De NVVE krijgt jaarlijks vele duizenden uiteenlopende vragen voorgelegd. In deze rubriek wordt er telkens één uitgelicht. Deze keer: wat doe ik met mijn pacemaker als ik euthanasie wil? Kan ik een schok krijgen tijdens het sterven?
U heeft volgens Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) het recht om een behandeling te laten stoppen en dus uw pacemaker uit te laten zetten of de batterij niet meer te vervangen. U kunt ook een euthanasieverzoek doen, maar op euthanasie heeft u geen recht. Dat is altijd een verzoek.
Het is zaak eerst duidelijkheid te krijgen over de functie van uw apparaat. De term pacemaker is algemeen ingeburgerd, maar het kan twee verschillende functies hebben. Ten eerste ‘pacing’. Hierbij worden voortdurend kleine elektrische pulsjes gegeven voor een regelmatig hartritme. Een andere vorm is de Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) die bij een hartstilstand (fibrillatie van het hart) een sterke schok afgeeft om het hart weer op gang te krijgen. Er zijn ook apparaatjes die beide functies hebben.
De ICD-functie van een pacemaker kan relatief eenvoudig worden uitgezet. Bij een volgende hartstilstand komt u dan te overlijden. Als u euthanasie krijgt, of in geval van een verwacht natuurlijk sterfbed, is het aan te raden de ICD uit te laten zetten. Daarmee wordt voorkomen dat de ICD een schok geeft tijdens het sterven. Dat kan een naar gezicht zijn voor de omstanders.
De pacing-functie van een pacemaker kan niet zo makkelijk worden uitgezet.
Bij euthanasie of een natuurlijke dood is dat ook niet nodig, omdat de hartspier dan niet meer functioneert. De lichte pulsjes van de pacemaker krijgen het hart niet meer op gang.
Meestal is de pacing-functie alleen bedoeld om een onregelmatig of traag kloppend hart een goed ritme te geven. Het wordt afgeraden om zo’n pacemaker uit te laten zetten. U overlijdt daardoor niet, maar ervaart wel slapte of benauwdheid.
Een uitzondering is de situatie waarbij uw hart helemaal geen eigen pulsjes geeft - of te weinig om u in leven te houden. Dit komt zeer zelden voor. Als zo’n pacemaker wordt uitgezet, overlijdt u snel. Voorafgaand aan het uitzetten van de pacemaker zult u in slaap worden gebracht, zodat u tijdens het sterven niet lijdt.
De NVVE hoort soms van leden dat hun cardioloog de pacemaker niet uit wil zetten. De cardioloog zegt bijvoorbeeld te zijn opgeleid om het hart van mensen te laten kloppen, niet om dat te laten stoppen. Maar artsen zijn opgeleid om lijden te verlichten. Ze moeten aan de wens van de patiënt voldoen. Als een cardioloog uw pacemaker niet uit wil zetten, wijs dan op de wet en de richtlijn van de cardiologenvereniging. Of bel met de NVVE; het Adviescentrum kan u verder informeren. •
VRAAG HET AAN DE NVVE
De NVVE krijgt jaarlijks vele duizenden uiteenlopende vragen voorgelegd. In deze rubriek wordt er telkens één uitgelicht. Deze keer: wat doe ik met mijn pacemaker als ik euthanasie wil? Kan ik een schok krijgen tijdens het sterven?
U heeft volgens Wet geneeskundige behandelings-overeenkomst (WGBO) het recht om een behandeling te laten stoppen en dus uw pacemaker uit te laten zetten of de batterij niet meer te vervangen. U kunt ook een euthanasieverzoek doen, maar op euthanasie heeft u geen recht. Dat is altijd een verzoek.
Het is zaak eerst duidelijkheid te krijgen over de functie van uw apparaat. De term pacemaker is algemeen ingeburgerd, maar het kan twee verschillende functies hebben. Ten eerste ‘pacing’. Hierbij worden voortdurend kleine elektrische pulsjes gegeven voor een regelmatig hartritme. Een andere vorm is de Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) die bij een hartstilstand (fibrillatie van het hart) een sterke schok afgeeft om het hart weer op gang te krijgen. Er zijn ook apparaatjes die beide functies hebben.
De ICD-functie van een pacemaker kan relatief eenvoudig worden uitgezet. Bij een volgende hartstilstand komt u dan te overlijden. Als u euthanasie krijgt, of in geval van een verwacht natuurlijk sterfbed, is het aan te raden de ICD uit te laten zetten. Daarmee wordt voorkomen dat de ICD een schok geeft tijdens het sterven. Dat kan een naar gezicht zijn voor de omstanders.
De pacing-functie van een pacemaker kan niet zo makkelijk worden uitgezet.
Bij euthanasie of een natuurlijke dood is dat ook niet nodig, omdat de hartspier dan niet meer functioneert. De lichte pulsjes van de pacemaker krijgen het hart niet meer op gang.
Meestal is de pacing-functie alleen bedoeld om een onregelmatig of traag kloppend hart een goed ritme te geven. Het wordt afgeraden om zo’n pacemaker uit te laten zetten. U overlijdt daardoor niet, maar ervaart wel slapte of benauwdheid.
Een uitzondering is de situatie waarbij uw hart helemaal geen eigen pulsjes geeft - of te weinig om u in leven te houden. Dit komt zeer zelden voor. Als zo’n pacemaker wordt uitgezet, overlijdt u snel. Voorafgaand aan het uitzetten van de pacemaker zult u in slaap worden gebracht, zodat u tijdens het sterven niet lijdt.
De NVVE hoort soms van leden dat hun cardioloog de pacemaker niet uit wil zetten. De cardioloog zegt bijvoorbeeld te zijn opgeleid om het hart van mensen te laten kloppen, niet om dat te laten stoppen. Maar artsen zijn opgeleid om lijden te verlichten. Ze moeten aan de wens van de patiënt voldoen. Als een cardioloog uw pacemaker niet uit wil zetten, wijs dan op de wet en de richtlijn van de cardiologenvereniging. Of bel met de NVVE; het Adviescentrum kan u verder informeren. •
VRAAG HET AAN DE NVVE