Huisarts Sabine Vuister over voltooid leven: 

FOTO'S: JOSJE DEEKENS

‘Als mensen goed afscheid hebben kunnen nemen, wat euthanasie mogelijk maakt, is de rouw voor de nabestaanden veel beter te hanteren’

LEVENSEINDEBEGELEIDER

Het wetsvoorstel dat er nu ligt, gaat niet alleen over de mogelijkheid voor 75-plussers om hun leven te beëindigen, maar stelt ook voor dat via een levenseindebegeleider geregeld te krijgen. Dat beroep bestaat nu niet in de voorgestelde vorm. Daar zou dus een opleiding voor moeten komen. Hoewel Sabine een wet voltooid leven een mooie aanvulling op de huidige wet zou vinden, mag de uitvoering ervan wat haar betreft wel bij de huisartsen blijven. ‘Niet omdat ik zo’n levenseindebegeleider niet als een toegevoegde waarde zie, maar het is wel weer iets nieuws wat we moeten gaan optuigen. Wat worden dan de selectiecriteria om iemand toe te laten tot die opleiding? En hoe ga je de kwaliteit borgen?’

Sabine vindt niet dat dergelijke vragen en angsten de discussie over een wet voltooid leven zouden moeten bepalen. Eerst moet je als samenleving besluiten of je een uitbreiding van de wet wilt, pas daarna probeer je tot een zorgvuldige werkwijze te komen. Het voorstel geeft mensen meer regie; iets waar veel mensen behoefte aan hebben. Misbruik is altijd mogelijk, helaas. ‘Als iemand echt kwaad wil, zijn daar toch wel manieren voor.’

Dat Sabine voorstander is van de mogelijkheid van levensbeëindiging bij een voltooid leven wil niet zeggen dat ze iemand helpen sterven licht neemt. ‘Voor mij is het een onderdeel van mijn werk en het onderwerp boeit me ook. Ik ben SCEN-arts geworden omdat ik zocht naar verdieping. We hebben een heel fijne groep SCEN-artsen. We nodigen zo nu en dan iemand uit om mee in gesprek te gaan, een onderzoeker, ethicus of iemand van de toetsingscommissie. Ook gaan we naar andere landen om te zien hoe het daar gaat en om onze kennis te delen.’ Dat er huisartsen zijn die er anders instaan, begrijpt ze wel. ‘Ik denk dat artsen vaak koudwatervrees ervaren als het om euthanasie gaat. Het ís ook moeilijk. Ik heb altijd trillende handen van tevoren, hoewel ik altijd volledig achter mijn beslissing sta. De nacht ervoor slaap ik vaak slecht en erna voel ik altijd een enorme opluchting. Het is dus kennelijk iets wat ik onbewust echt moeilijk vind. Maar ik vind het voornamelijk mooi, omdat het ‘t laatste is wat ik voor iemand kan betekenen. En ik weet hoe mooi het kan gaan. Hoe kalm en rustig. Als mensen goed afscheid hebben kunnen nemen, wat euthanasie mogelijk maakt, is de rouw voor de nabestaanden veel beter te hanteren.’

Ze vertelt over een collega die werd gebeld door een zoon of dochter dat iemand was overleden. Toen die collega ter plaatse kwam, lag er een verdieping hoger ook iemand te overlijden. Het ging om twee oude mensen, die waarschijnlijk zelf hadden gekozen voor de dood met iets wat ze zelf hadden bemachtigd. ‘Het is allemaal goed gegaan, ze zijn beiden overleden. Maar ik word er toch een beetje verdrietig van dat het zo moet. Dat je je afvraagt of ze hun kinderen er niet bij hebben willen betrekken of dat die weggebleven waren uit angst voor de consequenties. Wat een eenzaamheid.’ •

