Flip Sutorius stopt als toezichthouder bij NVVE en Expertisecentrum

‘Ik ga ervan uit dat ook ik er op een gegeven moment mee kan leven dat ik doodga’
WETSVOORSTEL
Op mijn vraag of Nederland tot de voorhoede blijft behoren nu het wetsvoorstel van D66 over voltooid leven in de la ligt en conservatieve denkers euthanasie geregeld ter discussie stellen, antwoordt Sutorius dat kritiek altijd goed is. En dat het fantastisch is dat er onderzoek wordt gedaan. Ook als je bij sommige onderzoeksvragen (lees: een nieuw onderzoek naar de oorzaken van de toename van het aantal euthanasiemeldingen) de uitkomst al kunt voorspellen. Nuchter: ‘Als een onderzoek niet deugt, wordt het vanzelf onderuitgehaald.’
Op het wetsvoorstel is hij kritisch. Hij is bang dat het de huidige euthanasiewet zal uithollen. ‘De wet uit 2002 is geweldig, en geeft ruimte om mee te veranderen met maatschappelijke ontwikkelingen. Waarom zou je dan een tweede wet maken?’ Hij vindt dat het voorstel huisartsen in een moeilijke positie brengt. ‘Want artsenfederatie KNMG vindt voltooid leven niet medisch.’ Toch steunt hij het wetsvoorstel. ‘Want ik vind het heel belangrijk dat oudere mensen worden gehoord en serieus worden genomen. Ze worden nu veel te vaak betutteld.’
Sutorius vindt het niet alleen belangrijk dat oudere mensen met een doodswens serieus moeten worden genomen, maar vooral ook dat zij goed worden geïnformeerd. ‘Dat kan door een pool van onafhankelijke artsen en levenseindebegeleiders’, vertelt hij. Oppert hij nu een nieuw expertisecentrum? ‘Inderdaad, net zoiets, maar dan enkel en alleen gericht op voltooid leven. Een centrum waar mensen werken die niet toetsen of iemand ondraaglijk lijdt, maar onderzoeken of het verzoek vrijwillig en weloverwogen is. Een plek waar onafhankelijke artsen patiënten informeren over hun medische toestand. En als aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan, kan een levenseindebegeleider het dodelijke middel aan de oudere verstrekken.’
Geestdriftig: ‘Mensen weten vaak weinig over hun medische situatie. Laatst werd ik bijvoorbeeld gebeld door een vriend die vroeg of ik eens met z’n vader wilde praten, want die was doodmoe, zag slecht en was incontinent geworden. Die oude vader wilde dood. Na een test bleek hij suikerziekte te hebben. Nu dat wordt aangepakt, is hij veel fitter.’ Serieus: ‘Je moet bij mensen die hun leven voltooid vinden, uitsluiten dat er iets anders aan de hand is. Daar hebben mensen recht op.’
‘Ik begrijp een klein beetje wat mensen bedoelen met voltooid leven. Het gaat volgens mij over existentieel lijden. Ik heb van mijn patiënten geleerd dat ouderdom een proces van onthechting is. En dat je eraan toe bent dat de dood zal komen. Dat angst verdwijnt. En dat je zelfs naar de dood kunt gaan verlangen. Dat vind ik heel geruststellend.’ Nuchter: ‘Zelf ben ik nog niet zo ver. Heb ook helemaal niets geregeld. Ik ben typisch een kop-in-het-zand-steek-type.’ Lachend: ‘Net zoals mijn 95-jarige moeder.’ Sutorius hoopt dat hij geruisloos wegglijdt als het einde nadert. ‘Ik ga ervan uit dat ook ik er op een gegeven moment mee kan leven dat ik doodga.’ •
foto: FRANK RUITER
EENZAAM
Sutorius zegt dat de cowboytijd spannend, maar ook eenzaam was. Hij roert in zijn cappuccino en vertelt over een euthanasie waarbij alles anders liep dan gepland. ‘Een patiënt had uitgezaaide longkanker en wilde dood. Op basis van het A4’tje wist ik dat ik haar valium moest inspuiten voor ik het euthanaticum kon toedienen. Normaal zorgt valium voor een diepe slaap. Maar bij deze mevrouw gebeurde er niets. Ook niet toen ik nóg een dosis toediende. Ik dacht: wat moet ik doen? Het A4’tje had daar geen enkel antwoord op. Dat was echt afschuwelijk. Ik stond er helemaal alleen voor.’
