op een gegeven moment zou verliezen, heeft Sophie het erg moeilijk met het daadwerkelijke overlijden van haar moeder. ‘Het heeft een enorm gat geslagen in mijn leven en het verbaast me hoe erg het verdriet me verlamt. Wat je dan nodig hebt, is dat je wordt meegenomen, dat er naar je wordt omgekeken.’ 

Haar vader heeft veel mensen om zich heen die hem op sleeptouw nemen, zegt ze. ‘Als je jong bent moet je zelf naar iemand toe gaan, maar ik verlang er juist naar om ook opgevangen te worden. Ik voel me verlaten, maar vind het lastig om hulp te vragen. De ziekte van mijn moeder was voor de buitenwereld lange tijd tamelijk onzichtbaar en binnen mijn familie is er weinig aandacht besteed aan mijn gevoelens op de manier die ik nodig had. Daardoor heb ik sinds het definitief verliezen van mijn moeder zelf moeten uitvogelen dat het oké is om het verdriet er te laten zijn en hoe ik daar dan mee om kan gaan. Dat is moeilijk als je het tegenovergestelde geleerd hebt. Waar de leeftijdsgenoten van mijn vader meer ervaring hebben met het ondersteunen van iemand die rouwt, hebben mijn vrienden dat veel minder. 

Het leven van twintigers gaat in een hard tempo, ze hebben veel andere dingen aan hun hoofd. Het fijne aan de activiteiten van Stichting TrösT is dat je hier niet degene bent die iets hoeft aan te snijden. Het is er gewoon. Ruimte maken voor rouw is ingewikkeld op onze leeftijd. Je moet kunnen vertragen en dat is erg moeilijk in deze wereld. Dan is het fijn om het er een keer wat langer over te kunnen hebben met mensen die begrijpen wat je doormaakt’, aldus Sophie.

Als we weer bij het standbeeld van koningin Wilhelmina zijn aangekomen, vragen Coby en Eline hoe de deelnemers terugkijken op de wandeling. Max vond het prettig. ‘Veel dingen hoef je niet uit te leggen, waardoor je gemakkelijk de diepte in kunt.’ Julia zegt dat ze rustig naar huis gaat. ‘Wat ik van de anderen hoorde, was heel herkenbaar en dat voelt heel fijn.’ Ook Sophie vond het fijn. ‘Maar mijn hoofd zit vol, ook van mijn eigen gedachten.’ Na het afscheid verdwijnt iedereen tussen de bomen, op weg naar huis. Het regent nog steeds. •

Op trost.nl staat meer informatie over Stichting TrösT

*) Julia’s echte naam is bekend bij de redactie

ILLUSTRATIE: BERNET RAGETLI

ZOEKTOCHT

Stichting TrösT organiseert maandelijks een huiskameravond of een wandeling. Daarnaast nam ze een paar keer het initiatief voor een boekbespreking met schrijvers die zelf op jonge leeftijd een ouder of ouders verloren en daardoor weten aan te sluiten bij de beleving van deze doelgroep. De thema’s die tijdens deze bijeenkomsten voorbijkomen zijn onder andere gevoelens van eenzaamheid, de zoektocht naar wat voor jezelf helpt en hoe om te gaan met je omgeving en vrienden die niet begrijpen wat jij doormaakt. Deelnemers geven aan dat het mogelijk maken van deze ontmoetingen veiligheid biedt en mooie gesprekken oplevert, dat het zorgt voor (h)erkenning en steun en dat het fijn is om zo gericht een moment te hebben om aandacht te besteden aan het verlies van een dierbare.

Als we onderweg zijn, vertrouwt Julia me toe dat ze een enorme drempel over moest om naar deze wandeling te gaan. ‘Toen ik hier aankwam, dacht ik nog bij mezelf: zal ik omkeren en naar huis gaan?’ Ze besloot toch te blijven. Waar ze naar op zoek is? ‘Herkenning. Ook wil ik graag horen hoe anderen omgaan met verlies. Iedereen doet dat op een andere manier. Zo zitten mijn broer en ik op een heel andere frequentie. Hij vindt afleiding in praktische dingen, zoals werk en gezin. Ergens lijkt het me fijn dat je even kan vluchten voor je verdriet, maar ik merk dat ik daar toch anders in zit.’ 

Het is maandagavond als ik beschutting zoek onder een grote boom in het Utrechtse Wilhelminapark terwijl ik op de andere wandelaars wacht. Want wat op de buienradar een klein buitje leek, is in werkelijkheid anders: de regen komt met bakken uit de hemel. De wandeling van Stichting TrösT gaat gewoon door. Gehuld in regenjassen en gewapend met paraplu’s verzamelen we bij het standbeeld van koningin Wilhelmina. Vrijwilligers Eline en Coby nemen Sophie (25), Max (31) en Julia (34) *) vandaag mee op een rondje door het groen van Park Bloeyendael en de Voorveldse Polder.

Tijdens het voorstelrondje vertelt Max dat hij zijn moeder tweeënhalf jaar geleden verloor. Haar plotselinge dood was voor hem een enorme schok. In eerste instantie ging zijn aandacht uit naar de familie, maar nu is het tijd om op zichzelf te focussen. Sophie bezocht al eerder activiteiten van Stichting TrösT. Zij verloor in oktober 2023 haar moeder, die al lange tijd aan MS leed. Ze vindt het lastig om over haar verdriet te praten en hoopt dat vanavond wél te kunnen doen. Julia verloor kortgeleden haar moeder. Heel plotseling, net als Max. Ze is erg zoekende in hoe ze met dit verlies moet omgaan en hoopt van de anderen te leren.

Rouwen als je jong bent, is ingewikkeld. Maar weinig leeftijdsgenoten hebben hetzelfde meegemaakt als jij en je vrienden zijn vaak met heel andere dingen bezig. Voor de vrijwilligers van de Utrechtse Stichting TrösT reden genoeg om juist activiteiten voor twintigers en dertigers te organiseren, waaronder avondwandelingen met lotgenoten. Relevant wandelde mee. •
Dieuwke de Boer

Hoe maak je ruimte voor  rouw?

Lotgenotencontact helpt twintigers en dertigers om te gaan met verlies