STAPELING VAN OUDERDOMSKLACHTEN

De toegevoegde waarde van de wet wordt door sommigen in twijfel getrokken, aangezien er met een stapeling van ouderdomsklachten ook veel mogelijk is. Dat beaamt Sabine: ‘Dat geldt ook voor die vriend van mij en voor veel patiënten die bij mij komen en willen praten over klaar zijn met hun leven. Maar ik begrijp heel goed dat er mensen zijn die op een gegeven gewoon niet meer verder willen, ook als ze niet allerlei fysieke klachten hebben. Mensen die niet afhankelijk willen worden. Dan zou het toch heel mooi zijn als de mogelijkheid bestaat dat je daar zelf over mag beslissen? Dus ook als je nog geen ziektes hebt en vol in het leven staat.’ De angst dat zo’n nieuwe wet een hausse aan euthanasieverzoeken op gang zal brengen, deelt Sabine niet. ‘In de praktijk zie je dat de meeste mensen enorm aan het leven hangen en hun grenzen steeds verleggen. Het gaat natuurlijk maar om een heel klein percentage dat eventueel van die wet gebruik wil maken.’

Wel zijn alle oude mensen met het onderwerp bezig, is haar ervaring. ‘Ze kijken terug op hun leven. Ze voelen natuurlijk dat ze in hun laatste levensfase zitten. Als er niets met ze aan de hand is, zie ik ze nauwelijks. Als er wel iets aan de hand is, dan speelt dat besef altijd mee in de beslissingen die mensen nemen. Meestal komt iemand niet bij me omdat hij of zij euthanasie wil. Maar als iemand zegt morgen liever niet meer wakker te worden, is dat voor mij het begin van een gesprek. Wat bedoelt iemand daar precies mee?’

Het was eigenlijk de bedoeling dat niet Sabine maar Flip Sutorius zou meedoen aan het rondetafelgesprek. Deze gepensioneerde huisarts (zie pagina 14) is nog actief als SCEN-arts. Flip en Sabine zitten in dezelfde SCEN-groep. ‘Toen bleek dat Flip op vakantie zou zijn, kwamen ze bij mij uit.’ Omdat ze het een interessant onderwerp vindt, besloot ze een position paper te schrijven en deel te nemen aan het gesprek. Daarmee is ze in de aandacht komen te staan. Een ambassadeursrol wil ze niet hebben. ‘Ik ben immers niet de spreekbuis voor dé huisarts van Nederland. Ik hoop vooral dat meer huisartsen van zich laten horen en dat het goede gesprek gevoerd gaat worden.’

Sabine is al meer dan dertig jaar huisarts op dezelfde plek in Haarlem. ‘Ik dacht vroeger dat ik het verschrikkelijk zou vinden om mijn hele loopbaan dezelfde mensen te begeleiden, maar ik blijk dat juist heel leuk te vinden. Ik ken veel van hen al die jaren al. En dan zie je hoe je met hen meebeweegt. Bij iedere medische beslissing komen vragen aan bod als: wat wil je graag, wat is haalbaar, wat zijn de voors en tegens van een behandeling?’ Juist die gesprekken met haar patiënten zorgen ervoor dat ze een duidelijke mening heeft over voltooid leven.

Er was weliswaar nog een huis- en SCEN-arts aanwezig bij het rondetafelgesprek, maar zij zat daar als vertegenwoordiger van de artsenfederatie KNMG, een organisatie die tegen het wetsvoorstel is. Een van de argumenten is dat mensen zich mogelijk bezwaard zouden gaan voelen als ze besluiten door te willen leven. In het position paper van de KNMG staat dat de leeftijdsgrens een signaal af zou kunnen geven dat het leven van ouderen niet meer beschermingswaardig is.