‘Nu heb je de hulp van een SCEN-arts tijdens een euthanasietraject. Iemand die controleert of aan alle eisen wordt voldaan. Iemand met wie je kunt sparren. Ook in je eigen huisartsengroep kun je in overleg. En je kunt allerlei literatuur raadplegen. Protocollen checken en de euthanasiecode van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) bestuderen. In die tijd was er bijna niets. Ja, dat A4’tje. En dat papiertje van een collega die had opgeschreven dat hij of zij het ermee eens was. En daar moest je het dan mee doen.’
Sutorius schuift op zijn stoel en zegt dan dat hij het schandelijk vindt dat veertien bezorgde psychiaters en artsen vorig jaar een brief naar het Openbaar Ministerie stuurden om een strafrechtelijk onderzoek te eisen naar de euthanasie van een 17-jarig meisje. Terwijl de RTE had geoordeeld dat aan alle wettelijke eisen was voldaan. ‘Dat was verschrikkelijk. Ik ben heel blij dat de KNMG deze brief onbetamelijk en onaanvaardbaar vond. Normaal houdt de artsenfederatie zich een beetje op de vlakte. Maar nu reageerde ze zeer uitgesproken. En terecht!’
Als Sutorius nog een cappuccino maakt, vertelt hij dat hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw zelf ook geregeld diensten draaide als politiearts en dat hij dus collega’s moest bezoeken die net euthanasie hadden verleend. Uit dat werk is de regio Kennemerland-SCEN ontstaan, een van de eerste clubs van huisartsen die informatie en advies gaven aan collega’s bij een euthanasieverzoek. Zij waren ook inzetbaar als onafhankelijk consulent. Anno 2025 zijn er door het hele land ruim dertig van deze SCEN-groepen. ‘Ik ben er echt trots op dat euthanasiezorg zo is geprofessionaliseerd.’
Nog meer memorabel vindt hij de oprichting van de toenmalige Levenseindekliniek; het huidige Expertisecentrum Euthanasie (EE) door de NVVE. ‘Ik vind dat de vereniging zich daarvoor op de borst mag kloppen. We werden in 2012 door artsenfederatie KNMG als een stelletje cowboys gezien, maar die oprichting was écht een geweldige zet. Het expertisecentrum is uitgegroeid tot een waanzinnig professionele, zorgvuldige en zorgzame organisatie. EE heeft zoveel kennis en ervaring over euthanasie in de wereld gebracht, dat Nederland absoluut de voorloper is geworden op dit gebied.’
Voormalig huisarts Flip Sutorius verkiest de coulissen, na bijna dertig jaar een prominente rol te hebben gespeeld in het euthanasiedebat. Ondanks zijn passie voor het onderwerp heeft hij zelf niets geregeld. Grijnzend: ‘Ik ben er nog niet aan toe dat ik ermee kan leven dat ik doodga.’ • Marloes Elings

Als ik vraag naar de ‘cowboytijd’ vertelt hij over zijn eerste jaren als huisarts en de eerste keren dat hij euthanasie verleende. ‘Toen ik begon was er nog helemaal geen euthanasiewet en ook nog geen professioneel protocol. Je moest het doen met het A4’tje van anesthesioloog Piet Admiraal waarin hij had beschreven hoe je medisch verantwoord euthanasie kon verrichten. En de second opinion die artsenfederatie KNMG adviseerde, bestond vaak uit niet meer dan een papiertje waarop een collega-arts had geschreven dat hij of zij het eens wat met de euthanasie.’
‘In die tijd, we hebben het over de jaren tachtig van de vorige eeuw, moest je aan de politie melden dat je euthanasie had verleend. Vervolgens kwam er een politiearts langs en die maakte een rapport, dat samen met jouw verslag naar de officier van justitie werd gestuurd. Als alles zorgvuldig was gegaan, werd het stoffelijk overschot vrijgegeven en kreeg je een briefje dat je niet werd vervolgd.’
Een van de gevolgen van dit gedoogbeleid was dat sommige huisartsen stiekem euthanasie verleenden. ‘Dat was niet zo slim, want dat maakte je chantabel.’ Op mijn vraag hoe hij dat bedoelt, vertelt hij dat familieleden van de overledene een huisarts soms chanteerden. ‘Zij dreigden dan bijvoorbeeld om naar de politie te stappen. Ik vond en vind dat je beter niet stiekem kunt opereren. Als je transparant bent, weet iedereen wat er is gebeurd en kun je niet worden gechanteerd.’
