NU... OF NOOIT

Foto: shody careman

Wilsverklaring in de maak

Valentijn: ‘En hoe het uiteindelijk voor ons gaat uitpakken? Zekerheid heb je nooit. Dat leren we ook van dit traject, van onze research en gesprekken: hoe goed je je levenseindewensen ook op orde en besproken hebt met dierbaren en artsen, volledige zelfbeschikking bestaat niet.’ 

Mirte: ‘Euthanasie is geen rechte weg. Uiteindelijk weet je nooit of het uitgevoerd gaat worden, hoe de arts reageert, hoe jij zélf reageert als het moment daar is. Het beste wat je kunt doen is er steeds over in gesprek blijven: met je naasten, je huisarts en met jezelf, niet te vergeten. Want dat vind ik ook de winst van dit proces: door zo gericht over het levenseinde te lezen, te denken en te praten, leer je ook veel over jezelf. Hoe wil ik leven, hoe wil ik sterven? Wat heb ik daarvoor nodig? Alles bij elkaar heeft dit extra diepgang aan mijn leven gegeven,
merk ik.’•

‘We voelen ons serieus genomen. En alles wijst erop dat ze ons zorgvuldig naar de eindstreep wil begeleiden.’

Mirte: ‘Door de openheid en haar meedenken kreeg ik het gevoel dat we bij haar in goede handen zijn.’ 

Valentijn: ‘We voelen ons serieus genomen. En alles wijst erop dat ze ons zorgvuldig naar de eindstreep wil begeleiden.’

Mirte: ‘Eindstreep? Oef, dat klinkt zo pertinent. Ik kan me voorstellen dat mensen daarvan schrikken als ze dat lezen.’

Valentijn: ‘Maar zo is het wel, toch?’

Mirte: ‘Hoe dan ook vind ik het een fijne gedachte dat ze nu betrokken is bij het proces. We hebben afgesproken dat ze onze wilsverklaringen goed gaat doorlezen en zo nodig terugkomt met feedback. Ze benadrukte hoe belangrijk het is om onze wilsverklaringen regelmatig onder de loep te nemen. En mij gaf ze als tip om nauwkeuriger te formuleren hoe ik kwaliteit van leven zie, wat daarin voor mij belangrijk is. Want bij de beoordeling van je euthanasiewens schijnt dat beeld voor een arts doorslaggevend te zijn wanneer het erop aankomt. Terwijl ik juist dacht: ik schrijf kort en bondig op wat ik per se niet wil, zoals gereanimeerd worden.’ 

Mirte: ‘Ze reageerde heel duidelijk: als het zover komt, wil ze ons begeleiden bij een eventueel euthanasietraject. Maar, zoals ze er nu in staat, zal zij niet degene zijn die de euthanasie uitvoert. Dat wringt namelijk met haar levensovertuiging (antroposofen zijn terughoudend in euthanasie, net als in het christendom wordt er verschillend over gedacht, red.).’

Valentijn: ‘Al zei ze er meteen bij dat ze de mogelijkheid openhoudt, omdat haar kijk op euthanasie door de jaren heen kan veranderen.’

Mirte: ‘Ze vroeg of dat voor ons een probleem is. En of het een reden is om over te stappen naar een andere huisartsenpraktijk. Haar collega’s staan er namelijk hetzelfde in.’

Valentijn: ‘Ik vond haar eerlijkheid wel prettig. Ik kreeg echt het gevoel dat alles bespreekbaar is.’ 

Mirte: ‘En ergens snap ik haar standpunt ook. Artsen zijn opgeleid om mensen te behandelen en genezen, niet om ze te laten sterven. Maar in Nederland heb je de medische wereld nu eenmaal nodig voor euthanasie.’

Valentijn: ‘Voor nu zien we geen noodzaak om naar een andere praktijk te gaan. Ik vroeg haar of er een regionaal netwerk bestaat van huisartsen naar wie ze ons op het moment suprême kan doorverwijzen, als alternatief voor het Expertisecentrum Euthanasie. Dat idee zou ons natuurlijk wel comfort geven. Ze gaat het uitzoeken en komt erop terug.’ 