Dat argument maakt Sabine boos: ‘Ik voel echt weerzin als ik zoiets hoor. Dan heb je zo’n negatief mensbeeld. Als je over oude mensen gaat praten als over dor hout, zoals dat in coronatijd ineens gebeurde, dán gaan mensen zich misschien bezwaard voelen. Maar wie doet dat nou? Toen ik in die periode kwetsbare patiënten belde om te vragen hoe het met ze ging en een gesprek met ze aanging over hun wens wel of niet naar de IC te worden gebracht, deed ik dat uit interesse. Die betrokkenheid is onderdeel van mijn werk. Ik stelde die vragen niet omdat die mensen afgeschreven waren of omdat ik meende dat ze te oud waren om op een IC te liggen. Natuurlijk niet. Als iemand aangeeft tot het uiterste te willen gaan om te blijven leven is dat nét zo’n goed antwoord. Het gaat erom dat duidelijk wordt wat iemands wens is. En de meeste mensen hebben daar een duidelijk idee over.’

Overigens heeft Sabine wel bezwaar tegen de genoemde leeftijdsgrens. Die ligt wat haar betreft te hoog. Waar de grens precies zou moeten liggen, vindt ze niet makkelijk te zeggen: ze denkt eerder aan 60 dan aan de 75 uit het wetsvoorstel. ‘Elke gekozen grens is arbitrair. Het zou ook 50 kunnen zijn. Waar het mij om gaat, is of iemand genoeg levenservaring heeft om zo’n beslissing te kunnen nemen.’ Ze vertelt over haar beste vriend die graag euthanasie wil. ‘Hij is 68 en ik zie bij hem dat je op die leeftijd genoeg kennis van het leven hebt om zoiets te kunnen beslissen. Het speelt al heel lang, hij is volledig wilsbekwaam. Zou hij dan moeten wachten tot hij 75 is?’

‘Alle oude mensen zijn met het onderwerp bezig’

Ze deed op 9 december mee aan het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over het onderwerp voltooid leven. Dat overkwam haar min of meer. Maar eenmaal aan die tafel voelde huisarts en SCEN-arts Sabine Vuister een vuur in zichzelf ontsteken: ‘Ik was eigenlijk de enige daar die dagelijks met patiënten praat.’ • 
Martien Versteegh

FOTO'S: JOSJE DEEKENS

Huisarts Sabine Vuister over voltooid leven: 

‘Alle oude mensen zijn met het onderwerp bezig’

Ze deed op 9 december mee aan het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over het onderwerp voltooid leven. Dat overkwam haar min of meer. Maar eenmaal aan die tafel voelde huisarts en SCEN-arts Sabine Vuister een vuur in zichzelf ontsteken: ‘Ik was eigenlijk de enige daar die dagelijks met patiënten praat.’ • 
Martien Versteegh

Sabine is al meer dan dertig jaar huisarts op dezelfde plek in Haarlem. ‘Ik dacht vroeger dat ik het verschrikkelijk zou vinden om mijn hele loopbaan dezelfde mensen te begeleiden, maar ik blijk dat juist heel leuk te vinden. Ik ken veel van hen al die jaren al. En dan zie je hoe je met hen meebeweegt. Bij iedere medische beslissing komen vragen aan bod als: wat wil je graag, wat is haalbaar, wat zijn de voors en tegens van een behandeling?’ Juist die gesprekken met haar patiënten zorgen ervoor dat ze een duidelijke mening heeft over voltooid leven.

Er was weliswaar nog een huis- en SCEN-arts aanwezig bij het rondetafelgesprek, maar zij zat daar als vertegenwoordiger van de artsenfederatie KNMG, een organisatie die tegen het wetsvoorstel is. Een van de argumenten is dat mensen zich mogelijk bezwaard zouden gaan voelen als ze besluiten door te willen leven. In het position paper van de KNMG staat dat de leeftijdsgrens een signaal af zou kunnen geven dat het leven van ouderen niet meer beschermingswaardig is.