In een grote, lichte woonkeuken in Bloemendaal maakt Flip Sutorius koffie en beveelt enthousiast de cranberrykoekjes aan die hij ondertussen in een schaaltje schikt. ‘Ik heb ook nog dumkes, want ik ben met mijn vrouw net een paar dagen in Gorredijk geweest. Vind je die lekker?’, vraagt hij. Als ik instemmend reageer, pakt hij een nieuw schaaltje dat hij royaal vult met de Friese lekkernij. ‘Neem vooral’, zegt hij met enige regelmaat. ‘Pak!’ Zelf houdt hij het bijna twee uur lang bij cappuccino.
Ik ben op bezoek bij de voormalige huisarts omdat hij na acht jaar stopt als lid van de Raad van Toezicht van de NVVE. Eind van het jaar legt hij ook zijn werk als toezichthouder bij Expertisecentrum Euthanasie neer. De 73-jarige Noord-Hollander werd landelijk bekend nadat hij in 1998 euthanasie verleende aan PvdA-senator Brongersma, die ‘ondraaglijk aan het leven leed’. De rechtbank in Haarlem ontsloeg Sutorius twee jaar later van rechtsvervolging. Daarop ging het Openbaar Ministerie in beroep. Het gerechtshof veroordeelde hem in 2001 voor hulp bij zelfdoding, maar legde geen straf op. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel nadien. De NVVE steunde hem tijdens alle rechtszaken.
Flip Sutorius pakt zijn beker vast en zegt dat hij nog ‘uit de cowboyfase stamt’. ‘Die tijd was ontzettend leuk, maar ik ben er trots op dat de NVVE is geprofessionaliseerd. We behoren tegenwoordig tot het establishment. En dat is goed.’ Olijke ogen: ‘Sommige mensen binnen de NVVE willen meer actie. Roepen zo nu en dan dat we met z’n allen naar de Dam moeten om te protesteren. Maar we zijn geen actiepartij meer. We zijn uitgegroeid tot een lobbyclub die door de maatschappij – én de politiek – serieus wordt genomen. Wij hebben een heel andere rol gekregen.’


‘Ik ga ervan uit dat ook ik er op een gegeven moment mee kan leven dat ik doodga’
FOTO’S: FRANK RUITER
Flip Sutorius stopt als toezichthouder bij NVVE en Expertisecentrum

In een grote, lichte woonkeuken in Bloemendaal maakt Flip Sutorius koffie en beveelt enthousiast de cranberry-koekjes aan die hij ondertussen in een schaaltje schikt. ‘Ik heb ook nog dumkes, want ik ben met mijn vrouw net een paar dagen in Gorredijk geweest. Vind je die lekker?’, vraagt hij. Als ik instemmend reageer, pakt hij een nieuw schaaltje dat hij royaal vult met de Friese lekkernij. ‘Neem vooral’, zegt hij met enige regelmaat. ‘Pak!’ Zelf houdt hij het bijna twee uur lang bij cappuccino.
Ik ben op bezoek bij de voormalige huisarts omdat hij na acht jaar stopt als lid van de Raad van Toezicht van de NVVE. Eind van het jaar legt hij ook zijn werk als toezichthouder bij Expertisecentrum Euthanasie neer. De 73-jarige Noord-Hollander werd landelijk bekend nadat hij in 1998 euthanasie verleende aan PvdA-senator Brongersma, die ‘ondraaglijk aan het leven leed’. De rechtbank in Haarlem ontsloeg Sutorius twee jaar later van rechtsvervolging. Daarop ging het Openbaar Ministerie in beroep. Het gerechtshof veroordeelde hem in 2001 voor hulp bij zelfdoding, maar legde geen straf op. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel nadien. De NVVE steunde hem tijdens alle rechtszaken.
Flip Sutorius pakt zijn beker vast en zegt dat hij nog ‘uit de cowboyfase stamt’. ‘Die tijd was ontzettend leuk, maar ik ben er trots op dat de NVVE is geprofessionaliseerd. We behoren tegenwoordig tot het establishment. En dat is goed.’ Olijke ogen: ‘Sommige mensen binnen de NVVE willen meer actie. Roepen zo nu en dan dat we met z’n allen naar de Dam moeten om te protesteren. Maar we zijn geen actiepartij meer. We zijn uitgegroeid tot een lobbyclub die door de maatschappij – én de politiek – serieus wordt genomen. Wij hebben een heel andere rol gekregen.’