Hoe raadzaam het is om een wilsverklaring te hebben, weten we allemaal. En toch: zie je levenseindewensen maar eens op papier te krijgen en vervolgens te overleggen met je familie en huisarts. Dat is best een toer, waar je jarenlang tegenaan kunt hikken. Mirte (57) en Valentijn (58) Kerklaan uit Gouda – dertig jaar getrouwd, twee dochters en drie kleinkinderen – zitten middenin dat proces en Relevant volgt het echtpaar op de voet. In de vorige edities vertelden ze hoe zij hun wensen formuleerden en hun afwegingen bespraken met hun dochters. In dit laatste deel gaan ze om de tafel met de huisarts: kan en wil deze het echtpaar begeleiden, en hoe dan precies? • Teus Lebbing



Kordaat had Mirte de telefoon gepakt om een afspraak met de huisarts te maken. Maar dat was niet zomaar gepiept. Wat bleek? Voor consulten over levenseindewensen trekt hun huisartsenpraktijk drie kwartier uit. En die ruimte is niet acuut voorhanden in de patiëntendrukte van alledag. 

Mirte: ‘Uiteindelijk konden we een maand later terecht. Prima natuurlijk, zo’n haast hadden we niet. Ik vond het bovendien een goed teken dat de praktijk zo de tijd neemt om hierbij stil te staan. We komen er inmiddels twintig jaar, maar hoe hiermee wordt omgegaan, wisten we nog niet.’

Valentijn: ‘Ik was sowieso wel nieuwsgierig naar de reactie op onze wilsverklaringen, want het is een antroposofische huisartsenpraktijk. Daar hebben we ooit voor gekozen vanwege de meer holistische kijk op gezondheid, die verder reikt dan het medische. Er is veel aandacht voor de gehele mens, dat spreekt ons aan.’

Mirte: ‘Maar we zijn heel nuchter hoor, en maken onze eigen afwegingen.’

Valentijn: ‘Voor het overleg over onze levenseindewensen troffen we de jongste arts uit de praktijk, ik schat haar begin dertig. Ze was heel bedachtzaam, geïnteresseerd in onze overwegingen en had duidelijk veel kennis van de gang van zaken rondom euthanasie.’ 

Mirte: ‘Dat stelde me gerust. Net als het feit dat we er zo open over konden praten. Ik hoor geregeld verhalen over huisartsen die zeggen: daar gaan we het niet over hebben.’

Valentijn: ‘Ze vroeg ook door, wilde weten hoe we in het leven staan. Ik benadrukte dat voor ons de kwaliteit vooropstaat en dat we, waar dat kan, over ons eigen leven willen beschikken.’

Wilsverklaring in de maak 
NU... OF NOOIT

Wilsverklaring in de maak

Foto's: Shody Careman

Valentijn: ‘En hoe het uiteindelijk voor ons gaat uitpakken? Zekerheid heb je nooit. Dat leren we ook van dit traject, van onze research en gesprekken: hoe goed je je levenseindewensen ook op orde en besproken hebt met dierbaren en artsen, volledige zelfbeschikking bestaat niet.’ 

Mirte: ‘Euthanasie is geen rechte weg. Uiteindelijk weet je nooit of het uitgevoerd gaat worden, hoe de arts reageert, hoe jij zélf reageert als het moment daar is. Het beste wat je kunt doen is er steeds over in gesprek blijven: met je naasten, je huisarts en met jezelf, niet te vergeten. Want dat vind ik ook de winst van dit proces: door zo gericht over het levenseinde te lezen, te denken en te praten, leer je ook veel over jezelf. Hoe wil ik leven, hoe wil ik sterven? Wat heb ik daarvoor nodig? Alles bij elkaar heeft dit extra diepgang aan mijn leven gegeven,
merk ik.’•

Mirte: ‘Door de openheid en haar meedenken kreeg ik het gevoel dat we bij haar in goede handen zijn.’ 

Valentijn: ‘We voelen ons serieus genomen. En alles wijst erop dat ze ons zorgvuldig naar de eindstreep wil begeleiden.’

Mirte: ‘Eindstreep? Oef, dat klinkt zo pertinent. Ik kan me voorstellen dat mensen daarvan schrikken als ze dat lezen.’

Valentijn: ‘Maar zo is het wel, toch?’

Mirte: ‘Hoe dan ook vind ik het een fijne gedachte dat ze nu betrokken is bij het proces. We hebben afgesproken dat ze onze wilsverklaringen goed gaat doorlezen en zo nodig terugkomt met feedback. Ze benadrukte hoe belangrijk het is om onze wilsverklaringen regelmatig onder de loep te nemen. En mij gaf ze als tip om nauwkeuriger te formuleren hoe ik kwaliteit van leven zie, wat daarin voor mij belangrijk is. Want bij de beoordeling van je euthanasiewens schijnt dat beeld voor een arts doorslaggevend te zijn wanneer het erop aankomt. Terwijl ik juist dacht: ik schrijf kort en bondig op wat ik per se niet wil, zoals gereanimeerd worden.’ 