Dat argument maakt Sabine boos: ‘Ik voel echt weerzin als ik zoiets hoor. Dan heb je zo’n negatief mensbeeld. Als je over oude mensen gaat praten als over dor hout, zoals dat in coronatijd ineens gebeurde, dán gaan mensen zich misschien bezwaard voelen. Maar wie doet dat nou? Toen ik in die periode kwetsbare patiënten belde om te vragen hoe het met ze ging en een gesprek met ze aanging over hun wens wel of niet naar de IC te worden gebracht, deed ik dat uit interesse. Die betrokkenheid is onderdeel van mijn werk. Ik stelde die vragen niet omdat die mensen afgeschreven waren of omdat ik meende dat ze te oud waren om op een IC te liggen. Natuurlijk niet. Als iemand aangeeft tot het uiterste te willen gaan om te blijven leven is dat nét zo’n goed antwoord. Het gaat erom dat duidelijk wordt wat iemands wens is. En de meeste mensen hebben daar een duidelijk idee over.’

Overigens heeft Sabine wel bezwaar tegen de genoemde leeftijdsgrens. Die ligt wat haar betreft te hoog. Waar de grens precies zou moeten liggen, vindt ze niet makkelijk te zeggen: ze denkt eerder aan 60 dan aan de 75 uit het wetsvoorstel. ‘Elke gekozen grens is arbitrair. Het zou ook 50 kunnen zijn. Waar het mij om gaat, is of iemand genoeg levenservaring heeft om zo’n beslissing te kunnen nemen.’ Ze vertelt over haar beste vriend die graag euthanasie wil. ‘Hij is 68 en ik zie bij hem dat je op die leeftijd genoeg kennis van het leven hebt om zoiets te kunnen beslissen. Het speelt al heel lang, hij is volledig wilsbekwaam. Zou hij dan moeten wachten tot hij 75 is?’

STAPELING VAN OUDERDOMSKLACHTEN

De toegevoegde waarde van de wet wordt door sommigen in twijfel getrokken, aangezien er met een stapeling van ouderdomsklachten ook veel mogelijk is. Dat beaamt Sabine: ‘Dat geldt ook voor die vriend van mij en voor veel patiënten die bij mij komen en willen praten over klaar zijn met hun leven. Maar ik begrijp heel goed dat er mensen zijn die op een gegeven gewoon niet meer verder willen, ook als ze niet allerlei fysieke klachten hebben. Mensen die niet afhankelijk willen worden. Dan zou het toch heel mooi zijn als de mogelijkheid bestaat dat je daar zelf over mag beslissen? Dus ook als je nog geen ziektes hebt en vol in het leven staat.’ De angst dat zo’n nieuwe wet een hausse aan euthanasieverzoeken op gang zal brengen, deelt Sabine niet. ‘In de praktijk zie je dat de meeste mensen enorm aan het leven hangen en hun grenzen steeds verleggen. Het gaat natuurlijk maar om een heel klein percentage dat eventueel van die wet gebruik wil maken.’

Wel zijn alle oude mensen met het onderwerp bezig, is haar ervaring. ‘Ze kijken terug op hun leven. Ze voelen natuurlijk dat ze in hun laatste levensfase zitten. Als er niets met ze aan de hand is, zie ik ze nauwelijks. Als er wel iets aan de hand is, dan speelt dat besef altijd mee in de beslissingen die mensen nemen. Meestal komt iemand niet bij me omdat hij of zij euthanasie wil. Maar als iemand zegt morgen liever niet meer wakker te worden, is dat voor mij het begin van een gesprek. Wat bedoelt iemand daar precies mee?’

Het was eigenlijk de bedoeling dat niet Sabine maar Flip Sutorius zou meedoen aan het rondetafelgesprek. Deze gepensioneerde huisarts (zie pagina 14) is nog actief als SCEN-arts. Flip en Sabine zitten in dezelfde SCEN-groep. ‘Toen bleek dat Flip op vakantie zou zijn, kwamen ze bij mij uit.’ Omdat ze het een interessant onderwerp vindt, besloot ze een position paper te schrijven en deel te nemen aan het gesprek. Daarmee is ze in de aandacht komen te staan. Een ambassadeursrol wil ze niet hebben. ‘Ik ben immers niet de spreekbuis voor dé huisarts van Nederland. Ik hoop vooral dat meer huisartsen van zich laten horen en dat het goede gesprek gevoerd gaat worden.’