Als ik vraag naar de ‘cowboytijd’ vertelt hij over zijn eerste jaren als huisarts en de eerste keren dat hij euthanasie verleende. ‘Toen ik begon was er nog helemaal geen euthanasiewet en ook nog geen professioneel protocol. Je moest het doen met het A4’tje van anesthesioloog Piet Admiraal waarin hij had beschreven hoe je medisch verantwoord euthanasie kon verrichten. En de second opinion die artsenfederatie KNMG adviseerde, bestond vaak uit niet meer dan een papiertje waarop een collega-arts had geschreven dat hij of zij het eens wat met de euthanasie.’
‘In die tijd, we hebben het over de jaren tachtig van de vorige eeuw, moest je aan de politie melden dat je euthanasie had verleend. Vervolgens kwam er een politiearts langs en die maakte een rapport, dat samen met jouw verslag naar de officier van justitie werd gestuurd. Als alles zorgvuldig was gegaan, werd het stoffelijk overschot vrijgegeven en kreeg je een briefje dat je niet werd vervolgd.’
Een van de gevolgen van dit gedoogbeleid was dat sommige huisartsen stiekem euthanasie verleenden. ‘Dat was niet zo slim, want dat maakte je chantabel.’ Op mijn vraag hoe hij dat bedoelt, vertelt hij dat familieleden van de overledene een huisarts soms chanteerden. ‘Zij dreigden dan bijvoorbeeld om naar de politie te stappen. Ik vond en vind dat je beter niet stiekem kunt opereren. Als je transparant bent, weet iedereen wat er is gebeurd en kun je niet worden gechanteerd.’
EENZAAM
Sutorius zegt dat de cowboytijd spannend, maar ook eenzaam was. Hij roert in zijn cappuccino en vertelt over een euthanasie waarbij alles anders liep dan gepland. ‘Een patiënt had uitgezaaide longkanker en wilde dood. Op basis van het A4’tje wist ik dat ik haar valium moest inspuiten voor ik het euthanaticum kon toedienen. Normaal zorgt valium voor een diepe slaap. Maar bij deze mevrouw gebeurde er niets. Ook niet toen ik nóg een dosis toediende. Ik dacht: wat moet ik doen? Het A4’tje had daar geen enkel antwoord op. Dat was echt afschuwelijk. Ik stond er helemaal alleen voor.’
‘Nu heb je de hulp van een SCEN-arts tijdens een euthanasietraject. Iemand die controleert of aan alle eisen wordt voldaan. Iemand met wie je kunt sparren. Ook in je eigen huisartsengroep kun je in overleg. En je kunt allerlei literatuur raadplegen. Protocollen checken en de euthanasiecode van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) bestuderen. In die tijd was er bijna niets. Ja, dat A4’tje. En dat papiertje van een collega die had opgeschreven dat hij of zij het ermee eens was. En daar moest je het dan mee doen.’
Sutorius schuift op zijn stoel en zegt dan dat hij het schandelijk vindt dat veertien bezorgde psychiaters en artsen vorig jaar een brief naar het Openbaar Ministerie stuurden om een strafrechtelijk onderzoek te eisen naar de euthanasie van een 17-jarig meisje. Terwijl de RTE had geoordeeld dat aan alle wettelijke eisen was voldaan. ‘Dat was verschrikkelijk. Ik ben heel blij dat de KNMG deze brief onbetamelijk en onaanvaardbaar vond. Normaal houdt de artsenfederatie zich een beetje op de vlakte. Maar nu reageerde ze zeer uitgesproken. En terecht!’
Als Sutorius nog een cappuccino maakt, vertelt hij dat hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw zelf ook geregeld diensten draaide als politiearts en dat hij dus collega’s moest bezoeken die net euthanasie hadden verleend. Uit dat werk is de regio Kennemerland-SCEN ontstaan, een van de eerste clubs van huisartsen die informatie en advies gaven aan collega’s bij een euthanasieverzoek. Zij waren ook inzetbaar als onafhankelijk consulent. Anno 2025 zijn er door het hele land ruim dertig van deze SCEN-groepen. ‘Ik ben er echt trots op dat euthanasie-zorg zo is geprofessionaliseerd.’