Mirte: ‘Ze reageerde heel duidelijk: als het zover komt, wil ze ons begeleiden bij een eventueel euthanasietraject. Maar, zoals ze er nu in staat, zal zij niet degene zijn die de euthanasie uitvoert. Dat wringt namelijk met haar levensovertuiging (antroposofen zijn terughoudend in euthanasie, net als in het christendom wordt er verschillend over gedacht, red.).’

Valentijn: ‘Al zei ze er meteen bij dat ze de mogelijkheid openhoudt, omdat haar kijk op euthanasie door de jaren heen kan veranderen.’

Mirte: ‘Ze vroeg of dat voor ons een probleem is. En of het een reden is om over te stappen naar een andere huisartsenpraktijk. Haar collega’s staan er namelijk hetzelfde in.’

Valentijn: ‘Ik vond haar eerlijkheid wel prettig. Ik kreeg echt het gevoel dat alles bespreekbaar is.’ 

Mirte: ‘En ergens snap ik haar standpunt ook. Artsen zijn opgeleid om mensen te behandelen en genezen, niet om ze te laten sterven. Maar in Nederland heb je de medische wereld nu eenmaal nodig voor euthanasie.’

Valentijn: ‘Voor nu zien we geen noodzaak om naar een andere praktijk te gaan. Ik vroeg haar of er een regionaal netwerk bestaat van huisartsen naar wie ze ons op het moment suprême kan doorverwijzen, als alternatief voor het Expertisecentrum Euthanasie. Dat idee zou ons natuurlijk wel comfort geven. Ze gaat het uitzoeken en komt erop terug.’ 



Kordaat had Mirte de telefoon gepakt om een afspraak met de huisarts te maken. Maar dat was niet zomaar gepiept. Wat bleek? Voor consulten over levenseindewensen trekt hun huisartsenpraktijk drie kwartier uit. En die ruimte is niet acuut voorhanden in de patiëntendrukte van alledag. 

Mirte: ‘Uiteindelijk konden we een maand later terecht. Prima natuurlijk, zo’n haast hadden we niet. Ik vond het bovendien een goed teken dat de praktijk zo de tijd neemt om hierbij stil te staan. We komen er inmiddels twintig jaar, maar hoe hiermee wordt omgegaan, wisten we nog niet.’

Valentijn: ‘Ik was sowieso wel nieuwsgierig naar de reactie op onze wilsverklaringen, want het is een antroposofische huisartsenpraktijk. Daar hebben we ooit voor gekozen vanwege de meer holistische kijk op gezondheid, die verder reikt dan het medische. Er is veel aandacht voor de gehele mens, dat spreekt ons aan.’

Mirte: ‘Maar we zijn heel nuchter hoor, en maken onze eigen afwegingen.’

Valentijn: ‘Voor het overleg over onze levenseindewensen troffen we de jongste arts uit de praktijk, ik schat haar begin dertig. Ze was heel bedachtzaam, geïnteresseerd in onze overwegingen en had duidelijk veel kennis van de gang van zaken rondom euthanasie.’ 

Mirte: ‘Dat stelde me gerust. Net als het feit dat we er zo open over konden praten. Ik hoor geregeld verhalen over huisartsen die zeggen: daar gaan we het niet over hebben.’

Valentijn: ‘Ze vroeg ook door, wilde weten hoe we in het leven staan. Ik benadrukte dat voor ons de kwaliteit vooropstaat en dat we, waar dat kan, over ons eigen leven willen beschikken.’

Hoe raadzaam het is om een wilsverklaring te hebben, weten we allemaal. En toch: zie je levenseindewensen maar eens op papier te krijgen en vervolgens te overleggen met je familie en huisarts. Dat is best een toer, waar je jarenlang tegenaan kunt hikken. Mirte (57) en Valentijn (58) Kerklaan uit Gouda – dertig jaar getrouwd, twee dochters en drie kleinkinderen – zitten middenin dat proces en Relevant volgt het echtpaar op de voet. In de vorige edities vertelden ze hoe zij hun wensen formuleerden en hun afwegingen bespraken met hun dochters. In dit laatste deel gaan ze om de tafel met de huisarts: kan en wil deze het echtpaar begeleiden, en hoe dan precies? • Teus Lebbing