LEVENSEINDEBEGELEIDER

Het wetsvoorstel dat er nu ligt, gaat niet alleen over de mogelijkheid voor 75-plussers om hun leven te beëindigen, maar stelt ook voor dat via een levenseindebegeleider geregeld te krijgen. Dat beroep bestaat nu niet in de voorgestelde vorm. Daar zou dus een opleiding voor moeten komen. Hoewel Sabine een wet voltooid leven een mooie aanvulling op de huidige wet zou vinden, mag de uitvoering ervan wat haar betreft wel bij de huisartsen blijven. ‘Niet omdat ik zo’n levenseindebegeleider niet als een toegevoegde waarde zie, maar het is wel weer iets nieuws wat we moeten gaan optuigen. Wat worden dan de selectiecriteria om iemand toe te laten tot die opleiding? En hoe ga je de kwaliteit borgen?’

Sabine vindt niet dat dergelijke vragen en angsten de discussie over een wet voltooid leven zouden moeten bepalen. Eerst moet je als samenleving besluiten of je een uitbreiding van de wet wilt, pas daarna probeer je tot een zorgvuldige werkwijze te komen. Het voorstel geeft mensen meer regie; iets waar veel mensen behoefte aan hebben. Misbruik is altijd mogelijk, helaas. ‘Als iemand echt kwaad wil, zijn daar toch wel manieren voor.’

Dat Sabine voorstander is van de mogelijkheid van levensbeëindiging bij een voltooid leven wil niet zeggen dat ze iemand helpen sterven licht neemt. ‘Voor mij is het een onderdeel van mijn werk en het onderwerp boeit me ook. Ik ben SCEN-arts geworden omdat ik zocht naar verdieping. We hebben een heel fijne groep SCEN-artsen. We nodigen zo nu en dan iemand uit om mee in gesprek te gaan, een onderzoeker, ethicus of iemand van de toetsingscommissie. Ook gaan we naar andere landen om te zien hoe het daar gaat en om onze kennis te delen.’ Dat er huisartsen zijn die er anders instaan, begrijpt ze wel. ‘Ik denk dat artsen vaak koudwatervrees ervaren als het om euthanasie gaat. Het ís ook moeilijk. Ik heb altijd trillende handen van tevoren, hoewel ik altijd volledig achter mijn beslissing sta. De nacht ervoor slaap ik vaak slecht en erna voel ik altijd een enorme opluchting. Het is dus kennelijk iets wat ik onbewust echt moeilijk vind. Maar ik vind het voornamelijk mooi, omdat het ‘t laatste is wat ik voor iemand kan betekenen. En ik weet hoe mooi het kan gaan. Hoe kalm en rustig. Als mensen goed afscheid hebben kunnen nemen, wat euthanasie mogelijk maakt, is de rouw voor de nabestaanden veel beter te hanteren.’

Ze vertelt over een collega die werd gebeld door een zoon of dochter dat iemand was overleden. Toen die collega ter plaatse kwam, lag er een verdieping hoger ook iemand te overlijden. Het ging om twee oude mensen, die waarschijnlijk zelf hadden gekozen voor de dood met iets wat ze zelf hadden bemachtigd. ‘Het is allemaal goed gegaan, ze zijn beiden overleden. Maar ik word er toch een beetje verdrietig van dat het zo moet. Dat je je afvraagt of ze hun kinderen er niet bij hebben willen betrekken of dat die weggebleven waren uit angst voor de consequenties. Wat een eenzaamheid.’ •