Nog meer memorabel vindt hij de oprichting van de toenmalige Levens-eindekliniek; het huidige Expertise-centrum Euthanasie (EE) door de NVVE. ‘Ik vind dat de vereniging zich daarvoor op de borst mag kloppen. We werden in 2012 door artsenfederatie KNMG als een stelletje cowboys gezien, maar die oprichting was écht een geweldige zet. Het expertisecentrum is uitgegroeid tot een waanzinnig professionele, zorgvuldige en zorgzame organisatie. EE heeft zoveel kennis en ervaring over euthanasie in de wereld gebracht, dat Nederland absoluut de voorloper is geworden op dit gebied.’
WETSVOORSTEL
Op mijn vraag of Nederland tot de voorhoede blijft behoren nu het wetsvoorstel van D66 over voltooid leven in de la ligt en conservatieve denkers euthanasie geregeld ter discussie stellen, antwoordt Sutorius dat kritiek altijd goed is. En dat het fantastisch is dat er onderzoek wordt gedaan. Ook als je bij sommige onderzoeksvragen (lees: een nieuw onderzoek naar de oorzaken van de toename van het aantal euthanasie-meldingen) de uitkomst al kunt voorspellen. Nuchter: ‘Als een onderzoek niet deugt, wordt het vanzelf onderuit-gehaald.’
Op het wetsvoorstel is hij kritisch. Hij is bang dat het de huidige euthanasiewet zal uithollen. ‘De wet uit 2002 is geweldig, en geeft ruimte om mee te veranderen met maatschappelijke ontwikkelingen. Waarom zou je dan een tweede wet maken?’ Hij vindt dat het voorstel huisartsen in een moeilijke positie brengt. ‘Want artsenfederatie KNMG vindt voltooid leven niet medisch.’ Toch steunt hij het wetsvoorstel. ‘Want ik vind het heel belangrijk dat oudere mensen worden gehoord en serieus worden genomen. Ze worden nu veel te vaak betutteld.’
Sutorius vindt het niet alleen belangrijk dat oudere mensen met een doodswens serieus moeten worden genomen, maar vooral ook dat zij goed worden geïnfor-meerd. ‘Dat kan door een pool van onafhankelijke artsen en levenseinde-begeleiders’, vertelt hij. Oppert hij nu een nieuw expertisecentrum? ‘Inderdaad, net zoiets, maar dan enkel en alleen gericht op voltooid leven. Een centrum waar mensen werken die niet toetsen of iemand ondraaglijk lijdt, maar onder-zoeken of het verzoek vrijwillig en weloverwogen is. Een plek waar onafhankelijke artsen patiënten informeren over hun medische toestand. En als aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan, kan een levenseindebegeleider het dodelijke middel aan de oudere verstrekken.’
Geestdriftig: ‘Mensen weten vaak weinig over hun medische situatie. Laatst werd ik bijvoorbeeld gebeld door een vriend die vroeg of ik eens met z’n vader wilde praten, want die was doodmoe, zag slecht en was incontinent geworden. Die oude vader wilde dood. Na een test bleek hij suikerziekte te hebben. Nu dat wordt aangepakt, is hij veel fitter.’ Serieus: ‘Je moet bij mensen die hun leven voltooid vinden, uitsluiten dat er iets anders aan de hand is. Daar hebben mensen recht op.’
‘Ik begrijp een klein beetje wat mensen bedoelen met voltooid leven. Het gaat volgens mij over existentieel lijden. Ik heb van mijn patiënten geleerd dat ouderdom een proces van onthechting is. En dat je eraan toe bent dat de dood zal komen. Dat angst verdwijnt. En dat je zelfs naar de dood kunt gaan verlangen. Dat vind ik heel geruststellend.’ Nuchter: ‘Zelf ben ik nog niet zo ver. Heb ook helemaal niets geregeld. Ik ben typisch een kop-in-het-zand-steek-type.’ Lachend: ‘Net zoals mijn 95-jarige moeder.’ Sutorius hoopt dat hij geruisloos wegglijdt als het einde nadert. ‘Ik ga ervan uit dat ook ik er op een gegeven moment mee kan leven dat ik doodga.’ •
foto: FRANK RUITER
Voormalig huisarts Flip Sutorius verkiest de coulissen, na bijna dertig jaar een prominente rol te hebben gespeeld in het euthanasiedebat. Ondanks zijn passie voor het onderwerp heeft hij zelf niets geregeld. Grijnzend: ‘Ik ben er nog niet aan toe dat ik ermee kan leven dat ik doodga.’ • Marloes Elings